Verantwoord beleggen
Sluiten

Navigeer snel in deze serie:

Sluiten

Deel deze serie:

Verantwoord beleggen

Verantwoord beleggen is voor APG en onze fondsen van groot belang. Maar waarom eigenlijk? En wat is dat precies: verantwoord beleggen? Wat is er aan de hand? En niet? Welke doelen hebben wij en onze fondsen voor ogen? Dat – en meer – lees je hier.

Thema
Duurzaamheid, Lange termijn beleggen
Collectie inhoud
197 Publicaties

Navigeer snel in deze serie:

“De ingrediënten voor succes zijn er”

Gepubliceerd op: 15 februari 2023

Specialist verantwoord beleggen Willem Hettinga over de impact van biodiversiteit

 

Wat zijn de grootste risico’s van biodiversiteitsverlies voor de financiële sector en wat zijn de kansen? Hoe hangen biodiversiteit en klimaat met elkaar samen? Welke standaarden zijn er om de impact van beleggingen en bedrijven op biodiversiteit te meten en in welke ontwikkelingsstadia bevinden deze zich? En welke rol speelt biodiversiteit in de beleggingen die we doen? In een interview in het online magazine van de Pensioenfederatie gaat Willem Hettinga (specialist verantwoord beleggen in het Global Responsible Investment and Governance Team van APG) uitgebreid op deze vragen in.

Volgende publicatie:
Wat oorlog beleggers kan leren over klimaatrisico’s

Wat oorlog beleggers kan leren over klimaatrisico’s

Gepubliceerd op: 30 januari 2023

Stel er komt oorlog, of er is een orkaan onderweg. Wat moet je dan als belegger? Weg uit risicovolle aandelen en vluchten in veilige staatsobligaties? Je vastgoedbeleggingen verkopen voordat de bommen op de flatgebouwen vallen, of de woeste winden de daken wegblazen? Op het antwoord kom ik straks.

 

Waarom begin ik over dit soort ellende? Dat heeft te maken met klimaatverandering. Daar moet je als belegger iets mee. Klimaatverandering – en het beleid om het te beperken – is een zeer bepalende factor in de economische omgeving. Klimaatrisico’s moeten dus een rol spelen in de belangrijkste beleggingsbeslissing die je neemt: hoe verdeel ik mijn portefeuille over verschillende categorieën als obligaties, aandelen, vastgoed en grondstoffen? Het probleem is alleen: klimaatverandering is nieuw. Dino’s hebben de huidige hoge concentratie van koolstofdioxide in de atmosfeer meegemaakt, de mensheid nog niet. Ook de snelle toename van broeikasgassen is uniek.

 

We hebben als belegger dus geen enkel houvast. Er bestaat geen historie met keurige verbanden tussen bijvoorbeeld temperatuurstijging en de rendementen van verschillende beleggingen. En probeer maar eens te modelleren hoe een opwarmende aarde de relaties tussen landen beïnvloedt, of migratiestromen en ziektes.

 

Wat we wél weten, is dat klimaatverandering gepaard gaat met risico’s. Die kunnen fysiek zijn, denk aan overstromingen, droogte en misoogsten. Vooral een ramp voor burgers, maar ook voor beleggingen. Daarnaast heb je transitierisico’s. Die term vangt verliezen die te maken hebben met bijvoorbeeld nieuwe technologie of een verandering van de regels. Denk aan een verbod op je product, waardoor je fabriek zijn waarde verliest.

 

Terug naar oorlogen en rampen. Die bieden aanknopingspunten, omdat bij klimaatverandering vergelijkbare risico’s optreden. Ook hier is namelijk sprake van fysieke vernietiging. En ook oorlogen en rampen veroorzaken transitierisico’s door een ommezwaai in regels of beleid. Zo raakte na Fukushima kernenergie in Japan en Duitsland uit de gratie, maar is het sinds de inval in Oekraïne weer bespreekbaar.

 

Natuurlijk beweert niemand dat oorlogen en natuurrampen de perfecte analogie vormen voor klimaatrisico’s. Maar waar modelleren geen optie is, kan dit toch iets zeggen over de impact op relatieve rendementen. Uiteraard zijn beleggers uiteindelijk geïnteresseerd in absoluut rendement. Maar voor de verdeling over je beleggingscategorieën wil je vooral weten welke categorieën het relatief goed doen onder bepaalde omstandigheden, zoals bij de risico’s die ontstaan door klimaatverandering en -beleid.

 

En waar kom je dan op uit? Dat hebben we bij APG uitgezocht*. Bij rampen blijken aandelen en vastgoed veel beter te renderen dan staatsobligaties. Ook tijdens oorlogen loonde het om juist beleggingen met een hoger risicoprofiel als aandelen, vastgoed en grondstoffen in de portefeuille te hebben. Het druist tegen de intuïtie in dat juist in risicovolle tijden risicovolle beleggingen het goed doen, waar staatsobligaties traditioneel worden gezien als een veilige vluchtheuvel.

 

Wat zit daarachter? Bij kleine schokken bieden obligaties zekerheid, maar als er echt grote problemen spelen, draaien uiteindelijk toch overheden op voor de risico’s. Het is dus nog maar de vraag of staatsobligaties nou echt een ideale schuilplaats zijn als het serieus slecht weer wordt.

 

Charles Kalshoven is macro-econoom bij APG

 

 

* Deze column geeft een korte inkijk in recent onderzoek van APG. De liefhebber kan het artikel lezen in het VBA-journaal

Volgende publicatie:
Een meetlat om de duurzaamheid van alle investeringen te meten

Een meetlat om de duurzaamheid van alle investeringen te meten

Gepubliceerd op: 25 januari 2023

Kun je een financieel product een kleur geven? Dat kan, want dat is precies wat gebeurt op basis van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Het voornaamste doel van deze EU-regelgeving is om ‘greenwashing’ door financiële instellingen tegen te gaan. Mirte Bronsdijk (Senior Responsible Investment & Governance Manager) legt uit wat de regelgeving voor APG betekent.  

Het woord disclosure (openbaarmaking) geeft al aan waarvoor deze regelgeving is bedoeld. Financiële marktpartijen dienen informatie openbaar te maken waaruit blijkt hoe duurzaam hun financiële producten zijn. “De SFDR schrijft voor dat alle financiële producten die we aanbieden, moeten worden geclassificeerd”, zegt Mirte. “Er zijn drie smaken: de grijze of artikel 6-producten, de lichtgroene of artikel 8-producten en de donkergroene of artikel 9-producten. Dat zijn de drie gradaties van duurzaamheid, van grijs (niet duurzaam) tot donkergroen (100 procent duurzaam). Er zijn natuurlijk best veel marktpartijen die spreken over hun ‘duurzame beleggingen’. Op basis van de SFDR is het niet meer toegestaan om over duurzame beleggingen te spreken als ze niet onder de strenge definitie van duurzame investeringen vallen. Anders maak je je mogelijk schuldig aan greenwashing.”


Wat betekent dit voor APG en zijn pensioenfondsklanten?
“Wij hebben de afgelopen tijd al onze financiële producten langs de SFDR-meetlat gelegd. Dan gaat het om de beleggingspools waarin onze klanten participeren en de beleggingsmandaten waarin ze individueel beleggen. Op 10 maart 2021 waren financiële marktdeelnemers, waaronder APG en onze klanten, voor het eerst verplicht om op basis van de SFDR informatie over de duurzaamheid van hun financiële producten op hun websites te plaatsen.”


De SFDR bestaat dus al een tijdje. Wat is dan precies nieuw vanaf 1 januari?
“De nadere uitwerking van de SFDR, de zogenaamde ‘level 2’-regelgeving, was op 10 maart 2021 nog niet definitief. Alles wat we op 10 maart 2021 op onze website hebben geplaatst, deden we dus op basis van ‘level 1’-regelgeving en de kennis van toen. Tussen toen en nu is er vanuit de Europese Commissie (EC) en ook door onze toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten (AFM), meer duidelijkheid gekomen en medio 2022 is ‘level 2’ vastgesteld. Die is met ingang van 1 januari 2023 van toepassing, en daaronder moeten we aan gedetailleerdere eisen voldoen dan onder ‘level 1’.”


Wat is er op 1 januari veranderd aan de SFDR-informatie op apg.nl?
“We hebben de afgelopen tijd gewerkt aan een aparte Asset Management-omgeving op onze website, waar de informatie over de SFDR een eigen plaats heeft gekregen. Uit de regelgeving volgt namelijk onder meer dat we de duurzaamheidsgegevens over onze financiële producten op een toegankelijke, leesbare en navigeerbare manier op onze website moeten presenteren.”


Naast het voorkomen van greenwashing moet de SFDR er ook toe leiden dat het vergelijken van duurzame financiële producten makkelijker wordt. APG heeft echter geen particuliere klanten. Voor wie is die informatie dan bedoeld?
“SFDR geldt zowel voor ons als onze pensioenfondsklanten. Voor APG is dit de eerste keer dat we per financieel product zoveel informatie op onze site plaatsen. Een van de voornaamste doelen van de SFDR is om greenwashing te voorkomen. Voorheen ging elke vermogensbeheerder anders om met het presenteren van producten als ‘duurzaam’, ‘groen’, ‘verantwoord’ enzovoorts. De SFDR definieert wat een duurzame belegging is. Het is aan marktdeelnemers om nadere invulling te geven aan elementen van deze definitie, waardoor je nog steeds verschillende interpretaties krijgt.  Ik weet daarom niet of het vergelijken van duurzame financiële producten vanaf 1 januari makkelijker is geworden.”

Je hebt niet zomaar de gegevens boven tafel over bijvoorbeeld de loonkloof bij een Chinees bedrijf

Hoe zijn de producten van APG geclassificeerd?
“APG heeft alle beleggingspools onder grijs of lichtgroen ingedeeld. Lichtgroen, waar de meerderheid van onze beleggingspools onder valt, wil zeggen dat een belegging milieu- en sociale kenmerken promoot. Donkergroene producten bevatten uitsluitend duurzame beleggingen zoals gedefinieerd door de SFDR, en lichtgroene producten kunnen duurzame beleggingen bevatten, maar dat hoeft niet. Wij hebben vooralsnog geen belegging als duurzaam geclassificeerd, voornamelijk omdat veel van de vereiste duurzaamheidsinformatie over de beleggingen nog ontbreekt.”  


APG presenteert zich als een verantwoorde belegger. Waarom heeft het dan überhaupt nog grijze producten?

“Om een financieel product als lichtgroen te kunnen classificeren moet het milieu- en sociale kenmerken promoten, én moet het voldoen aan minimumvereisten van goed ondernemingsbestuur (good governance). Als niet aan beide voorwaarden wordt voldaan, voldoet het niet aan de vereisten van een lichtgroen product en moet het product als grijs worden geclassificeerd. Een aantal van de beleggingspools van APG voldoet niet aan een of beide van deze voorwaarden. Bijvoorbeeld omdat ten tijde van de totstandkoming ervan de voorwaarden die nu door SFDR aan een lichtgroen product worden gesteld, niet met de managers van de investeringen zijn afgesproken. Daarom zijn deze producten als grijs geclassificeerd.”

 

Wordt de regelgeving ook gehandhaafd?
“De AFM heeft in november 2022 onderzoeken gepubliceerd naar de naleving van SFDR-vereisten door onder andere vermogensbeheerders en pensioenfondsen. Ik verwacht dat de AFM ook de naleving van de SFDR ‘level 2’-verplichtingen zal gaan beoordelen.”  


De SFDR is Europese regelgeving. Hoe zit het met beleggingen buiten de EU?
“De regels gelden voor onze gehele portefeuille. Volgens de SFDR moeten we bijvoorbeeld voor alle onderliggende investeringen van alle financiële producten data beschikbaar maken over 18 verplichte duurzaamheidsindicatoren. En die lopen uiteen van CO2-uitstoot tot het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen. Onze portefeuille is natuurlijk zo divers en groot, dat het een behoorlijke uitdaging is om alle benodigde gegevens over alle investeringen te verkrijgen. Want je hebt niet zomaar de gegevens boven tafel over bijvoorbeeld de gender pay gap bij een Chinees bedrijf.


Buiten Europa worden nu ook regels opgesteld. Zo is er in het Verenigd Koninkrijk al soortgelijke wetgeving in werking getreden en ook in de Verenigde Staten wordt gewerkt aan regels. Wij moeten nu in ieder geval proactief aan de bedrijven waarin we beleggen aangeven dat wij als Europese institutionele belegger verplicht zijn om informatie over duurzaamheid openbaar te maken. In die zin vormt de SFDR een stok achter de deur.”

Volgende publicatie:
“2024 biedt een uitgelezen kans om meer vrouwen in raden van bestuur in India te benoemen”

“2024 biedt een uitgelezen kans om meer vrouwen in raden van bestuur in India te benoemen”

Gepubliceerd op: 4 januari 2023

Als het tempo waarmee vrouwen in India worden benoemd in raden van bestuur van bedrijven net zo laag blijft als in de afgelopen drie jaar, duurt het nog tot 2058 voordat er 30% genderdiversiteit in besturen is bereikt. Dit was een van de bevindingen van het onderzoek "Corporate India: Women on boards". Wat zijn de redenen achter deze langzame groei en hoe kan het proces worden versneld? We vroegen het aan Debanik Basu, Senior Manager Global Responsible Investment & Governance Asia Pacific bij APG, die betrokken was bij de totstandkoming van het onderzoek.

