In Frankrijk is het vroegpensioen nog heilig

Gepubliceerd op: 24 december 2021

Het op één na beste pensioenstelsel ter wereld. Dát hebben we in Nederland, volgens de jaarlijks gepubliceerde Mercer CFA Institute Global Pension Index, waarin 43 landen worden meegenomen. Doen ze het in andere landen dan zo slecht? Elke twee weken duiken we in het stelsel van een specifiek land, twintig weken lang. Aflevering vier: Nederlands populairste zomervakantiebestemming, Frankrijk.

 

In la douce France genieten ze het langst van hun pensioen. Mannen gemiddeld 22,7 jaar, vrouwen 26,9 jaar. Ter vergelijking: in Nederland is dat respectievelijk 18,6 en 23,4 jaar. Dat de Fransen langer rentenieren, komt voornamelijk door de lage pensioenleeftijd: gemiddeld stoppen Fransen met werken als ze 60,8 zijn. En dat willen de Fransen graag zo houden. De regering wilde de AOW-leeftijd een paar jaar geleden verhogen van 62 naar 64 jaar, maar daar staken de vakbonden een stokje voor met wekenlange stakingen. Hervormingen doorvoeren wordt in Frankrijk gezien als politieke zelfmoord, dus weinigen durven hun vingers eraan te branden.


Macron
President Macron laat het er echter niet bij zitten, want de pensioenen op basis van omslag (daarbij betalen de werkenden met z’n allen de oude dag van de gepensioneerden) kosten Frankrijk nu zeer veel geld: 14 procent van het bbp. Ter vergelijking: in Nederland bedraagt de (eveneens op basis van omslaggefinancierde) AOW ‘maar’ 5,4 procent van het bbp (daar komen dan nog wel de premies voor het aanvullend pensioen bij). Onhoudbaar, in een stelsel dat vrijwel volledig is gebaseerd op omslag. Want Frankrijk vergrijst, waardoor het pensioen van een groeiende groep pensionado’s opgebracht moet worden door een krimpende groep werkenden. Wat betreft houdbaarheid bezet Frankrijk dan ook de 33ste plek (van de 43 landen). In Nederland speelt dat probleem veel minder, omdat een groot deel van het totale pensioen (de tweede pijler) is gebaseerd op kapitaaldekking. Daarbij bouwt de werknemer via een pensioenfonds een eigen pensioen op.


Duizend euro

In Frankrijk krijgen gepensioneerden via de eerste pijler – pensioen van de overheid dus – over het algemeen 50 procent van het gemiddelde inkomen. De regering wil dat straks iedereen die een volle carrière heeft gewerkt, recht heeft op minimaal 1000 euro per maand aan pensioen.

Een Fransman of Française met een gemiddeld inkomen ontvangt in Frankrijk 73,6 procent van dat gemiddelde inkomen als netto pensioen (zie tabel onder ‘1’). Verdien je twee keer het gemiddelde loon, dan kun je 64,4 procent van dat totale loon als netto pensioen tegemoet zien (zie tabel onder ‘2’). En verdien je anderhalf keer het gemiddelde inkomen? In dat geval bouw je in Frankrijk een totale pensioenpot op van 14,4 jaarsalarissen (zie tabel onder ‘1.5’).

 

Het Franse pensioenstelsel:     Facts & figures

 

Waardering in de Mercer CFA Institute Global Pension Index 2021: C-Grade, in dit geval C+ (C-Grade betreft “een systeem met een aantal goede eigenschappen, maar ook grote risico’s en tekortkomingen. Als deze niet worden aangepakt, is het de vraag of het systeem op de lange termijn houdbaar en adequaat is.”)

 

Inrichting: Stelsel met één pijler, met pensioen op basis van diensttijd en inkomen.

Financiering:
Vrijwel volledig gefinancierd op basis van omslag

 

Adequaatheid (Mercer ranglijst): 6e         

 

Houdbaarheid (Mercer ranglijst): 33e

 

Integriteit (Mercer ranglijst): 38e

 

 

 

0,5

0,75

1

1,5

2

3

             

Netto pensioen

39.4 

58.5

73.6

97.1

116.9

156.6

Netto vervangingsratio

71.4

76.0

73.6

69.0

64.4

60.9

Totaal netto pensioenvermogen bij pensionering

14.9

15.8

15.3

14.4

13.4

12.7

 

Toelichting tabel:

De kolom onder ‘1’ geeft de situatie weer voor iemand met het gemiddelde netto inkomen, De kolom onder 0,5 weerspiegelt de situatie van iemand met de helft van het gemiddelde netto inkomen, et cetera.

Netto pensioen: het netto pensioen dat iemand ontvangt als percentage van het netto gemiddelde inkomen. 

Netto vervangingsratio: het netto pensioen dat iemand overhoudt, uitgedrukt in een percentage van het totale loon van het betreffende individu.

Totaal netto pensioenvermogen: waarde van de verwachte uitkeringen als meervoud van netto jaarinkomen.