Francine van Dierendonck in NRC: ‘Óveral zijn vrouwen ondervertegenwoordigd.’

Gepubliceerd op: 8 november 2019

Vrouwen krijgen in de regel nog altijd niet dezelfde kansen als mannen met gelijke kwaliteiten, stelt Francine van Dierendonck in het NRC. In een interview met de krant spreekt ze over ‘de hardnekkige ondervertegenwoordiging van vrouwen in de top van het bedrijfsleven, wetenschap en politiek, die weer het gevolg zou zijn van het ontbreken van een gelijk speelveld’.

APG is anders, met twee vrouwen en een ‘diversity officer’ (een man) in de vijfkoppige raad van bestuur en twee vrouwen in de raad van commissarissen, en het aanpassen van de loonkloof afgelopen zomer. „Voor ons heeft dit prioriteit. Daarin zijn we een stuk verder dan de commerciële wereld.” 

Francine, lid van de raad van bestuur, verantwoordelijk voor bedrijfsonderdeel Deelnemers en Werkgevers Service en recent voorgedragen als commissaris bij ingenieursbedrijf Royal Haskoning vertelt in het NRC ook over haar carrièrestap, van Marktplaats, Miss Etam en Xenos naar APG, over diversiteit en over de seksistische en ‘niet gepaste’ opmerkingen waar ze binnen en buiten bestuurskamers nog steeds mee te maken krijgt. 

En pratende over het nut van een vrouwenquotum voor topfuncties, maakt ze korte metten met het tegenargument dat vrouwen die door een quotum komen bovendrijven gezien worden als excuustruus. “Wat een onzin. Dan mis je de essentie van waarom je zo’n maatregel tijdelijk - want het moet wel tijdelijk zijn, een jaar of 8 bijvoorbeeld, twee termijnen - zou doorvoeren. Namelijk om een gelijk speelveld te creëren en een patroon te doorbreken, door versneld kansen te creëren voor een groep die nu onvoldoende doorstroomt en ondervertegenwoordigd is in de top. Die excuustruus, daar moeten we echt vanaf.” 

 

Lees hier het hele interview met Francine van Dierendonck in het NRC. 
 

  • „Ik ben van het motto: richt je energie op wat je wél kunt veranderen, waarmee je impact kunt hebben. Iedere keer zeggen dat je iets niet zo leuk vond, valt daar niet onder.”