 

"Corporate India: Women on boards" werd eind 2022 gepubliceerd door Institutional Investor Advisory Services (IiAS). Voor dit onderzoek heeft IiAS samengewerkt met APG, namens pensioenfonds ABP. Het onderzoek heeft aangetoond dat er vooruitgang is geboekt in India bij het benoemen van vrouwen in raden van bestuur van bedrijven, van 6% in 2014 tot 14% vijf jaar geleden. Eind maart 2022 bestonden de bestuursmandaten van de NIFTY-500-bedrijven (beursindex met de top 500 beursgenoteerde ondernemingen op de nationale beurs in India (NSE)) voor 17,6% uit vrouwen. In de afgelopen drie jaar is deze groei echter bijna volledig tot stilstand gekomen (1% in totaal). En dat is zorgwekkend, aldus Basu, omdat India op dat vlak nog steeds achterloopt op meer ontwikkelde en rijpere markten, en dat moet veranderen.

Waarom is het huidige tempo van nieuwe aanstellingen van vrouwen in raden van bestuur van bedrijven zo laag, vergeleken met de jaren 2014-2020?

Basu: “In 2013 heeft de regelgeving het verplicht gesteld om vanaf 1 april 2014 ten minste één vrouwelijke directeur te hebben. In het eerste jaar is het aantal vrouwen met een positie als bestuurslid onmiddellijk verdubbeld van 5-6% tot 11% en dat percentage is sindsdien gestaag toegenomen. Daarna kwam er een nieuwe impuls toen de toezichthouder op de kapitaalmarkten met de verplichting kwam om vanaf 1 april 2019 ten minste één onafhankelijke vrouwelijke directeur te benoemen. Dit versterkt de opvatting dat de toename in de vertegenwoordiging van vrouwen voornamelijk werd gedreven door de regelgeving en niet door een daadwerkelijke acceptatie van het feit dat diversiteit in besturen van een bedrijf waarde creëert en nieuwe perspectieven bevordert, wat op de lange termijn gunstig is voor het bedrijf. India is een markt waarin vrijwillige normen niet tot een daadwerkelijke verschuiving leiden.”

Waarom denk je dat er bij de besturen in India geen overkoepelende acceptatie bestaat dat diversiteit belangrijk is en omarmd moet worden?

“Ik denk dat dit voor een deel te maken heeft met de cultuur van het land. De maatschappij en, in het verlengde daarvan, de beroepsbevolking in India wordt voornamelijk gedomineerd door mannen. Het zijn gewoonlijk de mannen in de familie die gaan werken (op leidinggevend niveau), in plaats van de vrouwen. De tweede factor is dat veel beursgenoteerde maar ook niet-beursgenoteerde bedrijven in India worden geleid of bestuurd door families. Zij hebben een generationele kijk op de bedrijfsvoering. Een bedrijf wordt opgebouwd door een familie en daarna doorgegeven aan de kinderen, die het daarna weer doorgeven aan hun kinderen. In dergelijke gevallen zijn het doorgaans de zonen die in het bedrijf komen en de belangrijke posities overnemen, zoals de functie van CEO of bestuursvoorzitter. De dochters zijn niet echt betrokken bij de bedrijfsvoering, zelfs niet als ze over de juiste kwalificaties beschikken. Als het dus gaat om zaken als leiderschap en opvolging, prevaleren deze maatschappelijke structuren boven een objectieve beoordeling van individuele eigenschappen en vaardigheden.

En tot slot bestaat er een algemene tegenzin om patronen of een bepaalde manier van werken te veranderen. De bestuurskamers in India zijn van oudsher een club van "ouwe-jongens-krentenbrood", waarin de noodzaak tot het verhogen van diversiteit op dit moment vaak in twijfel wordt getrokken omdat ze het jarenlang tamelijk goed hebben gedaan met de huidige mix van directeuren. Er bestaat weinig vertrouwen in zowel de intuïtieve opvatting dat meer diversiteit leidt tot een evenwichtiger perspectief als in de empirische onderzoeken die herhaaldelijk wijzen op een sterke samenhang tussen diversiteit in het bestuur en de bedrijfsprestaties. In tegenstelling tot wat de bedrijven suggereren, is de beschikbaarheid van opgeleide en gekwalificeerde vrouwen niet het probleem. Het is de wens om de status quo te handhaven die de grootste belemmering vormt.”

Kan een toename van de diversiteitsquota een oplossing zijn voor dit probleem?

“Volgens ons is de regelgever terughoudend als het gaat om de invoering van dergelijke quota omdat de regelgeving in India op dit vlak al verder gaat dan wat mondiale regelgevers in andere rechtsgebieden hebben gedaan. Er bestaat veel bedrijfsmatige onwil tegen een verdere verhoging van de diversiteitsquota en de regelgever wil er niet van beschuldigd worden het doel voorbij te schieten. Daarom is dit onderzoek ook zo belangrijk. We kunnen deze resultaten gebruiken om in gesprek te gaan met de Indiase regelgevers en betogen dat bedrijven wellicht wat meer in de juiste richting geduwd moeten worden. Misschien niet door een verdere verhoging van de diversiteitsquota, maar op andere manieren.”

Kun je een voorbeeld geven van zo'n alternatief?

“Je kunt een aparte categorie van beursgenoteerde bedrijven creëren met ondernemingen die verder gaan dan de minimale vereisten, bijvoorbeeld met 20% of 30% vrouwen in het bestuur. Deze ondernemingen worden vervolgens aangemerkt als kwalitatief hoogwaardige bedrijven, waardoor een extra kapitaalstroom naar deze bedrijven gerealiseerd kan worden. Je maakt dus een aparte, premiumlijst aan die werkt als een stimulans voor bedrijven om meer vrouwen in de besturen te benoemen. Uiteraard moeten er meer bestuursgerelateerde criteria zijn voor deze categorie, maar de diversiteitsdrempel zou een van deze criteria kunnen zijn.”

Uit het onderzoek komt naar voren dat de aanstaande "Board Refresh" in 2024 een uitgelezen kans is voor Indiase bedrijven om de balans in genderdiversiteit beter in evenwicht te brengen. Waarom is dat?

“In 2013/2014 werd een uniek onderdeel van de regelgeving aangenomen, waarin staat dat onafhankelijke directeuren een maximale ambtstermijn van tien jaar kunnen vervullen, waarna ze moeten aftreden. Maar hierin staat ook dat deze ambtstermijn in 2014 ingaat. In 2024 zijn er dus veel directeuren van wie deze ambtstermijn verstrijkt en die vervangen moeten worden door een groep nieuwe directeuren. Wanneer we bedrijven vragen om de diversiteit in hun besturen te verhogen, krijgen we vaak als reactie: "wacht even tot de directeur aftreedt, want we kunnen iemand niet vragen om op te stappen en plaats te maken voor een vrouw, en we kunnen ons bestuur ook niet uitbreiden, want dat bestaat al uit te veel mensen". Daarom is het belangrijk dat deze groep met nieuwe onafhankelijke directeuren in 2024 wordt vertegenwoordigd door vrouwen. Als dat namelijk niet het geval is, is de kans groot dat we, als we kijken naar het huidige tempo van verandering, nog lang moeten wachten voordat we een substantiële verbetering zien.”

Hoe stimuleert APG diversiteit in ondernemingsbesturen?

Om diversiteit in niet-uitvoerende besturen en raden van commissarissen te stimuleren, maakt APG namens zijn opdrachtgevers (pensioenfondsen) gebruik van het stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. Daarbij worden de volgende eisen gehanteerd:

  • In Australië, Canada, het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Verenigde Staten (VS):
    • ten minste 1 vrouwelijke én
    • 1 etnisch diverse bestuurder én
    • ten minste 30% genderdiversiteit
  • In andere markten (exclusief Australië/Canada/VK/VS) gelden de volgende criteria:
    • ten minste 2 vrouwelijke niet-uitvoerende bestuurders/rvc-leden, óf
    • ten minste 30% genderdiversiteit
  • In Azië-Pacific en Latijns-Amerika gelden de volgende criteria:
    • ten minste 2 vrouwen, óf
    • ten minste 20% genderdiversiteit

Wanneer bedrijven niet aan deze criteria voldoen, stemt APG tegen de herbenoeming van de voorzitter van de nominatiecommissie.

Volgende publicatie:
“We zijn hier niet om te gokken”

“We zijn hier niet om te gokken”

Gepubliceerd op: 28 december 2022

547 miljard euro. Dat is het totaal belegd vermogen van APG wereldwijd  (stand eind november 2022).  Doel: een goed en duurzaam rendement voor de deelnemers van de fondsen. De portefeuille is vanzelfsprekend breed. Van investeringen in windmolenparken in Zeeland (NL) tot aandelen in internationale hotelketens. En van veilige obligaties tot de wat meer fluctuerende handel in goud of soja. Wie zijn de mensen achter die beleggingen? Wat drijft ze? Welke keuzes maken ze? En waarom?

 

In deze aflevering: Michael Neft, hoofd van Focus Equities.

 

Michael Neft is begin oktober 2022 begonnen als hoofd Focus Equities en maakte daarvoor al deel uit van het team. De Focus Equities-portefeuille bestaat momenteel uit 35-40 bedrijven en het is de bedoeling dit aantal uit te breiden tot 40-50. De beleggingsstrategie richt zich op het verwerven van grote belangen in een beperkt aantal middelgrote beursgenoteerde bedrijven voor een periode van minstens tien jaar. Het doel is één van de belangrijkste actieve aandeelhouders in het bedrijf te zijn, want daardoor krijgen we een plaats aan de bestuurstafel van het bedrijf. Het idee is de bedrijven van ‘goed’ te laten verbeteren tot ‘uitstekend’. Om dit te bereiken, worden reguliere en diepgaande gesprekken gevoerd met het bedrijfsmanagement over mogelijkheden tot verbetering, onder andere op het gebied van duurzaamheid en prestaties.

 

De beleggingshorizon van de Focus Equities-strategie is vrij lang. In hoeverre hebben de huidige ontwikkelingen, zoals de forse inflatie, invloed op de portefeuille?

“Behalve een herschikking van de portefeuille om de strategische allocatie te handhaven, hebben de stijgende rentetarieven als gevolg gehad dat kwaliteitsaandelen momenteel uit de gratie zijn. Dat is absoluut een tegenvaller voor de portefeuille, maar het verandert niets aan onze strategie.

 

We beleggen bij voorkeur in bedrijven met prijszettingsvermogen. Dus we hebben er alle vertrouwen in dat al onze bedrijven de inflatie in hun prijzen kunnen terugwinnen, anders zouden we niet in deze ondernemingen hebben belegd. En als zij een strategische beslissing nemen om de prijzen laag te houden om marktaandeel te winnen, moeten we achter dat besluit staan. Het hangt af van de marktomstandigheden.”

 

En wat is de meer directe impact van de energiecrisis op de Focus Equities-portefeuille?

“We hebben veel tijd doorgebracht bij bedrijven om inzicht te krijgen in hoe zeker hun energievoorziening is. Maar uiteindelijk beschouwen we dit als een zorg voor de kortere termijn. Als een bedrijf door de energiecrisis zou worden getroffen, kan dat zelfs een koopsignaal voor ons betekenen. Tenminste, als we denken dat er geen structurele verandering is in het vermogen van zo’n bedrijf om de energie te krijgen die nodig is voor de bedrijfsvoering. We maken ons zorgen over structurele veranderingen, niet over cyclische.“

 

Hoe vind en gebruik je de beleggingskansen die anderen niet zien?

“Allereerst hebben we door onze langetermijnbeleggingshorizon een voorsprong op beleggers die worden gedreven door resultaten op korte termijn. Wij maken ons niet druk over cijfers van kwartaal tot kwartaal en zelfs niet van jaar tot jaar. Voor ons is het van belang dat het bedrijf waarin we beleggen op de lange termijn zal blijven bestaan. Om die bedrijven te selecteren, doen we gedegen onderzoek dat wel negen maanden tot twee jaar kan duren. Tijdens de pandemie was dat lastiger, omdat we altijd persoonlijke gesprekken willen voeren met het bedrijfsmanagement. In onze analyse richten we ons echt op de kwalitatieve kant van het geheel. We praten met het management en de raad van bestuur, met industriedeskundigen en we huren externe adviseurs in om diepgaander onderzoek te doen naar boekhoudkundige en juridische kwesties. We wonen ook branchebijeenkomsten bij. En we blíjven dit doen, ook nadat we in een bedrijf hebben belegd.”

Waaraan moet je voldoen om te werken in het Focus Equities-team?

“Je moeten begrijpen wat kwaliteit inhoudt. We zien een heleboel kandidaten die op een kwantitatieve manier naar bedrijven kijken. Maar het gaat niet alleen om marges en dat vereist intellectuele nieuwsgierigheid en een kritische, soms enigszins cynische houding. Als je niet oprecht geïnteresseerd bent in een bedrijf of een bepaalde sector, kun je niet de juiste vragen stellen. Om in het team te kunnen werken, moet je bereid zijn de nodige tijd te besteden aan het analyseren van een bedrijf. Soms moet je ook je zenuwen kunnen bedwingen. Want de markten bewegen snel. Je moet weten dat een aandeel door bepaalde omstandigheden getroffen gaat worden en de verleiding kunnen weerstaan om op korte termijn actie te ondernemen.

