Drie vragen aan Fieke van der Lecq, hoogleraar Pensioenmarkten aan de VU en sinds 1 januari 2024 regeringscommissaris transitie pensioenen.
Als SER-kroonlid was u betrokken bij het ontwerpen van nieuwe pensioenregelingen, de eerste basis van het vernieuwde stelsel. Bent u tevreden met het resultaat?
"Ik ben blij dat de doorsneesystematiek is afgeschaft. Jongeren betalen in het huidige stelsel relatief te veel voor hun pensioenopbouw. Dat verdwijnt: het pensioen wordt hoger als de fondsen de inleg langere tijd hebben kunnen beleggen. Jongeren profiteren hiervan, wat ook belangrijk is voor het draagvlak voor het stelsel. Er is veel complexiteit in de nieuwe regelingen geslopen. Maar ik denk dat ze nog steeds goed zijn uit te leggen. We hebben nu globaal gezien twee regelingen waar de fondsen voor kunnen kiezen, de solidaire pensioenregeling en de flexibele pensioenregeling. Ik hoop dat die regelingen naar elkaar toe groeien zodat er nóg meer eenduidigheid komt."
U bekleedt de leerstoel Pensioenmarkten. Ziet u het speelveld veranderen?
"De pensioenfondsen hebben nu even andere dingen aan hun hoofd. Maar ik verwacht verdere consolidatie: fondsen gaan door met fuseren. Vroeger hadden we meer dan duizend pensioenfondsen, nu zijn er nog zo'n 150. Schaalvoordelen zijn heel belangrijk: het maakt niet zoveel uit of je een computerprogramma schrijft voor tien deelnemers of tienduizend. Dus dan maar tienduizend, dat is goedkoper per persoon. Het vernieuwde stelsel zal deze ontwikkeling versterken, omdat er maar twee standaardmodellen voor de regelingen zijn. Daar komt bij dat het besturen van een pensioenfonds steeds ingewikkelder is en er zijn steeds minder mensen die dat kunnen en willen. Er zijn meer regeltjes, het is technischer geworden. Fondsbestuurders moeten over meer vakkennis beschikken. Ook dat stimuleert het samengaan van fondsen. Vooral de kleinere pensioenfondsen zullen straks zeggen: samen zijn we sterker."
Wat gaat u doen als regeringscommissaris?
"Ik adviseer de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over de voortgang van de transitie naar het vernieuwde pensioenstelsel. Ik praat met de partijen in de sector, niet alleen de pensioenfondsen en de verzekeraars, maar bijvoorbeeld ook de uitvoerders, de sociale partners en de toezichthouders. Ik houd in de gaten of het transitieproces goed en snel genoeg verloopt. Ontstaat er ergens een achterhoede, en zo ja, hebben ze hulp nodig, of een porretje? Er is een website die ondersteunt bij de transitie: werkenaanonspensioen.nl. Pensioenprofessionals kunnen hier terecht voor informatie en hulp. Mogelijk komen er knelpunten in beeld die we sectorbreed kunnen aanpakken."