Komen de rechten van institutionele beleggers steeds meer onder druk te staan?

Gepubliceerd op: 11 juli 2024

In de rubriek Even bellen met… spreken we een expert over een actuele gebeurtenis op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen. Deze keer Tara-Jane Fraser (Senior Portfolio Manager Verantwoord Beleggen bij APG) over de hindernissen die het voor institutionele beleggers moeilijker maken invloed uit te oefenen op aandeelhoudersvergaderingen van grote bedrijven.


Het wordt voor grote beleggers steeds lastiger om een algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) fysiek bij te wonen, schreef BNR onlangs. Volgens Rients Abma, directeur van belangenbehartigingsorganisatie van institutionele beleggers Eumedion, komt dit vooral doordat de benodigde verificatiecontroles te lang duren en omslachtig zijn. Het verhindert vertegenwoordigers van institutionele beleggers om met bestuurders, commissarissen en medeaandeelhouders van de bedrijven waarin ze beleggen in discussie te gaan, aldus Abma tegen BNR.


Deadlines

Fraser, die naast haar werk bij APG voorzitter is van de beleggingscommissie van Eumedion, merkt op dat APG nog geen toegenomen moeilijkheden heeft ondervonden om fysiek bij een AVA aanwezig te kunnen zijn. “Met de nadruk op ‘toegenomen’, want we ervaren in verschillende markten al wel degelijk hindernissen om aandeelhoudersvergaderingen bij te mogen wonen, bijvoorbeeld in Japan. Abma richt zich op dit groeiende probleem in Nederland, wat wij niet hebben ervaren. Dat betekent echter niet dat het niet bestaat, en we verwelkomen de bezorgdheid die door Eumedion is geuit, aangezien dit de rechten van aandeelhouders aantast.” APG ondervindt als institutionele belegger wel steeds meer hinder van een ander probleem, vervolgt Fraser. “De deadlines waarvoor wij een stem voor een aandeelhoudersresolutie moeten indienen, schuift steeds verder naar voren op. Dat betekent dat wij minder tijd hebben om de benodigde informatie op te halen en een goed onderbouwde stem uit te brengen.”


APG, dat op AVA's optreedt namens zijn pensioenfondsklanten waaronder ABP, heeft z’n zorgen hierover kenbaar gemaakt, zowel aan Eumedion als aan de zogeheten bewaarbanken. Dat zijn financiële instellingen als JP Morgan en BNY Mellon, die effecten zoals aandelen en obligaties beheren namens beleggers. Zij bepalen ook de deadline waarvoor een belegger zijn of haar stem moet uitbrengen, voorafgaand aan de aandeelhoudersvergadering. “De bewaarbanken plaatsen de deadline steeds verder af van de AVA’s, omdat ze naar eigen zeggen dan meer tijd hebben om alle stemmen te verzamelen. Wij plaatsen daar wel onze vraagtekens bij, in een tijd waarin alles steeds meer digitaal en efficiënter verloopt. Ironisch is dat er recent een externe dienstverlener de markt heeft betreden die het proces rond het uitbrengen van stemmen moet vergemakkelijken. Aangezien zij met de nodige opstartproblemen kampen, zijn ze vooralsnog genoodzaakt de deadlines te verlengen in plaats van in te korten, wat oorspronkelijk hun hoofddoel was.”

Een grote institutionele belegger als APG heeft te maken met verschillende deadlines voor AVA’s op verschillende markten. In de Verenigde Staten komt het bijvoorbeeld voor dat een stem slechts 24 uur voor de vergadering moet worden ingediend. Dat betekent dus dat de belegger tot een dag voor de AVA de tijd heeft om voldoende informatie op te halen, contact te hebben met het bedrijf waarin wordt geïnvesteerd en zo tot een weloverwogen stem te komen. Het komt echter ook voor dat een deadline al weken voor een AVA wordt geplaatst, weken die ten koste gaan van de voorbereidingstijd van de belegger.


Drempels

De vraag is of deze ontwikkeling van strakkere deadlines te maken heeft met recente beperkingen van de rechten van aandeelhouders. Naast het opwerpen van drempels voor institutionele aandeelhouders om fysiek aanwezig te zijn op een AVA, is er de zaak van ExxonMobil tegen Follow This en Arjuna Capital. Die wilden een resolutie over ambitieuzere verduurzamingsplannen in stemming brengen op de AVA van ExxonMobil. Het oliebedrijf was hier niet van gediend en sleepte de activistische aandeelhoudersclubs voor de rechter, waarna die hun resolutie introkken. “Het inkorten van de deadlines staat hier in principe los van”, stelt Fraser. “Het zijn immers de bewaarbedrijven die de deadlines stellen, niet de bedrijven zelf. Maar het draagt allesbehalve bij aan een constructief klimaat voor aandeelhouders. Aandeelhoudersresoluties, met name op het gebied van ESG, worden steeds complexer. Het kost dan ook meer tijd om die te bestuderen en je stem te bepalen. Dan helpt het niet dat de deadlines daarvoor korter worden.” 


Digitaal in plaats van fysiek

Een andere trend die Fraser betreurt, is dat sinds de coronacrisis bedrijven steeds vaker kiezen voor digitale AVA’s en de fysieke bijeenkomst schrappen. “Dat is tegen onze wens en die van Eumedion. Er is in principe niets mis met een digitale AVA, maar er moet wel de mogelijkheid zijn om als aandeelhouders ook fysiek bij elkaar te komen en je stem te kunnen laten horen. Dat is vaak lastiger wanneer er alleen een digitale AVA is. Dit raakt aan de door Eumedion geuite zorg over de beperkingen om als aandeelhouder fysiek aanwezig te kunnen zijn door tijdrovende en omslachtige procedures. Het is aan ons als institutionele belegger en aan Eumedion als belangenorganisatie om duidelijk te blijven maken dat er niet aan de rechten van aandeelhouders mag worden getornd.”