 

Daarnaast moet je het leuk vinden om in een teamstructuur te werken. Voor elk aandeel werk je samen met ten minste één of zelfs twee andere mensen. Veel mensen in de financiële wereld zijn erg onafhankelijk. Ze willen gewoon hun ding doen en transacties uitvoeren op basis van de research die ze hebben verricht en een beslissing nemen waar ze zich goed bij voelen. Maar dat is niet de manier waarop wij werken. Elke beslissing die hier wordt genomen, doorloopt een proces waarbij het hele team betrokken is. Jouw idee kan worden weggestemd terwijl jij het een geweldig idee vindt. Over elk bedrijf dat wordt aangedragen, moet je vragen stellen, je moet je er goed bij voelen, je moet stemmen om het bedrijf toe te laten in de portefeuille. Op die manier is iedereen betrokken bij elk aandeel in de portefeuille.

 

Daarom word je ook niet beoordeeld op de bedrijven die je hebt aangedragen of waarvoor je in eerste instantie verantwoordelijk bent. Iedereen wordt beoordeeld op de algehele prestaties van de portefeuille. Je hebt mensen nodig die zich daar prettig bij voelen om echt in het team te kunnen functioneren.”

 

In hoeveel van de bedrijven die je onderzoekt, ga je ook daadwerkelijk beleggen?

“Ons werk houdt voornamelijk het afstrepen van bedrijfsnamen in. Elk bedrijf wordt altijd door minstens drie personen bekeken. Als zij denken dat het een goede kandidaat is om in te beleggen, wordt het aan het team gepresenteerd. Maar het idee kan overal in het proces worden verworpen, ook vanwege reputatierisico. Dat betekent niet dat we nooit in het bedrijf zullen beleggen. Soms kijken we opnieuw naar een naam die we in eerste instantie hebben afgewezen en beslissen we om hierin te beleggen omdat de omstandigheden zijn gewijzigd. Maar we moeten wel altijd precies begrijpen wat het bedrijf doet. We zullen nooit een ‘zwarte doos’ kopen. Met een portefeuille zoals deze, zou het risico gewoon te groot zijn. Natuurlijk willen we de benchmark verslaan, maar tegelijkertijd maken we ons ook druk over kapitaalbehoud. We zijn hier niet om te gokken.”

 

Hoe ben je in beleggingsbeheer terechtgekomen?

“Na mijn studie aan het Connecticut College ben ik rechten gaan studeren bij NYU, waar ik me specialiseerde in familierecht. Toen ik was afgestudeerd, kon ik geen baan vinden die ik echt leuk vond. Uiteindelijk heb ik een tijdelijke baan in de sportjournalistiek aangenomen, bij The Associated Press. Ik werkte op de afdeling nieuwe media, eigenlijk sport voor internetsites. Ik ben daar acht jaar gebleven, waarvan vier jaar als hoofd van de afdeling. 

 

Voor het leeuwendeel van mijn leven ben ik altijd het meest geïnteresseerd geweest in sport en in aandelen. Maar ik had eigenlijk nooit echt overwogen om erin te gaan werken. Voor mij waren het hobby’s en geen fulltime banen, totdat ik bij The Associated Press ging werken. Dat was fantastisch werk maar omdat ik geen journalist ben, zijn mijn doorgroeimogelijkheden in een nieuwsorganisatie beperkt. En de kans dat je, bijvoorbeeld, voor een sportteam kunt gaan werken, is erg klein. Daarom besloot ik mijn andere voornaamste interesse na te jagen, de aandelenmarkt, en heb ik mijn MBA gehaald bij de Wharton business school aan de University of Pennsylvania. Na een zomerstage te hebben gedaan bij Wellington Management in Boston en drie jaar fulltime voor Wellington te hebben gewerkt, realiseerde ik me: dit is waar ik echt wil zijn.”

Volgende publicatie:
Goed nieuws uit Brussel

Goed nieuws uit Brussel

Gepubliceerd op: 16 december 2022

Deze maand werd bekend dat Hongarije afziet van zijn vetorecht binnen de EU, waarmee het onder andere 18 miljard euro aan leningen aan Oekraïne dreigde te blokkeren. In dezelfde periode was al naar buiten gekomen dat vier parlementariërs uit de sociaaldemocratische fractie van het Europees Parlement zijn gezet wegens verdenkingen van corruptie. Als Europa nu iets laat zien, dan is het dat je anno 2022 niet meer weg komt met ouderwetse en corrupte vriendjespolitiek, betoogt Johan Barnard, hoofd International Public Affairs bij APG.


In september 2022 stelde de Europese Commissie voor om 7,5 miljard euro aan EU-subsidies voor Hongarije te bevriezen. De reden: zorgen bij de Commissie over corruptie en aanbestedingen door de Hongaarse overheid. Om te vermijden dat het uitstaande bedrag automatisch met 70 procent verlaagd zou worden, was het voor Hongarije belangrijk dat zijn ‘recovery plan’ vóór het jaareinde een goedkeuringsstempel uit Brussel kreeg. Daarnaast liep Hongarije het risico om 5,8 miljard euro uit het coronaherstelfonds van de EU mis te lopen. Om geld uit dit fonds te kunnen claimen, moeten lidstaten in een herstelplan laten zien waaraan ze dit gaan besteden. Maar in het geval van Hongarije zijn hier ook voorwaarden op het vlak van rechtsstaatsversterking aan verbonden. De deadline die Hongarije voor de goedkeuring van zijn plan van de andere lidstaten in de Raad van Ministers kreeg, was 19 december. Na die datum konden grote, voor Hongarije bestemde bedragen, namelijk niet meer bevroren worden.

 

Twee gijzelaars
Dat over het conflict tussen Hongarije en de rest van de EU een beslissing genomen moest worden, was dus al een paar maanden duidelijk. De andere EU-landen hebben die beslissing echter lang voor zich uitgeschoven en met de deadline in zicht nam de druk toe. Onder deze druk maakte de Hongaarse regering in mijn ogen een vergissing. Op de Ecofin, de vergadering van de Europese ministers van Financiën, blokkeerde Hongarije via zijn vetorecht twee besluiten waar unanimiteit voor nodig is: een besluit over 18 miljard euro aan leningen aan Oekraïne en een besluit over de implementatie van een wereldwijde afspraak over een minimumtarief voor de vennootschapsbelasting. Met deze twee ‘gijzelaars’ hoopte Hongarije op het niveau van de regeringsleiders een betere deal af te kunnen dwingen, ten opzichte van het EC-voorstel om 7,5 miljard euro te bevriezen.


Niet chanteren

De andere 26 lidstaten – inclusief Polen dat de laatste jaren met enige regelmaat sancties tegen Hongarije heeft geblokkeerd – lieten zich echter niet chanteren. Op vrijdag 9 december werd een juridische oplossing gevonden om met 26 lidstaten toch door te kunnen gaan met steun voor Oekraïne. Normaliter wordt voor dergelijke leningen een garantie afgegeven vanuit de EU-begroting. Daarvoor is echter een unanieme beslissing van de lidstaten voor nodig. Om dit te omzeilen, kozen de andere 26 lidstaten ervoor om zo’n garantie af te geven vanuit hun individuele lidstaatbegrotingen. In dat geval is alleen een meerderheid nodig die vóór is en uiteraard de instemming van elke lidstaat die een garantie stelt. Daardoor kon Hongarije alleen zijn eigen, zeer beperkte deel van de totale steun aan Oekraïne blokkeren. De overgrote bulk van de steun is afkomstig van de andere 26 lidstaten. Zo was de belangrijkste ‘gijzelaar’ van Hongaars premier Orbán dus bevrijd. De kwestie van het minimumtarief kan op een vergelijkbare manier worden opgelost. Om procedurele redenen kost dat wel meer tijd, maar het is wel degelijk mogelijk.


Op maandag 12 december stond Hongarije dus eigenlijk met lege handen. Bovendien had het met de poging tot blokkade van de financiële steun aan Oekraïne, nu ook nog grote broer Polen geïrriteerd. Polen is immers voorstander van een harde koers tegenover Rusland. Orbán kon moeilijk anders dan zijn blokkadepogingen staken. De ministers van de andere lidstaten besloten vervolgens om Orban een kleine uitweg te bieden, door net een beetje minder begrotingsgeld te blokkeren (6,3 miljard euro) dan oorspronkelijk voorgesteld. Ook keurden ze het Hongaarse ‘recovery plan’ goed, zodat daarvan geen bedragen vervallen. Voorwaarde is wel dat Hongarije een lange reeks aan eisen implementeert, die gericht zijn op verbetering van de rechtsstaat. Zo blijft de druk op Hongarije feitelijk bijna helemaal overeind, maar krijgt het wel een klein deel van het geld om het gezicht te redden. Nu de openbare financiën in Hongarije er slecht voor staan, heeft Orbán dat geld hard nodig en zal hij dus tempo moeten maken met die verbetering van de Hongaarse rechtsstaat.


Corruptieonderzoek

Al met al best een ingewikkeld verhaal, dat in de Europese pers tot veel verschillende conclusies heeft geleid over wie er nu ‘gewonnen’ heeft. Maar ik houd het op de Europese Commissie, het Europees Parlement en de 26 lidstaten. En bovenal heeft Europa als geheel gewonnen, want om een sterke Europese Unie te houden moet er in alle lidstaten sprake zijn van eerlijke concurrentieverhoudingen en een goed investeringsklimaat. Zonder rechtsstaat gaat dat niet.


Tegelijk met de Hongaarse kwestie wordt de aandacht in Brussel opgeëist door het spectaculaire Belgische corruptieonderzoek in het Europees Parlement. Het ziet ernaar uit dat de Griekse sociaaldemocratische vicevoorzitter (één van de veertien) van het Europees Parlement, Eva Kaili, zich heeft laten omkopen door Qatar. Dat hierover een grote rel is ontstaan, is natuurlijk terecht. Het is schandalig; laat daarover geen misverstand bestaan. Tegelijkertijd moeten we het in perspectief plaatsen. Kaili’s val is snel en diep en voorlopig lijkt het eerder een spectaculair incident dan een echt patroon. Bovendien hebben de Belgische opsporingsautoriteiten en de leiding van het Europees Parlement snel en effectief samengewerkt om de onderste steen boven te krijgen.


Het antwoord van de EU op de blokkadepogingen van Orbán en de samenwerking tussen de Belgische justitie en het Parlement laten zien: anno 2022 kom je in Europa niet meer weg met ouderwetse en corrupte vriendjespolitiek. Wat mij betreft is dat goed nieuws om de kerst mee in te gaan, in de hoop dat er belangrijke verbeteringen aankomen.

Volgende publicatie:
“Crises op financiële markten vormen je als belegger”

“Crises op financiële markten vormen je als belegger”

Gepubliceerd op: 14 december 2022

524 Miljard euro. Dat is het totaal belegd vermogen van APG wereldwijd (stand oktober 2022). Doel: een goed en duurzaam rendement voor de deelnemers van de fondsen. De portefeuille is vanzelfsprekend breed. Van investeringen in windmolenparken in Zeeland tot aandelen in internationale hotelketens. En van veilige obligaties tot de wat meer fluctuerende handel in goud of soja. Wie zijn de mensen achter die beleggingen? Wat drijft ze? Welke keuzes maken ze? En waarom?


In deze aflevering: Vincent Fokke, Hoofd Beursgenoteerd Vastgoed Europa.


Er zijn maar weinig sectoren waaraan de energiecrisis en de torenhoge inflatie voorbijgaan. Ook de Nederlandse vastgoedsector onttrekt zich er niet aan. Door de hoogopgelopen rente stokt de markt in onroerend goed. Het aantal transacties daalt doordat er een aanzienlijk gat is ontstaan tussen gevraagde verkoop- en geboden aankoopprijs en volgens Fokke treedt dit verschijnsel wereldwijd op.   


Kun je uitleggen hoe de huidige situatie op de vastgoedmarkt is ontstaan?


“Tot voor kort hebben we in een langjarige cyclus gezeten waarin rentes gedurende de afgelopen twintig jaar voornamelijk daalden en er praktisch geen inflatie was – in sommige delen van de wereld zelfs deflatie. Inmiddels is de inflatie hard gestegen en proberen centrale banken via flinke renteverhogingen ervoor te zorgen dat die geldontwaarding niet verder toeneemt. Als kapitaal duurder wordt, gaat dat ten koste van het rendement en daalt het vastgoed in waarde. En dat houdt de gemoederen momenteel flink bezig.”     


Hoe ga je als belegger om met de onzekerheid van een crisissituatie zoals deze?


“Ik ben in 2007 gestart in de vastgoedbeleggingssector, als junior analist. Vlak voor het uitbreken van de wereldwijde kredietcrisis dus, waardoor ik de top van de beurshausse nog net heb meegemaakt. De financiële sector heeft zich echt door die crisis heen moeten worstelen. Ik heb daar veel van geleerd en sindsdien is er eigenlijk nooit meer een rustig moment geweest. Eind 2009 kwam de Europese staatsschuldencrisis, in 2016 diende Brexit zich aan en recent zijn kapitaalmarkten opgeschud tijdens de coronapandemie. Terugkijkend is de timing van mijn entree in de sector waardevol gebleken. De inzichten die je opdoet tijdens die eerdere pieken en dalen op financiële markten, helpen je bij het doorgronden van de huidige situatie. De dynamiek die je hebt meegemaakt, vormt je als belegger.”


Kun je een voorbeeld geven van wat je tijdens die crises hebt geleerd?


