Samenwerking beleggers in Climate Action 100+ werpt vruchten af
Shell wil dat zijn productketens uiterlijk in 2050 klimaatneutraal zijn. Dit maakte het olie- en gasbedrijf vandaag bekend. De plannen bouwen voort op de afspraken die Shell in 2018 maakte met het samenwerkingsverband Climate Action 100+. APG maakt hier, namens zijn pensioenfondsklanten, deel van uit.
Klimaatneutraal betekent dat Shell in 2050 – of eerder – per saldo geen broeikasgassen wil uitstoten. Het gaat hier zowel om de directe uitstoot van Shell zelf, als om de uitstoot van Shells leveranciers en klanten.
Onderdeel hiervan is dat Shell zijn doelstelling aanscherpt om de netto CO2-voetafdruk van zijn producten, zoals benzine of kerosine, te verlagen. Streefde het bedrijf eerst naar een verlaging met 50% voor 2050 en 20% voor 2035, nu worden de doelstellingen respectievelijk 65% en 30%. Naar afnemers, zoals luchtvaartmaatschappijen en transportbedrijven, wil Shell zich steeds meer gaan richten op bedrijven die deze CO2 vervolgens in hun eigen keten verder afvangen, opslaan of compenseren, bijvoorbeeld door natuurlijke ecosystemen uit te breiden.
Daarmee worden de totale ketens klimaatneutraal in 2050.
Met deze plannen zet Shell verdere stappen om bij te dragen aan het behalen van de klimaatdoelen van Parijs, zegt Corien Wortmann, bestuursvoorzitter van ABP. “We waarderen het dat Shell zijn ambities regelmatig evalueert en nu aanscherpt. Het is goed om te zien wat verantwoorde beleggers kunnen bereiken als zij hun krachten bundelen in een initiatief als Climate Action 100+.”
Na de eerdere aankondigingen in 2017 en 2018 heeft het voorbeeld van Shell navolging gevonden bij andere olie- en gasbedrijven. “Wij hopen dat deze aankondiging ook nu weer een domino-effect zal hebben. Als verantwoorde belegger en kritische aandeelhouder van Shell en andere olie- en gasmaatschappijen zullen wij dit nauwlettend blijven volgen.”
Met de aangescherpte ambities sluit Shell zich aan bij de oproep in een recent rapport van het klimaatpanel van de Verenigde Naties om de temperatuurstijging niet slechts tot 2 maar tot 1,5 graad Celsius beperkt te houden.