553 miljard euro. Dat is het totaal belegd vermogen van APG wereldwijd (stand eind juni 2022). Doel: een goed pensioen in een leefbare wereld voor de deelnemers van de fondsen. De portefeuille is vanzelfsprekend gespreid. Van investeringen in windmolenparken in Zeeland tot Australische beursgenoteerde aandelen in winkels. En van veilige obligaties tot de wat meer fluctuerende handel in goud of soja. Wie zijn de mensen achter die beleggingen? Wat drijft ze? Welke keuzes maken ze? En waarom?
In deze aflevering van de serie De beleggers: Jan-Willem Ruisbroek, hoofd investeringsstrategie infrastructuur bij APG.
Ruisbroek heeft alle reden een blij man te zijn. Onlangs werd APG tijdens de IPE Real Estate Awards 2022 in Amsterdam verkozen tot Real Assets & Infrastructure Investor of the Year. En dat voor het tweede jaar op rij. APG laat “opnieuw sterk leiderschap zien in de wereldwijde investeringsstrategie voor infrastructuur”, aldus het juryrapport. Waar andere grote infrastructuurbeleggers volgens de jury prat gaan op investeringen in onder meer de energietransitie, kijkt APG verder en belegt bijvoorbeeld ook in digitale infrastructuur. “Deze award laat zien dat onze strategie wordt beschouwd als goed en onderscheidend. Het vormt een mooi compliment voor wat we doen”, zegt Ruisbroek.
Volgens het juryrapport kijkt APG verder dan veel andere grote infrastructuurbeleggers. Toch zal er op infra-gebied nog veel winst te behalen zijn. Op welk vlak is er werk aan de winkel voor jullie?
“In Nederland zullen institutionele beleggers, en wij dus ook, meer kapitaal moeten investeren in infrastructuur. Grote beleggers in het buitenland investeren vaak meer dan 20 procent van hun kapitaal in infrastructuur, voor Nederlandse beleggers is dit veel minder. Het extra geld is hard nodig. Zo schat het Internationaal Energie Agentschap dat er jaarlijks meer dan 4 biljoen dollar, dat zijn twaalf nullen, nodig is om wereldwijd tot een zogeheten net-zero-maatschappij te komen. Dat wil zeggen dat de totale wereldwijde uitstoot van broeikasgassen lager is dan of gelijk is aan de uitstoot die uit de atmosfeer wordt verwijderd. Die 4 biljoen moet voornamelijk vloeien naar nieuwe infraprojecten zoals elektriciteitsnetwerken en duurzame energiebronnen.”
De beleggingsstrategie van APG op het gebied van infrastructuur stoelt op vijf zogenaamde megatrends. Een daarvan is geopolitiek: neem bijvoorbeeld een assertievere houding van China. Dat land investeert enorme bedragen in infrastructuurprojecten in zich ontwikkelende landen. Wat als China zijn enorme financiële slagkracht ook gaat inzetten in de Westerse wereld?
“Dat gebeurt al. De afgelopen decennia heeft China ook veel in Europa geïnvesteerd. De laatste jaren wordt dit wat minder, omdat overheden graag hun vitale infrastructuur in handen willen laten houden van partijen ‘dichtbij huis’. Over het algemeen zijn lokale pensioenfondsen graag geziene eigenaren van infrastructuur, vanwege hun langetermijnbelangen en maatschappelijke betrokkenheid.”
Je bent meteen na je studie bij ABP/APG begonnen en niet meer weggegaan. Heb je daardoor geen kansen laten liggen?
“Ik studeerde in een goede tijd af, want er was veel werk voor studenten, net als nu. Er waren een aantal partijen die interesse in mij hadden maar ik had direct een hele goede klik met de man die later mijn eerste baas bij ABP zou worden. Hij zei: ‘Ik vind jou goed en wil je hebben, hier heb je een aanbod.’ Ik was toen ook gecharmeerd van alles wat ik zag bij ABP, zoals de omvang en de impact. We hebben hier alles in huis, vrijwel alle investeringsmarkten. Dat is belangrijk als je begint met werken, omdat je dan veel keuzemogelijkheden hebt. Ik weet nog dat ik tijdens m’n sollicitatiegesprek zei dat iedereen die 24 is en zegt exact te weten wat hij of zij wil, aan het bluffen is. Want als je net uit de schoolbanken komt, weet je niet precies wat je wilt. Zelf wilde ik vooral bij een heel gave werkgever werken en daar langzaam rondsnuffelen en kijken waar ik het meest blij van werd. Zo is het ook gegaan.”
Je richt je sinds 2008 volledig op infrastructuur. Wat maakt beleggen daarin zo interessant voor jou?
“Ik vind het type bedrijf waarin wij investeren bovenal interessant vanwege de wezenlijke rol die deze bedrijven spelen in de maatschappij. Als mensen een stekker in het stopcontact steken, hebben ze vaak niet door wat voor een enorme infrastructuur daarachter zit. Tot het moment dat er even geen stroom is. Het maatschappelijk belang van bedrijven die mensen van een essentieel goed voorzien, zoals elektriciteit, data of mobiliteit, spreekt me ook erg aan. Net als de essentiële rol die al deze bedrijven spelen in de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, zoals de energietransitie en de digitalisering van de wereld. De energietransitie gaan we alleen waarmaken als de infrastructuur daarvoor op orde is. Wat me verder aantrekt, is dat wij investeren in private ondernemingen. Bij private ondernemingen zit je er vaak dichter op en kun je actiever meedenken over de strategie en wat je met zo’n bedrijf wilt dan bij beursgenoteerde ondernemingen.”
Een van de manieren om invloed uit te oefenen op private ondernemingen is door plaats te nemen in een rvc. Dat doen jullie geregeld. Hoe wend je die invloed in de praktijk aan?
“Ik zit in de raad van commissarissen van twee ondernemingen waarin we investeren, wat betekent dat ik toezicht houd op het management. De bedrijven waarin wij beleggen zijn vaak kleiner dan de beursgenoteerde ondernemingen, waarvan je misschien een klein plukje aandelen koopt. Wij hebben geregeld een groot belang in de private bedrijven waarin we investeren, waardoor we recht hebben om een commissaris aan te stellen. In ons team hebben we iets van twintig of dertig commissariaten. Daar gaat best veel tijd in zitten. Zo houd je je als commissaris onder meer bezig met het beoordelen en goedkeuren van het businessplan en de langjarige strategie, maar ook met het meedenken over het aanstellingsbeleid van het management.”