“Het is belangrijk dat we ons met name bij hevige marktontwikkelingen afvragen: hebben we dit eerder gezien? Zijn er parallellen met ontwikkelingen die kapitaalmarkten in het verleden hebben beziggehouden? In de beurshausse vlak voordat de kredietcrisis begon, zag je bijvoorbeeld steeds vaker irrationeel beleggingsgedrag, waarbij je jezelf echt afvroeg: hoe is het mogelijk dat marktparticipanten nog bereid zijn om torenhoge prijzen voor bepaalde assets te betalen?”


En die geschiedenis heeft zich herhaald?


“Ja, in de afgelopen twee jaar hebben we hetzelfde gezien, waarbij door sommige ondernemingen steeds meer leverage werd gebruikt – een steeds grotere mate van externe financiering dus, om daarmee het rendement op te stuwen. Dat gaat goed zolang de rente laag blijft, maar nu de rentes hard oplopen, wordt financiering via vreemd vermogen een stuk duurder. Daardoor staan de winsten van dit soort bedrijven flink onder druk en komen ze in de problemen. Als belegger hechten we er dus aan dat de bedrijven waarin we investeren, een houdbare balansstructuur hebben. Aandacht daarvoor maakt een belangrijk deel uit van ons beleggingsproces.


Een ander voorbeeld is dat bijna iedere crisis op een gegeven moment een credit crunch kent, waarbij liquiditeit (de mate waarin een onderneming kan voldoen aan zijn betalingsverplichtingen op korte termijn, red.) een groot issue wordt – zoals tijdens de kredietcrisis. Momenteel zien we in een aantal gevallen dat ondernemingen geen toegang meer hebben tot de obligatiemarkt, waardoor ze gedwongen worden om vastgoedobjecten te verkopen om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen. Wanneer dit grotere vormen aanneemt, kan dit tot een behoorlijk sterke marktcorrectie leiden. Zo’n ontwikkeling op de kapitaalmarkt is voor ons dus een signaal om voorzichtig te zijn – bijvoorbeeld als het gaat om nieuwe beleggingen, of de hoeveelheid leverage die we bij een acquisitie hanteren.”


Wat zijn belangrijke trends waarop jij en je team met vastgoedbeleggingen inspelen?


“Megatrends zijn een belangrijke drijfveer in alle beleggingen die we doen. Je moet dan bijvoorbeeld denken aan verdergaande urbanisatie. We zoeken daarom exposure naar vastgoedobjecten in grote steden waarvan we geloven dat de waarde op termijn stijgt door verdere verstedelijking, zoals woningportefeuilles of distributiecentra voor the last mile (het laatste stukje transport in het proces van aflevering van goederen aan de klant, red.). We spelen ook in op demografische en sociale trends, zoals de stijgende levensverwachting, de ontwikkeling van kleinere huishoudens en de vergrijzing. Je kunt denken aan vastgoed waardoor ouderen dankzij extra servicevoorzieningen langer zelfstandig kunnen wonen.


Een andere belangrijke megatrend waarop we inspelen, is klimaatverandering en grondstoffenschaarste. We gebruiken onze invloed om marktbrede duurzaamheidsstandaarden voor vastgoed te ontwikkelen –zoals GRESB – en stellen hoge duurzaamheidseisen aan onze eigen vastgoedbeleggingen. Niet alleen om een duurzame bijdrage te leveren, maar ook omdat we ervan overtuigd zijn dat duurzaam vastgoed beter in staat is om te – blijven – voldoen aan de verwachtingen van gebruikers.”

Hoe ben je in de wereld van vastgoedbeleggingen terechtgekomen?


“Ik heb altijd mijn interesses gevolgd, vanuit de overtuiging dat je op die manier vanzelf terechtkomt op de goede plek. Tijdens mijn doctoraalstudie economie merkte ik dat ik steeds meer affiniteit kreeg met financiering en beleggingen. Toen ik in aanraking kwam met het vak vastgoedbelegging, was dat als een puzzelstukje dat op zijn plaats viel. Ik hou heel erg van het proces om tot ondernemingswaardering te komen. Dat het om vastgoed gaat, maakt het tastbaar voor me. Bij onroerend goed kun je een gevoel krijgen, je kunt erin rondlopen. Vervolgens heb ik mijn master gedaan in Real Estate Science, wat zich specifiek richt op vastgoedbeleggingen. Daardoor was de overgang naar mijn eerste baan ook niet heel groot. Ik had al een vrij specifiek beeld van wat ik wilde.”


Je bent inmiddels Hoofd Beursgenoteerd Vastgoed Europa. Welke uitdagingen brengt dat met zich mee?


“In mijn huidige rol kan ik macro-economische vooruitzichten, rentebeleid van centrale banken en allerlei andere kapitaalmarktgedreven aspecten combineren met mijn kennis over specifieke vastgoedmarkten. Nog los van de huidige marktturbulentie is dat een interessante uitdaging op zichzelf. In dit werk komen de fysieke markten van vastgoed samen met kapitaalmarkten. Op die plek voel ik me als een vis in het water.


In de afgelopen vijftien jaar heb ik APG’s vastgoedbeleggingsproces enorm zien evolueren. Het huidige proces is zeer datagedreven en sterk gebaseerd op fundamentele analyse (fundamentele analyse is een techniek om de werkelijke onderliggende waarde van een aandeel te berekenen op basis van publiekelijk beschikbare cijfers, red.). Bovendien heeft het team dat hiervoor verantwoordelijk is, zich steeds verder weten te onderscheiden.”   


Waarin is APG’s vastgoedteam in jouw optiek onderscheidend?


“We hebben een wereldwijd team van 60 professionals met diepgewortelde expertise, die lokaal beleggen in vastgoed vanuit onze kantoren in Amsterdam, Hong Kong en New York. Wij geloven dat vastgoedmarkten heel erg lokaal gedreven worden. Het hebben van de juiste plaatselijke contacten en netwerken is daarom essentieel. Voor het optimaliseren van de wereldwijde beleggingsportefeuille combineren we deze lokale kennis met top-down inzichten. 


We beleggen zowel in beursgenoteerd als in niet-beursgenoteerd vastgoed en zowel in aandelen als in leningen. De beursgenoteerde beleggingen vereisen andere netwerken en competenties dan het private vastgoed. Wat ons team met name onderscheidt, is dat we beide soorten professionals in huis hebben en dat zij intensief samenwerken. Daardoor kunnen we die complementaire competenties en netwerken met elkaar combineren. Bovendien biedt ons dit een breder scala aan mogelijkheden om een beleggingsportefeuille samen te stellen en kunnen we arbitreren (inspelen op waarderingsverschillen, red.) tussen beursgenoteerde en private vastgoedmarkten. Als marktparticipanten bijvoorbeeld naarstig op zoek zijn naar liquiditeit en daarom snel vastgoed van de hand willen doen, kan dat leiden tot waarderingsverschillen van beursgenoteerd vastgoed ten opzichte van privaat vastgoed. Van dit soort momenten maken wij actief gebruik.


Last but not least
: In APG’s beleggingsproces speelt de score van een onderneming op duurzaamheid, sociale aspecten en ondernemingsbestuur, een enorm belangrijke rol. We vinden het belangrijk om ons op te stellen als actief aandeelhouder en zetten onze invloed in om positieve impact te creëren.”

 

Feiten & Cijfers

 

In welk type vastgoed belegt APG?
APG belegt in een sterk gediversifieerde wereldwijde portefeuille met beleggingen in onder meer: woningen, logistiek, kantoren, winkelvastgoed, outlets, hotels, zorgvastgoed, self-storage en studenten huisvesting. De beleggingsportefeuille is voor het overgrote deel belegd in eigen vermogen maar heeft ook posities in vreemdvermogenbeleggingen.

 

Voor hoeveel?

De wereldwijde vastgoedportefeuille heeft een omvang van 53 miljard euro (circa 9.7% van het totale belegde pensioenvermogen).

 

Wat levert dat op aan rendement?

2017 +3.4%

2018 +3.3%

2019 +18.4%

2020 -10.2%

2021 +23.0%

Volgende publicatie:
Kapitaalinjectie ANET voor VIKTOR; software helpt bouwsector doelmatiger en duurzamer te werken

Kapitaalinjectie ANET voor VIKTOR; software helpt bouwsector doelmatiger en duurzamer te werken

Gepubliceerd op: 12 december 2022

De bouw en de bebouwde omgeving zijn samen goed voor ruim een derde van het wereldwijde energiegebruik en CO2-uitstoot. Daarom investeert ANET - het fonds waarmee APG, namens pensioenfonds ABP, de energietransitie in Nederland wil stimuleren – in VIKTOR. Dankzij dit softwareplatform kunnen ingenieurs op eenvoudige wijze een softwareapplicatie op maat ontwerpen om hun projecten efficiënter en duurzamer te maken.

Met softwareplatform VIKTOR zijn ingenieurs in staat maatwerk applicaties te maken die helpen het materiaalgebruik en de uitstoot van CO2 op de bouwplaats te verminderen. Het ontwerpen van een applicatie is eenvoudig, waardoor ingenieurs maar beperkt ICT-kennis nodig hebben om ermee te kunnen werken. Bedrijven die VIKTOR nu al gebruiken, konden bijvoorbeeld de beste locatie voor windparken en de optimale fundering voor windturbines plannen. Dit  verminderde aantoonbaar het aantal transportbewegingen en zorgde ervoor dat er minder beton en andere grondstoffen nodig waren.

 

Langste afgezonken tunnel ter wereld

Een goed voorbeeld is de bouw van de Fehmarnbelttunnel, tussen Duitsland en Denemarken. Deze tunnel, van 18 kilometer lang, zal bestaan ​​uit een vierbaans snelweg en twee geëlektrificeerde spoorlijnen. Met VIKTOR wordt tijdens de aanleg van deze langste afgezonken weg- en spoortunnel ter wereld aanzienlijk minder staal gebruikt. Dit bespaart de uitstoot van duizenden tonnen CO2 voor de productie van het staal. ‘Daarnaast draagt VIKTOR bij aan meer efficiëntie door digitalisering van projectprocessen in de bouw,’ zegt ANET-investeerder Rutger van Wersch van APG.

 

VIKTOR werkt momenteel al samen met bedrijven zoals Arcadis, Heijmans, Boskalis, VolkerWessels, Ballast Nedam en BAM. ANET en twee andere partijen doen nu een kapitaalinjectie van 5,1 miljoen. Van Wersch: ‘Voor  de energietransitie geldt: alle hens aan dek. Alle mogelijke middelen moeten worden ingezet om de CO2-doelen te halen: van meer onderwijs tot windmolens en van snellere vergunningverlening tot softwaretoepassingen.’

 

Met de investering zal VIKTOR vooral het internationale bedrijvenbestand verder uitbreiden. Bovendien wordt het platform toegankelijk gemaakt voor elke ingenieur, met als doel dat de app over twee jaar in totaal 100.000 gebruikers heeft.

Deze belegging wordt gedaan door APG via het ABP Nederlands Energietransitiefonds (ANET), dat speciaal is opgericht voor beleggingen in projecten en bedrijven die zich richten op innovatieve oplossingen voor de energietransitie. Met ANET geeft ABP invulling aan de toezegging van de financiële sector, waaronder de pensioenfondsen, bij te dragen aan de financiering van de energietransitie in Nederland. ANET focust op drie onderdelen van de energietransitie, namelijk energie opwekking, distributie & opslag en efficiënt gebruik van energie. De investering in VIKTOR heeft vooral betrekking op dat laatste element.

 

Voor meer informatie: VIKTOR: Build and share awesome engineering apps with Python

Volgende publicatie:
APG wint twee Investment & Pensioen Europe-awards

APG wint twee Investment & Pensioen Europe-awards

Gepubliceerd op: 2 december 2022

APG heeft bij een bijeenkomst van het Europese platform IPE in Rotterdam awards gewonnen in de categorieën Vastgoed en Private Markets. De prijzen werden in het bijzijn van honderden pensioenbeleggers vanuit heel Europa overhandigd aan beleggingsspecialist Katherine Kucherenko van APG Asset Management.

 

De jury kent de prijs voor Vastgoed toe aan APG vanwege de uitstekende combinatie van ‘bottom-up fundamentele research met een top-down visie op de mega-trends’. Ook vindt de jury dat APG op het gebied van vastgoed bewijst dat ‘duurzaamheid en een goed beleggingsresultaat hand-in-hand kunnen gaan’.

 

“We voelen ons vereerd met deze prijs. Het is een prachtige waardering voor het harde werk van ons team en onze onderscheidende, data-gedreven wereldwijd geïntegreerde strategie die zich inderdaad kenmerkt door een sterke focus op verantwoord beleggen. We kijken ernaar uit om op dit succes voort te bouwen en onze klanten en hun deelnemers ook de komende jaren van dienst te kunnen zijn”, zegt Rutger van der Lubbe, Head of Global Real Estate Investment Strategy bij APG Asset Management.


De Award voor Private Markets toont volgens de jury APG’s duidelijke benadering van beleggen in Real Assets en Infrastructuur. "Het langetermijn perspectief en de track record markeren het succes van APG. En wat een fenomenale resultaten", aldus de jury.

