“Wás het nieuwe contract maar het enige om te verwerken”

Gepubliceerd op: 25 november 2020

Verbouwing pensioenstelsel vergt ingrijpende ICT-operatie

 

Nederland staat aan de vooravond van de grootste verbouwing van een pensioenstelsel in de wereld ooit. Die overgang kost de sector behoorlijk wat hoofdbrekens. Een van de uitdagingen is of de bestaande ICT-systemen van pensioenuitvoerders geschikt zijn voor deze majeure aanpassing van het stelsel. En als dat niet het geval is, is er dan nog voldoende tijd om een volledig nieuwe ICT-architectuur in te richten?

 

Om maar meteen met die prangende vraag te beginnen: kunnen de huidige systemen aangepast worden op het nieuwe contract? Volgens Wim Henk Steenpoorte, bij APG verantwoordelijk voor de overgang naar het nieuwe stelsel, zijn de twee systemen die APG momenteel gebruikt “op zichzelf hele goede systemen die nu prima voldoen. Natuurlijk kun je kijken of je bestaande systemen kunt aanpassen, daarom doen we hier nu onderzoek naar. Maar omdat het karakter van de regeling zo fundamenteel verandert, durf ik mijn hand er niet voor in het vuur te steken dat die route de verstandigste is. Daarom kijken we bewust breed naar verschillende opties: zelf bouwen, kopen of creëren via een alliantie.”

 

De fundamentele verandering waarnaar Steenpoorte verwijst, betreft de overstap binnen het Nederlandse pensioenstelsel van defined benefit (DB) op defined contribution (DC). Bij een DB-contract doet het fonds een belofte over de hoogte van de uitkering, bij een DC-regeling weet de deelnemer wat hij of zij inlegt, maar heeft minder zekerheid wat betreft de hoogte van de uitkering.

 

Wat dit ICT-vraagstuk volgens Steenpoorte zo lastig maakt, is dat de uitvoering van een pensioencontract in de loop van de tijd steeds ingewikkelder wordt. “Het zijn contracten die een enorme historie opslaan. Ieder jaar komen er mutaties bij. Mensen gaan trouwen of scheiden bijvoorbeeld, en al die lifetime events werken ingrijpend door in de administratie van hun pensioen. Die opeenstapeling van mutaties maakt de administratie intrinsiek steeds gecompliceerder.”

 

Grote belasting
Daar komt bij dat er los van de twee varianten van het nieuwe pensioencontract ook al een aantal andere wetswijzigingen doorgevoerd moet worden in de ICT-systemen. “Was het maar zo dat we alleen het nieuwe pensioencontract te verwerken hadden, voor welke variant een fonds dan ook kiest. Maar er ís op zich al een grote belasting, door het wetsvoorstel pensioenverevening bij echtscheiding, uitkering ineens, standaardisering nabestaandenpensioen, uniformering partnerbegrip, Experimenteer wetgeving ZZP pensioen en evaluatie pensioencommunicatie. Wat we echt willen voorkomen, is dat we al deze veranderingen twee keer moeten doorvoeren, één keer in het huidige en één keer in het nieuwe stelsel”, aldus Steenpoorte. Het wordt dus sowieso erg druk voor de mensen die aan onze huidige systemen werken.

 

Tempo nodig
Over de vraag wat de ideale omstandigheden zouden zijn om de transitie goed te laten verlopen, hoeft hij niet lang na te denken. “Om te beginnen, tempo in het proces om tot nieuwe wetgeving te komen. Er is nu beloofd dat dit in december 2021 is afgerond, en om dat te halen móet al alles meezitten. Maar het is wél nodig  voor de besluitvorming bij sociale partners en pensioenfondsen. Ten tweede zou iedereen gebaat zijn bij helderheid in het proces waarbinnen fondsen hun keuzes maken – over de contractvorm, maar bijvoorbeeld ook over de vormgeving van de solidariteitsreserve. De derde vereiste voor een werkbare overgang, zijn de voorwaarden die er gesteld worden aan het invaren (het overbrengen van de pensioenrechten van deelnemers van het oude stelsel naar het nieuwe stelsel, red.). Dat invaren wordt al een complexe klus an sich, maar als er ook nog een mogelijkheid komt om individueel bezwaar te maken, dan gaat het echt heel lastig worden. Dat geldt ook voor mutaties met terugwerkende kracht. Voor een DC-contract is dat bijna niet te doen. Stel bijvoorbeeld, dat er met terugwerkende kracht een jaar aan pensioenpremie wordt ingelegd. Die premie kan niet meer belegd worden op de financiële markten van een jaar geleden, maar de deelnemer heeft wel recht op het eventuele rendement dat er in dat jaar is behaald. Hoe ga je dat oplossen? Want we kunnen mutaties alleen verwerken op de dag dat ze aan fonds en uitvoerder bekend zijn gemaakt, het zogeheten actualiteitsbeginsel”. 

 

Nachtmerrie
Er is eventueel ook nog een scenario mogelijk waarin er níet wordt ingevaren. “Alle deelnemers krijgen dan twee pensioencontracten, een voor het oude stelsel en een voor het nieuwe. Mutaties moeten dan in zowel het oude als het nieuwe systeem verwerkt worden. Bij vragen van deelnemers zal er dan dus ook continu vanuit twee systemen bekeken moeten worden wat het antwoord daarop is”, aldus Steenpoorte.

 

Kan APG daarmee omgaan? Steenpoorte: “We denken over elk scenario na, en overal is uiteindelijk een oplossing voor. Maar dit zou echt een nachtmerrie zijn – voor fondsen en hun deelnemers, en voor APG”.