“Verkopen uit paniek is nooit verstandig”

Gepubliceerd op: 1 april 2021

Ronald Wuijster over beleggen in een coronajaar

 

Ondanks de coronacrisis en de daarbij behorende beurscorrectie kan APG toch terugkijken op een "uitstekend beleggingsjaar". Ronald Wuijster, lid raad van bestuur en verantwoordelijk voor Asset Management en HR, legt uit waarom. “We hebben als belegger flink moeten aanpoten en menig discussie gevoerd. Maar aan onze lange termijnaanpak hebben we verder niets veranderd.”

Hoe heeft APG het op het gebied van vermogensbeheer in 2020 gedaan?
“Echt goed. We hebben mooie rendementen voor onze klanten behaald, tussen de 6,5 en 10 procent, en ons goed hersteld ten opzichte van het jaar 2019. Dat haalde immers het vijfjaarsrendement wat omlaag. Om even terug te kijken: het absolute rendement – dat wat je uit de markt haalt – was in 2020 goed, maar wat lager dan in 2019. Dan is het aan Asset Management om extra te verdienen bovenop de marktgemiddelden, dat heet excess return. In 2019 lukte dat niet, toen zaten we onder het marktgemiddelde. De excess return in 2020 was echter weer heel goed en het vijfjaars-excessrendement steeg daardoor ook.”

Er werd in 2020 meer ruimte gemaakt voor beleggingen in Nederland. Waarom eigenlijk? En waarop werd die keuze gebaseerd?
“APG wil zijn maatschappelijke rol in Nederland onderstrepen en een bijdrage leveren aan de economie. Dat doen we niet door lukraak overal in te investeren. Beleg je bijvoorbeeld in staatsobligaties, dan is je bijdrage aan de Nederlandse economie tamelijk beperkt. Bovendien is daar voldoende interesse in, dus daar zijn we niet van meerwaarde. Asset Management heeft daarom twee gebieden geïdentificeerd waar we die bijdrage wel leveren: infrastructuur en venture capital, ofwel durfkapitaal. En dat laatste steken wij onder andere in startups die zich richten op de energietransitie, zoals recent bij NET2GRID. Naast het maatschappelijk belang moet beleggen in Nederland natuurlijk wel voldoen aan de karakteristieken op het gebied van risicorendement. We beleggen dus zeker niet ten koste van alles in Nederland, maar als zich een serieuze investering voordoet die zich goed vergelijkt met andere marktmogelijkheden, dan heeft die wel een streepje voor.”

2020 was op veel vlakken een roerig jaar. Wat is de overall conclusie als we nu terugkijken?
“Dat we afgelopen jaar de goede beleggingsrendementen hebben kunnen vasthouden. En dat maakt mij wel heel trots. Begin 2020 werden we opgeschrikt door de beurscorrectie; door Covid-19 was er een plotselinge, zeer scherpe daling op de beurs. Dat zorgde voor onrust en zorgen, soms ook bij onze klanten. Die zagen de beurzen hard onderuitgaan en vroegen of we niet voorzichtiger moeten zijn. Maar wij weten uit ervaring en goede analyses dat je op zo’n moment juist geen gas terug moet nemen. Als je uit angst voor risico op laag niveau verkoopt, moet je na herstel op hoog niveau bijkopen. Dat zou zonde zijn. We hebben dus onze langetermijnkoers vastgehouden en volgens ons herbalanceringsbeleid juist aandelen bijgekocht terwijl de waarderingen omlaag gingen. Kort uitgelegd betekent dat het volgende: als bepaalde beleggingscategorieën sterk in waarde toe- of afnemen, komt de met de klanten afgesproken verdeling over de categorieën in gevaar. En moet je dus bij- of verkopen: herbalanceren. Een juiste beslissing.”

Wij weten wanneer je wel of juist geen gas moet geven

Aan die  beurscorrectie zijn we dus ontsnapt door vast te houden aan de langetermijnkoers. Maar had corona dan helemaal geen effect op de beleggingsstrategie?
“Wereldwijd reageren bedrijven anders op corona. Er zijn bedrijven die hebben geprofiteerd, anderen merkten geen verschil en een derde groep heeft echt onder de crisis geleden. Voor ons als belegger betekende het dat we in bepaalde sectoren - hotels, entertainment, real estate - moesten aanpoten. Denk aan herfinancieren of het moeten toepassen van bijzondere maatregelen. We hebben menig discussie hierover gevoerd en hier en daar hulp kunnen bieden, maar aan onze lange termijnaanpak hebben we verder niets veranderd. Wat we meenemen uit deze crisis is de wetenschap dat een dergelijke gebeurtenis trends in werking zet die een langere duur zullen hebben. Denk aan groei in logistiek en werken op iedere locatie. Daar kunnen we op inspelen.”