 

“We willen alle prijswinnaars van harte feliciteren en zijn verheugd met de Private Markets award die we hebben ontvangen", zegt Patrick Kanters, Managing Director Private Investments bij APG Asset Management. "De prijs benadrukt de vooruitstrevende positie van onze organisatie en teams binnen dit segment en de bijdrage die we leveren op het gebied van ESG-integratie. Investeringen in deze categorie sluiten goed aan bij de langlopende verplichtingen van onze klanten en bieden hen naast een aantrekkelijk risico-rendementsprofiel uitdrukkelijk de mogelijkheid om een relevante maatschappelijke bijdrage te leveren voor onze pensioenfondsklanten en hun deelnemers."

Foto: APG’ers Jasper van de Kerkhof, Katherine Kucherenko en Derk Welling (vlnr) tonen met stralend gezicht de zojuist gewonnen Awards.

Volgende publicatie:
Thijs Knaap bij BNR over CEO-wissel Disney en de teloorgang van cryptoplatform FTX

Thijs Knaap bij BNR over CEO-wissel Disney en de teloorgang van cryptoplatform FTX

Gepubliceerd op: 22 november 2022

Wat is er aan de hand bij Disney? Die vraag kwam onder andere aan de orde bij tijdens het BNR Beleggerspanel met hoofdeconoom Thijs Knaap van APG.

Gisteren maakte het Amerikaanse entertainmentbedrijf namelijk bekend dat het al na een kleine drie jaar afscheid neemt van CEO Bob Chapek. De positie wordt verrassend genoeg weer overgenomen door oud-CEO Bob Iger, die tussen 2005 en 2020 de scepter zwaaide bij Disney.

Chapek had het volgens de deelnemers van het Beleggerspanel de afgelopen jaren niet makkelijk: de parken dicht door corona, ruzie met Republikeinen, ruzie met filmster Scarlett Johansson die Disney aanklaagde voor contractbreuk. En volgens Knaap speelde ook het moeizame verdienmodel van dochteronderneming Disney+ een belangrijke rol. “Disney heeft ontzettend veel materiaal - van Bambi tot Mickey Mouse – en daar moet geld aan worden verdiend”, legt hij uit. Disney heeft gekozen voor een eigen streamingsdienst, maar de concurrentie tussen de die diensten is moordend.

Ook de teloorgang van cryptoplatform FTX en de vertrouwenscrisis die dat veroorzaakt onder beleggers kwam aan de orde. Knaap verwacht dat er de komende tijd ‘nog veel meer rommel’ op moet worden geruimd bij FTX.

Daarnaast stond de verdere verhoging van de rente door de centrale bank van de Verenigde Staten -de Fed- op de agenda. Waarom toch met zulke kleine stapjes en niet met zevenmijlslaarzen? Knaap denkt dat verstandig is: “Een half procent is best veel. Je moet goed weten wat dat teweeg brengt.”   

Luister hier het hele programma.

 

Volgende publicatie:
APG richt Noordzeker op voor ontwikkeling offshore windparken

APG richt Noordzeker op voor ontwikkeling offshore windparken

Gepubliceerd op: 15 november 2022

Voor het eerst richt APG zich op de ontwikkeling van een groot offshore windpark vanaf de beginfase. Noordzeker, een consortium dat in opdracht van ABP wordt opgericht, bereidt een bod voor op maximaal vier kavels in de Noordzee. 

De Nederlandse overheid heeft de ambitie om windenergie op zee (offshore) fors uit te breiden. In dat kader zal voor de kust van IJmuiden een enorm windpark worden ontwikkeld. IJmuiden Ver (IJVER) wordt verdeeld in vier kavels, die gezamenlijk 4 gigawatt (GW) aan schone elektriciteit zullen opwekken – genoeg om meer dan 5 miljoen huishoudens van stroom te voorzien. In lijn met ABP’s ambitie om te investeren in de Nederlandse energietransitie, richt APG een consortium op om deel te nemen aan de aanbesteding en een leidende rol te spelen in de ontwikkeling van windenergie op de Noordzee.

Nieuwe aanpak

“We hebben natuurlijk al eerder geïnvesteerd in windenergie, zowel aan land als offshore, ook in Nederland”, zegt Bart Saenen, Senior Portfoliomanager Infrastructure. “Maar dit is de eerste keer dat we deelnemen aan alle fasen – aanbesteding, ontwikkeling, bouw en exploitatie – van een offshore project. Hiervoor werken we samen met een toonaangevende ontwikkelaar van hernieuwbare energie. We zijn verheugd om namens ABP en haar deelnemers een leidende rol op ons te nemen in het realiseren van de Nederlandse ambities voor wind op zee.”

Het kabinet kondigde onlangs plannen aan om de productie van offshore windenergie enorm uit te breiden. In 2030 moet Noordzee-windenergie goed zijn voor 21 GW of ongeveer 75 procent van het huidige Nederlandse elektriciteitsverbruik. Naar verwachting groeit de productie tot ongeveer 70 GW in 2050. Locaties voor de ontwikkeling van windparken worden in fases geveild – waarbij de IJVER-kavels in 2023 aan de beurt zijn. In de aanbestedingsvoorwaarden zijn zowel financiële als kwalitatieve criteria opgenomen. Die laatste gaan onder meer over systeemintegratie en ecologie.

Stimuleren van innovatie

“De Nederlandse overheid wil innovatie stimuleren om oplossingen te vinden en op te schalen voor systeemintegratie en om ecologische uitdagingen aan te pakken”, zegt Bart. “Het bouwen van een windpark is één ding, maar we moeten ook vraag en aanbod van windenergie in evenwicht brengen, bijvoorbeeld door batterijopslag te integreren en waterstof als energiedrager te gebruiken. De bouw en exploitatie van windparken heeft ook invloed op het vogel- en zeeleven. Noordzeker zal samen met Nederlandse onderzoeksinstituten, universiteiten en milieuorganisaties zoeken naar manieren om de negatieve effecten te verminderen en zelfs ecosystemen te versterken.”

De concurrentie bestaat waarschijnlijk uit grote windparkontwikkelaars, energiebedrijven en olie- en gasbedrijven. “De overheid heeft aangekondigd dat kwalitatieve criteria voor systeemintegratie en ecologie een belangrijke rol spelen in het aanbestedingsproces”, legt Bart uit. “Samen met onze partners in Noordzeker kunnen we een uniek bod doen op basis van onze langetermijn betrokkenheid bij de Nederlandse energietransitie en Noordzee offshore wind, onze succesvolle staat van dienst bij het opbouwen van langdurige partnerschappen en de stevige wortels van APG en ABP in de Nederlandse samenleving.”

Financieel en maatschappelijk rendement

Investeren in de ontwikkeling van windparken op de Noordzee levert naar verwachting een goed en stabiel rendement op voor de deelnemers van ABP – vooral omdat we investeren voor de zeer lange termijn. En het levert belangrijke maatschappelijke voordelen op, zoals ook ABP aangeeft: “We beleggen Nederlands pensioenvermogen en bundelen onze krachten met Nederlandse en Europese bedrijven om offshore energieproductie mogelijk te maken. Zo dragen we bij aan een betrouwbare en duurzame energievoorziening voor Nederlandse huishoudens en bedrijven. Dat is goed voor de pensioenen, ons klimaat, de energiezekerheid en de werkgelegenheid.”  

Gegadigden moeten eind 2023 hun bod indienen en de selectie zal naar verwachting in 2024 plaatsvinden.

Volgende publicatie:
“Blijf radicaal! En blijf zoveel mogelijk bedrijven bij het proces betrekken”

“Blijf radicaal! En blijf zoveel mogelijk bedrijven bij het proces betrekken”

Gepubliceerd op: 4 november 2022

Op het eerste gezicht lijken de werelden van APG Asset Management CEO Ronald Wuijster en Greenpeace Nederland algemeen directeur Anna Schoemakers mijlenver uit elkaar te liggen. Toch is gebleken dat ze zich beiden erg betrokken voelen bij dezelfde onderwerpen. Tijdens een open en eerlijk gesprek onderzoekt Ronald Wuijster wat APG en Greenpeace van elkaar kunnen leren en hoe ze elk een rol kunnen spelen bij het oppakken van twee van de grootste uitdagingen van deze tijd: klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit.

Op het moment dat we dit schrijven, reist Anna Schoemakers alweer met de Rainbow Warrior III van Amsterdam naar de COP27 klimaatconferentie in Sharm el-Sheikh in Egypte, waarbij ze onderweg een aantal klimaatactivisten ophaalt. Hoewel ze begrijpt dat verandering tijd kost, richt ze zich op het hier en nu om onmiddellijk actie te ondernemen. “Ik ben elke dag aan het werk voor een groenere en vredigere toekomst”, zegt Anna. “Het klimaat en de biodiversiteit zijn de problemen die me het meest na aan het hart liggen.”

 

Ronald Wuijster gebruikt een langere tijdshorizon. Zijn portefeuillebeheerders bij APG streven ernaar een bijdrage te leveren aan een duurzame wereld door de risico's van klimaat en biodiversiteit te integreren in de beleggingsbeslissingen en door te investeren in kansen voor de langere termijn. “Om een transitie te kunnen waarborgen, heb je tijd nodig. Tegelijkertijd zien we ook dat de veranderingen zeer urgent zijn.”

 

Actie in het hier en nu versus een transitie op de langere termijn

Wanneer er vragen worden gesteld over dit dilemma, erkent Schoemakers dat de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie tijd kost, maar ze kiest ervoor zich niet op die geluiden te richten. Om de mensen bewust te maken van de urgentie, streeft Greenpeace naar onmiddellijke acties. Neem klimaataanpassing, bijvoorbeeld, zoals het bouwen van dijken om landen te beschermen tegen de stijgende zeespiegels. “Het is mijn persoonlijke missie om te stoppen met het ophalen van fossiele brandstoffen uit de grond als onze energiebron”, legt Schoemakers uit. “Mijn meer genuanceerde rationele kant denkt ook na over aanpassingsstrategieën, maar die zou ik nooit als eerste ter tafel brengen. Ik ben bang dat, als ik dat ga doen, bedrijven en overheden de urgentie waarmee we moeten veranderen niet langer inzien. We moeten druk blijven uitoefenen.”

 

Greenpeace heeft niet de beslissingsbevoegdheid of het geld om veranderingen door te voeren, aldus Schoemakers. “Maar we hebben wel de mensen, onze stem en onze acties. Op deze manier zorgen we ervoor dat er in de media aandacht aan ons word geschonken en maken we ruimte voor de partijen die wel beslissingsbevoegdheid hebben, zodat zij kunnen manoeuvreren.”

 

Het risico van onze aanpak is dat alles veel te langzaam gaat, terwijl het risico van de aanpak van Greenpeace is dat we te maken krijgen met energietekorten en alle soorten van problemen voor de mens.

 

Als langetermijnbelegger heeft APG de mogelijkheid om te zoeken naar oplossingen voor de langere termijn. “Wij zien ook een aantal aanpassingsstrategieën die een rol kunnen spelen”, zegt Wuijster. “Maar aan de andere kant zien we ook dat er geen tijd meer te verliezen is. We hebben meer tijd nodig voor een solide en soepele transitie dan er eigenlijk is. Het risico van onze aanpak is dat alles veel te langzaam gaat, terwijl het risico van de aanpak van Greenpeace is dat we te maken krijgen met energietekorten en alle soorten van problemen voor de mens. Ons dilemma is, dat als je je richt op 2050, dit nog zo ver weg lijkt dat het gevoel van urgentie om te veranderen ontbreekt. Wat wij doen is het gesprek aangaan met bedrijven om ervoor te zorgen dat ze onze vereiste begrijpen dat ze moeten bijdragen aan de energietransitie. En als ze dat niet doen, verkopen we onze beleggingen.”

 

Een eenvoudige, duidelijke boodschap versus nuance en volledigheid

Als voorzitter van het biodiversiteitsinitiatief van het World Economic Forum, komt Ronald een hele reeks academische definities van biodiversiteit tegen, zoals diversiteit in landschappen, het aantal soorten dieren/planten of zelfs diversiteit in DNA. Ook hier kiest Greenpeace ervoor om gecompliceerde zaken eenvoudig te maken, om zoveel mogelijk mensen te bereiken. Schoemakers: “Voor ons richt biodiversiteit zich op oceanen en bossen. In onze boodschap leggen we niet het volledige complexe probleem en de langere tijdlijnen die nodig zijn uit. We houden onze boodschap simpel: ‘Red de oceanen’ of ‘Red het bos’. En dan rekenen we op onze natuurorganisaties, wetenschappers en andere organisaties om de onderliggende problemen te identificeren en te analyseren.”

 

“Uiteraard kijken we ook naar de wetenschap en begrijpen we de complexiteit van, laten we zeggen, de energietransitie en dat je niet zomaar iedereen kan afsluiten en in de kou kan laten zitten, maar dat is niet onze belangrijkste boodschap. We hebben niet de tijd of de ruimte om dit uitgebreid uit te leggen. Dat zou jullie rol kunnen zijn.”

 

Toen Wuijster haar vroeg wat ze APG zou adviseren, antwoordde ze met een glimlach: “Blijf radicaal! En blijf het verhaal uitleggen. Waarom doen we dit? Waarom hebben we meer duurzaamheid nodig? En blijf zoveel mogelijk bedrijven bij het proces betrekken en laat ze niet wegkomen met eindeloze planningen en berekeningen. Uiteindelijk levert het ons een betere plek om te leven op.”

