Het verbeteren van economische uitkomsten voor consumenten, bedrijven en de financiële sector, door het versnellen van digitale transformatie en het mogelijk maken van datagedreven verdienmodellen. Dat is het doel van de Financial Information Data Access (FiDA) verordening van de EU. Welke gevolgen heeft FiDA voor de Nederlandse pensioensector? Ruben Laros en Wilfried Mulder (beiden werkzaam bij APG’s Team Policy & Public Affairs) geven een toelichting.
In het kort:
- De Financial Information Data Access (FiDA) verordening van de EU heeft als doel om de economische uitkomsten te verbeteren voor consumenten, bedrijven en de financiële sector, door het versnellen van digitale transformatie en het mogelijk maken van datagedreven verdienmodellen.
- FiDA verplicht financiële partijen klantdata te delen met andere financiële partijen (datagebruikers) zodra de klant daartoe toestemming heeft gegeven.
- De rol van datagebruiker biedt belangrijke kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee op het gebied van kosten, aansprakelijkheid en benodigde expertise. Financiële partijen, waaronder pensioenfondsen en uitvoeringsorganisaties, moeten zich dus afvragen of ze ook een rol als datagebruiker voor zichzelf zien weggelegd.
Stel, je bent naar een financiële dienstverlener gestapt voor een integraal advies over je financiële situatie. In het verleden heb je een hypotheek bij bank X afgesloten, spaarrekeningen bij bank Y, beleggingen bij Z en verzekeringen bij A. Hoe handig is het dan als je die financiële dienstverlener rechtstreeks toegang kunt geven tot de data die al die partijen over jouw situatie hebben opgeslagen? Om daarvoor te zorgen, heeft de Europese Commissie op 28 juni 2023 een voorstel uitgebracht voor het invoeren van de ‘Financial Information Data Acces’ verordening. FiDA verplicht financiële partijen klantdata te delen met andere financiële partijen zodra de klant daartoe toestemming heeft gegeven. In het Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken stellen Mulder en Laros dat FiDA de potentie heeft ‘om de dynamiek tussen financiële partijen ingrijpend te veranderen’. In dit artikel beperken we ons tot de mogelijke gevolgen voor de Nederlandse pensioensector.
Welke data zouden pensioenfondsen moeten delen als gevolg van deze verordening?
Laros: “Door de EC is voorgesteld om het geven van toegang verplicht te stellen voor geprojecteerde uitkeringen, opgebouwde rechten en risico’s en garanties voor de deelnemer. Dat lijkt overeen te komen met data die ook in het Uniforme Pensioenoverzicht opgenomen zijn. In de gegevens die in onze nationale pensioenpraktijk aan deelnemers worden verstrekt, hoeven dus waarschijnlijk geen ingrijpende aanpassingen te worden gedaan.”
Gaat de FiDA-verordening in Nederland haar verwachtingen inlossen?
Mulder: “Om aan te sluiten op de Nederlandse situatie, moet er toch nog wel wat gebeuren. In het voorstel van de EC is niet helemaal duidelijk of de verordening geldt voor alle pensioenregelingen die door verzekeraars worden uitgevoerd. Die onduidelijkheid geldt ook voor de individuele pensioenproducten in de derde pijler, die voornamelijk door verzekeraars worden aangeboden. De FiDA-voorstellen sluiten mogelijk dus niet volledig aan op de Nederlandse tweede en derde pijler. Overigens valt de eerste pijler – in Nederland de AOW – sowieso niet onder FiDA, net zo min als de andere sociale zekerheidsregelingen.”
Dat zou wel moeten, als het aan jullie ligt?
Mulder: “Voor een volledig overzicht van de pensioensituatie van deelnemers lijkt dat inderdaad wenselijk. Gelukkig hebben we dit in Nederland al wel geregeld via het MPO (mijnpensioenoverzicht.nl, red.) waarin zowel de eerste als de tweede pijler zijn opgenomen. De afspraken die over deze data zijn gemaakt, zijn mogelijk ook te gebruiken voor de datadeling onder FiDA. Verder mogen sinds 1 juli 2024, toen het Besluit Gegevensverstrekking in het kader van keuzebegeleiding in werking trad, pensioenuitvoerders ook onderling deelnemersdata uit het MPO delen als de deelnemer daar toestemming voor heeft gegeven. Dat is een soort FiDA in het klein, enkel voor pensioendata. Ook het zogeheten Afsprakenstelsel Pensioenservices is gericht op het onderling delen van data van over deelnemers. Dit is een sectorinitiatief van de Pensioenfederatie, waarbij ook verschillende pensioenfondsen- en uitvoeringsorganisaties (waaronder APG) zijn betrokken. Verschil met het Besluit is dat daarbij de gegevensdeling via het MPO verloopt, terwijl binnen het Afsprakenstelsel een eigen methode wordt ontwikkeld.”
Welke gevolgen verwachten jullie van FiDA voor de Nederlandse pensioensector?
Laros: “FiDA maakt onderscheid tussen data holders en data users. Data holders – databeheerders – zijn financiële partijen die toegang moeten geven tot de financiële klantdata die zij beheren voor consumenten, als deze daar toestemming voor hebben gegeven. Dat zijn bijvoorbeeld banken, verzekeraars en mogelijk pensioenuitvoerders. Data users – datagebruikers – zijn partijen die deze data gebruiken. Dat zijn eveneens financiële partijen, maar ook niet-financiële partijen kunnen een vergunning krijgen om de mogelijkheden van FiDA te benutten.
Nu hebben financiële partijen vaak nog een unieke datapositie. Maar wanneer ze de data die ze voor een consument beheren ook beschikbaar moeten gaan stellen aan andere financiële partijen, komt die positie wellicht onder druk te staan. Dan ontstaat mogelijk concurrentie tussen partijen die optreden als datagebruiker, op het verkrijgen van toestemming van de consument, op kwaliteit, op prijs of op naamsbekendheid. De rol van datagebruiker biedt belangrijke kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee op het gebied van kosten, aansprakelijkheid en benodigde expertise. Financiële partijen moeten zich dus afvragen of ze ook een rol als datagebruiker voor zichzelf zien weggelegd. Die strategische vraag geldt voor pensioenuitvoerders en voor pensioenuitvoeringsorganisaties ook.”
Is het al zeker dat pensioenfondsen straks ook aan de FiDA-verordening moeten voldoen?
Mulder: “Dat is nog niet helemaal zeker. Pensioenfondsen vallen onder de Europese IORP II richtlijn – Institutions for Occupational Retirement Provision – en worden in het voorstel van de Europese Commissie expliciet genoemd. Maar het is niet duidelijk of dit onverkort wordt overgenomen in de definitieve tekst van de verordening. Mogelijk wordt het toepassingsbereik van FiDA voor IORP’s beperkt, maar hier wordt in Brussel nog over onderhandeld tussen de Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers. Overigens verwachten we dat het nog wel enkele jaren zal duren voordat FiDA in werking treedt.”
Het volledige artikel in het Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken is te lezen via LinkedIn. Ook stonden Laros en Mulder Pensioen Pro te woord over het onderwerp (betaalmuur).