APG stelt hoge duurzaamheidseisen aan bedrijven waarin het namens de fondsen belegt. Zelf blijkt de uitvoerder daar echter nog niet overal aan te voldoen. Wat wordt daar aan gedaan?
“We leggen voor anderen de lat hoog en dan wil je er als bedrijf ook aan voldoen. Maar je ziet ook dat de kapper soms zijn eigen haar niet goed knipt. Dat kan natuurlijk niet, dus we hebben een plan opgesteld om onze eigen duurzaamheid te verbeteren. Via diverse programma’s werken we aan mobiliteit, diversiteit en inclusie en financiële zelfredzaamheid voor deelnemers van onze pensioenfondsklanten. Ook wordt onze huisvesting verduurzaamd en kijken we naar het nieuwe werken.”

 

Dan even iets anders. Eén van de thema’s in het nieuwe jaarverslag van APG: beloningen. Het totaal aantal variabele beloningen bij APG steeg in 2020 flink. Hoe kan dit?
“Dat komt door het aantal medewerkers in het domein waar de bonussen worden uitgekeerd. Binnen APG hebben we variabele beloning afgeschaft, met uitzondering van één specifieke groep: werknemers met een heel directe beleggingsverantwoordelijkheid. Dat zijn de portefeuillemanagers en die groep is toegenomen vanwege doelstellingen van onze klanten in met name de illiquide beleggingen. 2020 was een uitstekend beleggingsjaar en extra positief voor ons vijfjaarsrendement. De beloningen zijn juist ook gekoppeld aan prestaties op de lange termijn. En als je goed belegt, is dat goed voor klant en consument en gaan de variabele beloningssystemen in werking.”

 

APG geeft meestal aan dat er vooral variabele beloningen worden uitgekeerd aan medewerkers die werken in één van de buitenlandse kantoren van APG. Klopt dit nog altijd?
“We hebben een groep medewerkers in Nederland met een directe beleggingsverantwoordelijkheid. Die groep ontvang echter slechts 15% van de variabele beloningen. 85% wordt dus betaald in Amerika en Azië waar variabele beloning past bij de beloningscultuur die daar gangbaar is.”


De leden van de raad van bestuur bij APG zijn gemiddeld meer gaan verdienen, bijna 30.000 Euro per jaar. Uzelf bent zelfs 66.000 Euro meer gaan verdienen. Wat is de reden voor deze stijging van de salarissen van de rvb-leden en uzelf in het bijzonder?
“Wat mijzelf betreft: bij mijn aanstelling is de afspraak gemaakt dat bij goed functioneren mijn salaris na twee jaar naar een vooraf afgesproken niveau zou worden opgehoogd. Afgelopen jaar heeft de raad van commissarissen vastgesteld dat het functioneren zeer goed is, dus vandaar de groei. De andere stijgingen hebben te maken met onder andere een cao-stijging, vakantiegeld waarvan de betaling achterloopt en wat incidentele gevallen zoals het afscheid van bestuursvoorzitter Gerard van Olphen.”

En is dit uit te leggen als het land door de coronacrisis zo’n enorme klap heeft gekregen?
“De inzet en productiviteit van onze medewerkers heeft zeker niet geleden onder de coronacrisis. Verwachte prestaties zijn meer dan geleverd. Voor APG was er daarnaast geen bedrijfseconomische reden om anders te belonen. APG profiteert niet van corona, maar lijdt er ook niet onder. Dat geldt dus door de hele organisatie heen. Bovendien creëert juist daling van salarissen onzekerheid die de economie zou schaden, niet voor niets heeft de overheid steunprogramma’s afgekondigd voor sectoren in de problemen. Ook in het belang van onze economie was salarissen handhaven dus het beste wat we konden doen.”

 

De nieuwe voorzitter van de raad van bestuur gaat niet hetzelfde verdienen als haar voorganger? Welke overweging ligt daaraan ten grondslag?
“Annette Mosman gaat iets minder verdienen dan Gerard van Olphen. Bij het vaststellen van een beloning kijken we naar interne verhouding - wat verdient de gemiddelde medewerker ten opzichte van de voorzitter-, naar de marktbenchmark en naar maatschappelijke aspecten. Haar salaris ziet er keurig uit, het is hooguit iets lager, maar ze staat ook aan het begin van haar periode, Gerard had er al een paar jaar opzitten.”