Volgende publicatie:
Stemmen tijdens aandeelhoudersvergaderingen: zo gaat het in zijn werk

Stemmen tijdens aandeelhoudersvergaderingen: zo gaat het in zijn werk

Gepubliceerd op: 2 november 2022

De jaarlijkse Algemene vergaderingen van Aandeelhouders (AVA's) en het stemmen over agendapunten zijn belangrijke gebeurtenissen op de kalender van elke aandeelhouder. Maar wat is de functie van een AVA? Waarom is het zo belangrijk om te stemmen? En hoe beheert een meerderheidsaandeelhouder, zoals APG, de logistiek bij het stemmen voor de aandelen die namens zijn pensioenfondsklanten worden aangehouden?

 

Senior Responsible Investment en Governance Specialist Mirte Bronsdijk geeft ons een opfriscursus over de wereld van AVA's en legt uit waarom het nieuwe stemplatform, dat samen met de stemgevolmachtigde dienstverlener van APG werd ontwikkeld, zo belangrijk is.

 

Laten we eerst eens teruggaan naar de basis: wat is een AVA en waarom wordt deze gehouden?

“Een AVA is de enige keer per jaar dat bedrijfsvertegenwoordigers de aandeelhouders officieel ‘ontmoeten’. Het houden van een AVA is verplicht en deze vindt gewoonlijk binnen zes maanden na het einde van het boekjaar plaats. Tijdens de vergadering deelt het management de bedrijfsprestaties over het afgelopen jaar en wordt de prognose gepresenteerd, inclusief nieuwe strategieën of beleidsregels. Aandeelhouders krijgen de gelegenheid om vragen te stellen en vervolgens kunnen ze gewoonlijk over een aantal standaard agendapunten stemmen, zoals de verkiezing of herverkiezing van directeuren, goedkeuring van bestuurdersvergoedingen en dividendbetalingen. Aandeelhouders hebben ook het recht om te stemmen over zaken die een directe invloed hebben op het aandeelhouderschap, zoals aandelensplitsingen, de terugkoop van aandelen of een voorgestelde fusie of acquisitie.”

 

Zijn AVA's echt belangrijk of alleen maar een formaliteit?

“De AVA is een belangrijke gebeurtenis omdat dit de enige keer is dat aandeelhouders kunnen stemmen en daarmee een directe invloed op het gedrag van een bedrijf kunnen uitoefenen. Hoewel sommige agendapunten niet van groot belang kunnen lijken, kunnen deze indirect een sterke invloed hebben op de manier waarop een bedrijf werkt en haar toekomstige beleid vormgeeft. Bij APG kunnen we bijvoorbeeld tegen de aanstelling van nieuwe bestuursleden stemmen als hun benoeming niet voldoende bijdraagt aan de diversiteit of tegen een vergoedingsbeleid dat de duurzaamheidscriteria niet integreert. Wat dat betreft is het uitbrengen van een stem een bijzonder krachtige tool. Als actieve belegger oefenen we waar mogelijk ons stemrecht uit bij alle bedrijven waarin we namens onze klanten investeren.”

 

Waarom heeft APG dit nieuwe stemplatform ontwikkeld?

“In 2021 heeft APG bij meer dan 5.000 aandeelhoudersvergaderingen wereldwijd en over meer dan 53.000 individuele voorstellen gestemd. Dit is in feite de reden waarom onze nieuwe stemtool zo belangrijk is. We stemmen op zoveel vergaderingen over zoveel onderwerpen dat de tool meer transparantie biedt over de details, en gebruikers in staat stelt de stemgegevens op verschillende manieren te bekijken en te analyseren. Met de zoekfunctie kan de informatie gefilterd worden op datum van de vergadering, bedrijfsnaam, sector en markt, maar ook statistieken weergeven over hoe we ten aanzien van specifieke agendapunten gestemd hebben. Voor APG is het eveneens essentieel om transparant te zijn over de manier waarop we deze belangrijke zorgtaken namens onze klanten uitvoeren.”

 

Woont elke aandeelhouder de AVA bij?

“Nee, niet elke aandeelhouder woont de vergadering bij. En je hoeft ook niet fysiek aanwezig te zijn om te kunnen stemmen. In het verleden woonden meer aandeelhouders, zowel institutioneel als particulier, de AVA's persoonlijk bij. Sinds de pandemie is er echter een nieuwe trend ontstaan en worden AVA's steeds vaker virtueel of in sommige gevallen als hybride versies (online en persoonlijk) gehouden. Voor een grote belegger als APG is het simpelweg niet haalbaar om veel vergaderingen fysiek bij te wonen omdat we aandelen in duizenden bedrijven aanhouden en stemmen namens meerdere klanten. Dit is een van de redenen waarom we de services van een stemgevolmachtigde dienstverlener inzetten waarmee we per volmacht tijdens AVA's kunnen stemmen.”

 

Hoe kun je een stem uitbrengen tijdens een AVA en hoe weet je waar je op moet stemmen?

“Als je een AVA persoonlijk bijwoont, kun je ‘live’ stemmen tijdens de vergadering. Voor de AVA's waarbij we niet persoonlijk aanwezig zijn, kunnen we de agendapunten en de items waarop gestemd kan worden, terugvinden in ons online stemsysteem. In dergelijke gevallen brengen we onze stemmen op voorhand uit. De stembeslissingen van APG zijn gebaseerd op verwachtingen die zijn uiteengezet in ons Global Corporate Governance Framework, waarin we uitleggen wat onze onderliggende principes voor corporate governance zijn, hoe we voldoen aan onze verantwoordelijkheden als investeerder en hoe we stemmen op de hoofdagendapunten van de AVA voor de aandelen die we in onze portefeuille aanhouden.”

 

Wat is een stemvolmacht precies?

“De term stemvolmacht verwijst naar een stem die wordt uitgebracht door een individu of bedrijf namens een aandeelhouder die de AVA niet persoonlijk kan bijwonen. Aandeelhouders ontvangen een stemvolmacht waarmee ze iemand kunnen aanwijzen om tijdens de vergadering een stem namens hen uit te brengen. Een volmacht kan ofwel instructies geven over hoe de stem moet worden uitgebracht of de gevolmachtigde toestemming geven om naar eigen goeddunken te stemmen. Bedrijven die miljarden euro's aan activa beheren, zoals APG, besteden de meeste operationele stemprocessen gewoonlijk uit aan gevolmachtigden. We gebruiken stemvolmachten voor ruim 95% van onze stemactiviteiten. Onze stemgevolmachtigde dienstverlener stemt namens onze klanten in overeenstemming met de gedetailleerde richtlijnen die in ons stembeleid zijn opgenomen.”

 

Is een aandeelhouder verplicht om te stemmen en mag je ook stemmen als je maar één aandeel bezit?

“Elke aandeelhouder heeft het recht om te stemmen, ongeacht het aantal aandelen. Maar gewoonlijk geldt de regel dat één aandeel staat voor één stem, wat betekent dat kleine aandeelhouders minder invloed hebben. Aandeelhouders kunnen er ook voor kiezen om niet te stemmen als ze dat niet willen, of ze kunnen zich onthouden van stemming als ze willen aantonen een bewuste keuze gemaakt te hebben om een specifiek agendapunt niet te steunen of hier tegen willen stemmen. Het aantal onthoudingen door APG en het percentage stemmen voor en tegen voorstellen van het management zijn eveneens terug te vinden op het stemplatform. In 2021 hebben we ons onthouden van stemming voor 1520 voorstellen en hebben we op 44 voorstellen geen stem uitgebracht. Over het algemeen hebben we in 80% van de gevallen gestemd in lijn met de aanbevelingen van het management en voor de resterende 20% tegen de voorstellen.”

 

Kunnen aandeelhouders hun krachten bundelen en hun stemmen op elkaar afstemmen om een voorstel te steunen of te blokkeren?

“Als aandeelhouders niet tevreden zijn met een bepaald besluit kunnen zij, binnen de wettelijke grenzen, anderen ervan overtuigen zich bij hen aan te sluiten om voor of tegen een specifiek voorstel van het bedrijfsmanagement te stemmen. Een aandeelhouder of een groep aandeelhouders kan echter ook een eigen voorstel of resolutie indienen. Dergelijke voorstellen/resoluties kunnen veel aandacht trekken, ook van de media, en hebben vaak betrekking op ESG-factoren, kwesties variërend van vergoedingen en arbeidsverhoudingen tot dierenwelzijn en klimaat. Het stemplatform stelt gebruikers ook in staat om per bedrijf te bekijken hoe APG ten aanzien van een specifiek voorstel van het management of een aandeelhouder heeft gestemd. In 2021 hebben we bijvoorbeeld over 44 agendapunten van Shell gestemd, waarvan 2 voorstellen waren ingediend door aandeelhouders. En tijdens de 2022 AVA van Shell hebben we de klimaatresolutie van aandeelhouders gesteund die werd aangedragen door Follow This.”

 

Zijn er plannen om het stemplatform verder uit te breiden?

“Hoewel we nu al de voordelen van het nieuwe stemplatform benutten, alle statistieken tijdens dit interview werden snel opgehaald met behulp van het platform, willen we het verder ontwikkelen. Omdat deze informatie voor onze klanten net zo belangrijk is, hebben we ook vergelijkbare individuele platforms ontwikkeld voor ABP, bpfBOUW en SPW die binnenkort live gaan. Een ander element dat we willen integreren, is een uitleg waarom we tegen bepaalde voorstellen hebben gestemd om meer inzicht te geven in de manier waarop we het stembeleid van onze klanten in de praktijk implementeren.”

 

Het stemplatform is te vinden op deze website door omlaag te scrollen naar de onderkant van de pagina Verantwoord Beleggen.

Of rechtstreeks te openen via deze link: VDS Dashboard (issgovernance.com)

Volgende publicatie:
Thijs Knaap bij BNR over de renteontwikkeling en dalende bedrijfswinsten

Thijs Knaap bij BNR over de renteontwikkeling en dalende bedrijfswinsten

Gepubliceerd op: 25 oktober 2022

Heeft de renteontwikkeling haar piek bereikt? Dat is een voorspelling die APG’s hoofdeconoom Thijs Knaap niet voor zijn rekening wil nemen. Zolang de inflatie hoog is, zul je ook een hoge rente zien. Wat betreft macro-economische groei zit het echter tegen en als de groei daalt, daalt de rente vaak mee. Die twee factoren werken dus tegen elkaar in. Welke sterker is, valt volgens Knaap te bezien.


Daarnaast werd tijdens het beleggerspanel van BNR Nieuwsradio onder andere gesproken over het besluit van het flitshandel-bedrijf Flow Traders om zich juridisch in Bermuda te vestigen en de reorganisatie van Philips, dat 4.000 banen schrapt waarvan 400 gedwongen ontslagen in Nederland. Het bedrijf staat onder druk door een kostbare terugroepactie voor haar slaapapneu-apparaten, maar geeft óók aan last te hebben van macro-economische ontwikkelingen.


Kanarie

Knaap: “We weten dat macro-economische problemen op een gegeven moment gaan doorwerken in de winsten van bedrijven. De vraag is dus: Is Philips de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn? Als je breder kijkt naar de derde kwartaalresultaten van bedrijven, zie je dat de omzetten weliswaar nog stijgen – als gevolg van de stijgende prijzen – maar de winsten zijn aan het dalen. Dat is vooral in Europa zo en de daling is sterker dan verwacht.”


Zoals gebruikelijk werden de panelleden ook weer gevraagd naar een recente beleggingstransactie. Knaap: “We hebben onlangs namens ABP een belang van 49 procent genomen in Gemini, een zonne-energieproject dat momenteel in ontwikkeling is in de buurt van Las Vegas. Het project levert op piekmomenten energie voor meer dan 400.000 huishoudens.”


Luister hier de hele uitzending.

Volgende publicatie:
“We halen een stevig rendement en zijn goede buren”

“We halen een stevig rendement en zijn goede buren”

Gepubliceerd op: 25 oktober 2022

APG neemt namens ABP een aandelenbelang van 49% in Gemini, een zonne-energieproject dat momenteel in ontwikkeling is in de Mojavewoestijn in de Amerikaanse staat Nevada. Sean Hannon en Ellen Bizon, senior portfoliomanagers van het Infrastructure Americas-team van APG, vertellen wat deze investering zegt over de toekomst van duurzame energie en opslag in de VS en de rol die grote investeerders daarin spelen.

 

Gemini is het grootste project voor de opwekking en opslag van zonne-energie dat momenteel in ontwikkeling is in de VS. Alles aan het project is enorm. De kern wordt gevormd door een zonnecollector van 690 MW met meer dan 2,5 miljoen zonnepanelen en een batterijsysteem van 380 MW. Het project beslaat bijna 25 vierkante kilometer. Jaarlijks wekt het 2.200.000 MWh aan hernieuwbare energie op. Het project heeft tijdens de bouw zo'n 2.500 banen gecreëerd en zal naar verwachting meer dan $ 450 miljoen aan financiële impulsen voor de regionale economie opleveren. Dit is duidelijk niet alleen een investering is in een nieuw asset, maar ook in de Amerikaanse energietransitie zelf. Sean Hannon: "We zijn er vast van overtuigd dat hernieuwbare bronnen een zeer grote rol zullen spelen in de energietransitie in de VS."



Waarom zou Nederlands pensioengeld in Amerika geïnvesteerd moeten worden in zonne-energie en in de energietransitie?

Sean: "De energietransitie is een mondiaal probleem, dat wereldwijde oplossingen vereist. Als we hier kunnen voorkomen dat een ton koolstof in de atmosfeer belandt, helpt dat mensen overal. De hoeveelheid zon die beschikbaar is in het westen van de Verenigde Staten, waar Gemini zich bevindt, is niet alleen groot maar ook voorspelbaar. Dat maakt deze investering in termen van risico en rendement aantrekkelijk voor onze pensioendeelnemers. Hoewel we bij APG graag willen investeren in goede projecten in onze eigen achtertuin, zullen we om onze impact op de energietransitie te maximaliseren een wereldwijde focus moeten hebben. Als we Gemini bijvoorbeeld over Amsterdam zouden leggen, zou het een zesde van de stad beslaan. Voor dit soort megaprojecten is het dus noodzakelijk om naar andere regio's te kijken.

 

Voor de energietransitie hebben hernieuwbare bronnen op deze schaal nodig en APG zal daar – namens haar pensioenfondsklanten – kapitaal in willen blijven investeren. Terugkijkend zien we dat er in de afgelopen vijf tot tien jaar veel verschuivingen zijn geweest in de Amerikaanse markt voor hernieuwbare energie, door veranderingen in de belastingwetgeving of andere regelgeving of technologische verbeteringen. Maar door ons geloof in het belang van hernieuwbare energie hebben we gedurende deze hele periode kunnen blijven investeren. En wat er morgen ook zal veranderen, we zullen ons blijven ontwikkelen en we zullen in staat zijn om met de markt en met de facts on the ground mee te bewegen."

 

Dat klinkt heel zelfverzekerd. Welke ontwikkelingen zie je?

Sean: "Wat een grote impact zal hebben, is de Inflation Reduction Act die recent in de VS is aangenomen en eigenlijk die beter de Renewable Energy Act kan worden genoemd. Voorheen zouden belastingvoordelen en andere stimulansen voor hernieuwbare energiebronnen na een of twee jaar vervallen, nu zullen ze veel langer van kracht zijn. Dit is zeer gunstig voor investeerders die aan langetermijnplanning willen doen, zoals APG en onze pensioenfondsklanten. De nieuwe wet neemt ook veel hindernissen weg rond belastingvoordelen voor energie-opslag, zoals de batterijen in dit project. Die zijn in de VS nu veel beter gepositioneerd voor de toekomst."

 

Ellen: "Interessant is dat de VS veel meer batterijen heeft geïnstalleerd dan de rest van de wereld. Vorig jaar is de opslagcapaciteit verdrievoudigd en die capaciteit wordt steeds belangrijker voor een stabiele levering en voor de prestaties van het elektriciteitsnet. Batterijcapaciteit zal daarom ook in andere regio's toenemen. Ik hoop dat we met onze ervaring en de lessen die we hebben geleerd, over hoe batterijen operationeel worden gebruikt en hoe dat invloed heeft op de investeringscase, de rest van ons wereldwijde team kunnen helpen."

 

Wat maakt dat dit specifieke project zo bijzonder?

Sean: "Wat ons allereerst aantrok is de schaal ervan. Gemini is de grootste asset in termen van megawatts waarin we ooit hebben geïnvesteerd. Veel projecten voor hernieuwbare energie vereisen niet zoveel eigen vermogen om ze te bouwen, maar in deze deal kunnen we veel kapitaal aan het werk te zetten in één project waar we in geloven. We vinden het ook aantrekkelijk dat er een contract van 25 jaar is voor de de afnamen van de stroom en daarmee voor de inkomsten. Dit zorgt voor een stabiele cashflow over een langere periode en dat past precies bij de behoeften van een pensioenbelegger. Ten slotte waren we erg onder de indruk van het ontwikkelingsteam van Quinbrook en hoe ze dit project hebben gepland en gestructureerd. Voor allerlei zaken die ons over het algemeen bezighouden en waar we diep in spitten bij dit soort investeringen, konden ze een goede oplossing bieden."

 

Als je deze deal andersom bekijkt: waarom koos Quinbrook voor APG als partner?

Sean: "Omdat we al zoveel in zonne-energie hebben geïnvesteerd, kennen we sommige van de problemen en structureringsoverwegingen bij dit soort projecten heel goed. Tijdens het due diligence-proces heeft Quinbrook duidelijk ontdekt dat we ervaren zijn in deze sector. We richtten onze aandacht op de juiste onderwerpen, en als er nieuwe problemen opdoken of regels veranderden, hoefden we niet lang stil te staan en diep na te denken over wat dat zou betekenen. Er ontstond al snel een partnerschap, een dialoog tussen gelijken. Ik denk ook dat, aangezien Quinbrook andere projecten zal gaan ontwikkelen, ze het aantrekkelijk vinden dat APG kapitaal beschikbaar zal blijven hebben. Het is dus mogelijk, als dit goed blijft gaan, dat we onze samenwerking in de toekomst kunnen uitbreiden."

 

Alleen al vanwege zijn omvang heeft het Gemini-project een enorme impact op zijn omgeving. Hoe heeft APG als verantwoord belegger met deze en andere ESG-overwegingen rekening gehouden in deze deal?

Sean: "De meeste duurzame-energieprojecten hebben inderdaad enorme voetafdrukken. Met Gemini hebben we het over een project met een grootte van zo'n 25 vierkante kilometer. Dit betekent dat je bijna altijd te maken krijgt met een bedreigde diersoort, in dit geval de woestijnschildpad. We hebben daarom een plan ontwikkeld voor een nieuwe locatie voor de getroffen schildpadden en speciaal voor de schildpadden een kleine snelweg gebouwd waar ze kunnen oversteken als dat nodig is. Een andere belangrijk punt is dat we bouwen op federaal land dat pal naast het reservaat van de inheemse Moapa-bevolking ligt. We hadden al eerder geïnvesteerd in een ander zonne-energieproject dat zich wel op hun grondgebied bevindt. We wisten daarom heel goed hoe we een goede buur moeten zijn en hoe we ervoor kunnen zorgen dat de economische opbrengsten daar terechtkomen waar ze ook zouden moeten komen. We hebben ervoor gezorgd dat de Moapa niet alleen OK zijn met dit project, maar dat ze volledig aan boord zijn en ook een stem hebben als belanghebbenden."

 

Hoe profiteren de Moapa economisch van dit project?

Sean: "Laat me eerst zeggen dat de Moapa een groot respect hebben voor de natuur en hun omgeving en dat ze een groot voorstander zijn van zonne-energie. Ze hebben de beslissing genomen om zonne-energieprojecten op hun land te ontwikkelen op een manier die rechtstreekse voordelen zal opleveren voor hun mensen, het land beschermt en kansen blijft bieden aan toekomstige generaties. Bij de bouw van het project zijn banen ontstaat voor stamleden, we hebben ook betaald voor de opslag van apparatuur en onderdelen op hun land. En in projecten voor hernieuwbare energie is het gebruikelijk dat er uit de opbrengsten betalingen worden gedaan aan de lokale gemeenschap, in dit geval aan de stam."

 

Hoe belangrijk zijn ESG-criteria in een project als dit, kunnen ze showstoppers zijn?

Sean: "Bij dit soort projecten steken we vooraf heel veel tijd in het in kaart brengen van alle ESG-kwesties en in het oplossen ervan voordat we investeren. De manier waarop we ons van de steun van de Moapa-stam hebben verzekerd en onze oplossingen voor de bescherming van de woestijn-schildpadden zijn goede voorbeelden van hoe we met ESG-aspecten omgaan. Elk van deze kwes-ties had een showstopper kunnen zijn. We werken ook alleen met partners als ze een sterk ESG-beleid hebben en dat ook uitvoeren. Dat helpt om red flags te voorkomen. In het Gemini-project had-den onze partners er bijvoorbeeld al rekening mee gehouden dat ze alleen zonnepanelen moeten inkopen bij leveranciers die voldoen aan de juist arbeids- en mensenrechtenstandaarden. De con-tracten die onze partner heeft gemaakt, zijn zijn zo opgesteld dat we eventuele problemen op dat gebied effectief aan kunnen pakken. Kort gezegd: als iemand zich niet aan deze principes houdt, ligt hij uit het project. En natuurlijk moeten onze partners voldoen aan de ESG-normen van APG. Als dat niet zo zou zijn, zouden we alsnog onze standaarden in het contract opnemen, en anders het zou een showstopper voor ons zijn."

Gemini - Feiten & Cijfers

  • Gemini bestaat uit een zonnecollector van 690 MW met meer dan 2,5 million zonnepanelen en een batterijsysteem van 380 MW dat meer dan 1.400 MWh aan zonne-energie kan opslaan.
  • Gemini ligt in de Mojavewoestijn in Nevada. Het kan een hoeveelheid energie opwekken gelijk aan het verbruik van alle inwoners van Las Vegas dat 40 kilometer verderop ligt.
  • Het Gemini-project heeft tijdens de aanleg 2.500 banen opgeleverd en geeft naar verwachting een financiële impuls van meer dan $450 miljoen aan de regionale economie.
  • Gemini produceert elk jaar 2.200.000 MWh aan hernieuwbare energie, equivalent aan een verlaging van de CO2-uitstoot met 1,5 miljoen ton.

Volgende publicatie:
Wat doet een pensioenuitvoerder met klimaatdata?

Wat doet een pensioenuitvoerder met klimaatdata?

Gepubliceerd op: 21 oktober 2022

Wat doet iemand die zich richt op klimaatdata bij een pensioenuitvoerder? Lucas Wouters is nu een half jaar aan het werk als Climate Data Specialist bij het GRIG-team (Global Responsible Investment & Governance) van APG. Een mooie aanleiding meer te weten te komen over wat zijn werk precies inhoudt en wat de uitdagingen zijn waarmee hij te maken heeft.

De aanleiding voor Lucas’ interesse in klimaatdata is minder abstract dan je wellicht zou denken. Die ontstond in zijn jeugd, tijdens het kijken naar National Geographic en het bladeren door de Bosatlas. “Daarin zag ik bijvoorbeeld kaarten van Nederland over vijftig jaar en waar het water al dan niet kan zijn tegen die tijd. Dat visuele en tastbare aspect vind ik heel mooi en daar ben ik me tijdens m’n studie dan ook op gaan richten.” Na z’n bachelor Aarde & Economie en master Hydrologie deed hij onder meer onderzoek naar schade van hagelbuien in Nederland en overstromingen in Afrika. Nu richt hij zich volledig op klimaatdata in de breedste zin van het woord.

Wat doet een Climate Data Specialist precies?
“Klimaatverandering brengt zowel risico’s als mogelijkheden mee voor onze investeringen. Daarom willen we als APG graag data over het klimaat en klimaatverandering integreren in onze investeringsanalyses. Die data worden verwerkt in modellen, bijvoorbeeld om de kans op een overstroming of orkaan, en de hevigheid daarvan, uit te rekenen. Om in te schatten hoe goed die modellen zijn, moet je onder andere weten welke formules en aannames achter die modellen zitten. Tijdens mijn studie heb ik zelf vaak met dit soort modellen gewerkt. Collega’s die beleggen vragen mij de klimaatmodellen voor hun beleggingscategorie te beoordelen. Op die manier houden we in de gaten of de aangeleverde modellen wel correct zijn en overeenkomen met de meest gangbare klimaatscenario’s en nieuwste ontwikkelingen binnen de wetenschap. Het is dus eigenlijk een extra check.”

Wat heeft een pensioenuitvoerder daaraan?
“APG en zijn pensioenfondsklanten willen met hun beleggingen bijdragen aan het doel van het Klimaatverdrag van Parijs om de opwarming van de aarde tot onder de 2 graad te houden, met 1,5 graad als streven. Bij 2 graden kunnen we een kantelpunt bereiken waarbij rampzalige en onomkeerbare gevolgen ontstaan voor mens, dier en natuur. Als je kijkt naar wat de recente overstromingen in Pakistan hebben aangericht, dan wil je voorkomen dat het in de toekomst nog erger wordt. Dat is een overweging. Tegelijkertijd wil je ook je investeringen beschermen, want klimaatverandering is een risico waar je rekening mee moet houden. Zelfs bij 1,5 graden opwarming zullen onze investeringen worden blootgesteld aan de gevolgen hiervan. Hoe beter de data zijn die je tot je beschikking hebt, hoe beter je als pensioenuitvoerder en investeerder de klimaatrisico’s in je investeringsanalyses kunt integreren en er rekening mee kunt houden.”

Je werk bestaat dus voor een belangrijk deel uit het controleren van modellen. Hoe kom je daaraan?
“De informatie die door de modellen wordt gegenereerd, krijgen we via zogenoemde dataproviders. Die maken soms gebruik van data afkomstig van satellieten van bijvoorbeeld de NASA of de ESA, radardata van meteorologische instituten of meetstations verspreid over de wereld , bijvoorbeeld over hoeveel water er beschikbaar is op de aarde op een bepaald moment. Dataproviders analyseren die data, die dan vervolgens bij ons terechtkomen, waarop ik de waarde van de modellen beoordeel en een inschatting maak van de klimaatrisico’s. Ook verzamelen we zelf data via verschillende (online) bronnen om vervolgens onze eigen analyses te doen.”

Wat voor soort klimaatrisico’s zijn er?
Je hebt fysieke risico’s, zoals droogte of overstromingen, en transitierisico’s, die samenhangen met de transitie die we nu doormaken van een economie die draait op fossiele brandstoffen naar een duurzame economie. Om die economie te bereiken, zijn aanpassingen nodig, bijvoorbeeld invoering van een prijs op CO2-uitstoot van bedrijven. Dat kan gevolgen hebben voor de waarde van investeringen, zoals in een cementfabrikant die veel CO2 uitstoot.”

Zijn de uitkomsten van zo’n model concreet genoeg om bijvoorbeeld te laten zien hoeveel de kans op orkanen in het Caribisch gebied toeneemt?
“Er zit een zekere mate van onzekerheid in dit soort modellen, zeker wat betreft orkanen. De kans dat het klimaat grilliger wordt met meer kans op orkanen is aanwezig, maar er is ook onderzoek dat aangeeft dat de frequentie afneemt terwijl juist de intensiteit toeneemt. Er zijn ook simulaties van wetenschappers waaruit blijkt dat orkanen vaker kunnen doorschieten naar Europa. De temperatuur van het zeewater wordt hoger, waardoor orkanen die ontstaan in de Cariben langer hun kracht blijven vasthouden. Uit modellen blijkt dat die vaker kunnen afbuigen naar Europa en dan bijvoorbeeld bij Ierland aan land komen, zoals bij orkaan Orphelia in 2017 al gebeurde. Het kan dat de kans daarop groter wordt, maar hoewel wetenschappers de onderliggende mechanismen in brede zin begrijpen, blijft het accuraat voorspellen erg lastig. Maar dat het weer op sommige plekken op aarde wordt beïnvloed door klimaatverandering wordt steeds vaker bevestigd.”

Hoe vertaal je zo’n model met klimaatgegevens naar een specifieke belegging?
“Niet alle databronnen en analyses kun je één op één vertalen naar een bepaalde beleggingscategorie. Toen ik een half jaar geleden bij APG begon, had ons vastgoedteam al gebruikgemaakt van twee dataproviders om een tool voor hun eigen vastgoedinvesteringen te maken. Die tool wordt nu ook gebruikt om beleggingen in onder meer infrastructuur en de landbouwsector te beoordelen. Dat zijn fysieke assets, waarbij het bijvoorbeeld gaat om een bedrijf met één gebouw op één locatie. Daarvoor kunnen we op basis van onze modellen bepalen of de kans op overstromingen daar groter wordt. Wanneer het om een investering gaat in een bedrijf met honderden locaties over de hele wereld, wordt het een stuk lastiger. Als een van de faciliteiten bijvoorbeeld uitvalt door een bosbrand, wat is dan het effect daarvan op het hele bedrijf? Daarvoor moet je dieper nadenken over hoeveel risico’s de toeleveringsketens lopen of dat er  in een van de vestigingslanden transitierisico’s zijn, en wat dan het effect daarvan is op de waardering van dat bedrijf.”

Met welke beleggingscategorieën heb jij vanuit jouw werk veel mee te maken?
“Als het aankomt op fysieke risico’s van beleggingen, dan werk ik veel met vastgoed, infrastructuur en beleggingen in natuurlijk kapitaal zoals productiebossen en landbouw. Daar is het ook wat makkelijker te bepalen of klimaatrisico’s gevolgen kunnen hebben voor de beleggingen. Denk bijvoorbeeld aan een bosbrand in een productiebos. Uiteindelijk zijn weersextremen natuurlijk een probleem voor alle beleggingen, maar bij sommige categorieën is dat moelijker vast te stellen. Naast de data van fysieke risico’s zijn er transitierisico-data. Wij zien bijvoorbeeld een bepaald scenario voor ons waarin de wereld een transitie naar duurzame energie moet maken, anders wordt het probleem van klimaatverandering nog groter. Als een bedrijf daar lak aan heeft en geen klimaatdoelen voor zichzelf stelt, dan gaat er bij ons wel een belletje rinkelen en kan dat gevolgen hebben voor onze investeringsbereidheid.”

Het op elkaar afstemmen van rendement en klimaatrisico vormt af en toe best een uitdaging

Met welke uitdagingen heb jij als Climate Data Specialist te maken?
“Werken met data in verschillende resoluties en tijdschalen is al een uitdaging op zichzelf, vooral om die bruikbaar en toegankelijk te maken voor de mensen die de data in hun werk moeten gebruiken, zoals de portfoliomanagers. Daarbij komt nog dat de gevolgen van  klimaatverandering op bepaalde vlakken onzeker zijn. Je kunt niet met absolute zekerheid zeggen dat de kans op overstromingen met een bepaalde overstromingsdiepte twee keer zo hoog is als vorig jaar, en op regionaal niveau kan het in een natter Nederland op specifieke plekken ook droger worden. Een andere uitdaging is dat het bij APG ook draait om het maken van rendement. We willen een rendement realiseren voor een goed pensioen in een duurzame wereld. Die aspecten moet je afwegen, mede door de risico's van klimaatverandering in te prijzen.”

En hoe doe je dat?
“Je kunt wel beargumenteren dat klimaatverandering een risico vormt voor rendement, maar soms laat dit zich niet zo makkelijk vertalen in een financiële impact. En dat is een leerweg. Portfoliomanagers zien graag kansen in een belegging en hebben daar een goed beeld bij. Ik heb vaak weer een goed beeld van klimaatverandering en de risico's die dat voor een belegging met zich meebrengt. Het op elkaar afstemmen van rendement en klimaatrisico vormt af en toe best een uitdaging.”

Je bent nu een half jaar aan de slag bij APG. Waaruit haal je de meeste voldoening? 
“Het evalueren van de goede en slechte punten van dataproviders- en bronnen, en door te puzzelen met die data tot een duidelijk advies te komen. Daarbij hoort ook het vragen aan beleggers of ze rekening hebben gehouden met bepaalde factoren als ze de data voor een belegging willen gebruiken, en om samen met de beleggingsteams na te denken over hoe zij  de risico’s kunnen berekenen. Vaak bepaalt het advies dat ik geef maar gedeeltelijk of een bepaalde beleggingskeuze wordt gemaakt. Het komt doorgaans neer op brainstormen over wat een goede methode is om risico’s te integreren in de investeringsanalyses. Een ander deel van m’n werk waar ik veel plezier aan beleef is het beantwoorden van vragen van onze pensioenfondsklanten. Zij hebben een bepaald idee over hun klimaatbeleid dat wij vervolgens toetsen met het oog op de huidige markt.”

Als je kijkt naar het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden, hoe staan we er dan voor?
“Volgens het IPCC (internationaal wetenschappelijk panel dat klimaatverandering onderzoekt, red.) is het waarschijnlijk dat met de huidige CO2-uitstoot de opwarming van de aarde tussen 2030 en 2050 boven de 1.5 graden komt. Het WHO (World Meteorological Office) voorspelt dat de kans zelfs fiftyfifty is dat we komende 5 jaar al (tijdelijk) boven 1,5 graden opwarming komen. Tegelijkertijd zijn er ook wetenschappers die er rekening mee houden dat we over die 2 graden heen gaan. Als het over de strijd tegen klimaatverandering gaat, kun je inzetten op mitigatie en adaptatie. Mitigatie is het voorkomen van verdere CO2-uitstoot en daarmee klimaatverandering. Bij adaptatie houd je al rekening met het opwarmen van de aarde door handelen van de mens, maar neem je maatregelen om de gevolgen zo klein mogelijk te houden, door bijvoorbeeld dijken te bouwen of gewassen te telen die beter bestand zijn tegen extreme weerverschijnselen. Zowel mitigatie als adaptatie zijn nodig. We moeten sowieso ons uiterste best doen om klimaatverandering tegen te gaan. Tegelijkertijd moeten we ons voorbereiden op grotere weersextremen in de wereld en de gevolgen daarvan zoveel mogelijk proberen te beperken.”

Volgende publicatie:
De energietransitie van de grootste CO2-uitstoters financieren met sustainability-linked bonds

De energietransitie van de grootste CO2-uitstoters financieren met sustainability-linked bonds

Gepubliceerd op: 14 oktober 2022

Sustainability-linked bonds bieden sectoren die intensief gebruik maken van natuurlijke hulpbronnen een financieringsoplossing om te vergroenen. Maar er zijn veel uitdagingen. Vier van APG’s experts op dit gebied leggen uit hoe grote beleggers een rol kunnen spelen in deze transitie. “Het is onze taak om de markt in de juiste richting te duwen.”

 

Sectoren zoals staal, cement, de chemische industrie en bepaalde vormen van transport zijn cruciaal voor onze basisbehoeften. Tegelijk zijn deze energie-intensieve sectoren samen verantwoordelijk voor bijna een derde van de wereldwijde CO2-uitstoot. Als grote belegger in groene obligaties speelt APG een proactieve rol; door te kijken naar manieren om de uitdagende maar cruciale duurzaamheidstransitie in deze sectoren te ondersteunen en door bij te dragen aan de ontwikkeling van de markt voor sustainability-linked bonds (SLB’s). Bij het vinden van instrumenten voor financiering van de noodzakelijke veranderingen moet APG als verantwoord belegger voorzichtig te werk gaan.

 

“Door constant in dialoog te blijven met de markt denken wij het verantwoord beleggingsbeleid van onze klanten te kunnen uitvoeren en tegelijk bedrijven te helpen bij de transitie”, vertelt de in New York gevestigde Simone Andrews. Ze werkt samen met haar collega-specialist op het gebied van verantwoorde vastrentende beleggingen in Amsterdam, Willem Hettinga, de Amerikaanse kredietanalist Joshua Linder en portfolio manager EU Credits Oscar Jansen. Samen stellen zij beleggingsrichtlijnen op voor duurzame obligaties en onderhouden ze contact met uitgevers, banken en andere vermogensbeheerders om nieuwe uitgiftes kritisch te beoordelen en de integriteit van deze groeiende markt te waarborgen.

 

Verschillende routes naar transitie

De transitie versnellen in deze sectoren is uitdagend en duur; elke sector vereist een andere aanpak en volgt een andere tijdspad. “Voor de auto-industrie is er veelbelovend alternatief in de vorm van elektrische auto’s, hoewel die duur zijn en er veel grondstoffen voor nodig zijn. In de chemische industrie ligt grootschalige verandering nog verder weg. Toch wordt ook daar naar oplossingen onderzocht, zoals het gebruik van waterstof om energieneutrale doelen te behalen”, legt Andrews uit. “Om te bepalen hoe we beleggen, beoordelen we eerst of een potentiële obligatiebelegging voldoet aan onze eisen voor financieel risico en rendement. Ook kijken we of een belegging bijdraagt aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Daarbij hanteren we ook onze Guidelines for Sustainability-linked. Voor een aantal sectoren hebben we specifieke, maar afgeleide kaders ontwikkeld op basis van de uitdagingen waar zij mee worden geconfronteerd en de transitiefase waarin ze zich bevinden. Zo hebben we onlangs onze richtlijnen voor financiering van de transitie binnen de luchtvaartsector vastgelegd.”

 

Flexibele SLB-structuur biedt bedrijven meer mogelijkheden

Elke obligatiestructuur heeft voor- en nadelen. In het verleden gaven uitgevers van obligaties en beleggers, waaronder APG, meestal de voorkeur aan een structuur waarbij vooraf bekend is aan welke projecten de opbrengst precies wordt besteed. Doorgaans zijn dit groene obligaties omdat die duidelijk gekoppeld zijn aan projecten met concrete impact. Hierin komt verandering nu de flexibelere structuur van SLB’s steeds breder wordt gewaardeerd.

 

In het geval van groene obligaties is het geld bestemd voor specifieke projecten, en dus is het eenvoudiger te bepalen of een uitgifte ‘groen’ genoeg is om aan onze eisen te voldoen, te monitoren hoe de opbrengsten worden besteed en de impact van de belegging vast te stellen. Maar dit is alleen haalbaar als een bedrijf in staat is om van meet af aan genoeg geloofwaardige groene bestedingen te doen”, legt Hettinga uit. “Wij hebben voorbeelden van groene obligaties gezien die waren uitgegeven door energie- en mijnbouwbedrijven, waarvan de besteding van de opbrengst dan misschien wel geloofwaardig ‘groen’ was, maar de algehele strategie van het bedrijf niet echt gericht was op transitie. Dergelijke uitgiftes worden niet altijd goed ontvangen door de markt, dus het is ook in het belang van het bedrijf om een structuur te hanteren die past.”

 

De meeste bedrijven in energie-intensieve sectoren zijn niet erg groen – het tijdspad voor hun duurzaamheidstransitie is langer, en het is veel moeilijker om financiële middelen uitsluitend

opzij te zetten om de CO2-voetafdruk van hun activiteiten te verkleinen. Dankzij de structuur van SLB’s kunnen deze bedrijven de uitgifte afstemmen op hun algehele duurzaamheidsstrategie door doelen te stellen in de vorm van Key Performance Indicators (KPI’s) en Sustainability Performance Targets (SPT’s). Hettinga: “Voor bedrijven die kiezen voor deze structuur is het cruciaal om passende doelen te stellen. Er moet duidelijk worden gecommuniceerd over de grondgedachte achter en het proces voor het selecteren van de KPI’s. Ze moeten realistisch en toch ambitieus zijn, en ook duidelijk verbonden met de transitieroute en -doelen van het bedrijf.”

 

Geloofwaardige en uitgebreide langetermijnplanning voor transitie

Veel energie-intensieve sectoren veroorzaken relatief veel indirecte (Scope 3) emissies. Deze zijn moeilijker aan te pakken dan directe (Scope 1 en 2) CO2-emissie