“Ik scoor relatief hoog op out-of-the-box- denken”

Gepubliceerd op: 24 juni 2024

Wie zíjn die mensen die er bewust voor kiezen in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? In 'De mens achter je pensioen' nemen we de lezer mee achter de schermen. Deze keer: Dave Extra, Manager Master Data Management bij APG. “De mannenweekeinden die ik organiseer, vormen mijn manier om iets terug te geven aan de wereld.”


Hoe wordt iemand Manager Master Data Management?
“Ik weet niet of er een specifieke route voor is, maar die van mij ging als volgt: ik ben vijftien jaar geleden bij APG begonnen. Mijn toenmalige manager was vrij enthousiast dat ik een technische en bedrijfskundige achtergrond had en niet zozeer een financiële. Dat bood mij toentertijd de kans om niet alleen in Heerlen. maar ook in Amsterdam te werken, en daar de nieuwe afdeling Business Management mede op te zetten. Vandaaruit rolde ik in een klein team dat zich bezighield met data-administratie en -verwerking. Terwijl dat team groeide naar zo’n 25 medewerkers, werd ik gevraagd om samen met een collega de afdeling die nu Data Management heet te runnen. En dat doe ik nu bijna zes jaar.”


Je hebt er al vijftien jaar op zitten bij APG. Hoe houd je je werk spannend?

“Kenmerkend voor APG is dat je hier je eigen uitdagingen kunt zoeken, en die zijn er volop, maar ook gevoed wordt door je omgeving. We zijn als organisatie continu in beweging. Zelf heb ik tot nu toe zo’n vijf verschillende functies bekleed. In die periode hebben we waanzinnig grote projecten uitgevoerd en een ongekend systeemlandschap neergezet. Ik zeg altijd dat je moet aanpakken waar je warm van wordt, dan krijg je heel vaak mogelijkheden. En die pak ik graag met twee handen beet.”


Wat kan er volgens jou beter bij APG?

“We zouden wat meer lef mogen tonen. We zijn een grote vermogensbeheerder en beheren ontzettend veel geld. Dat betekent dat we veel waarde hechten aan een zekere mate van veiligheid en een vrij lage risk appetite hebben. Dat is terecht, want een foutje kan grote gevolgen hebben. We hebben daarom lang gefocust op robuuste processen en automatisering, en weinig ruimte voor risico gelaten. Tegelijkertijd is de wereld dermate in beweging, dat je als organisatie ook erg flexibel moet zijn, want vijf jaar vooruitkijken kan gewoon niet meer. Dat vraagt aan onze zijde om lef en het durven zetten van stappen. Bij ons werden de zogenaamde ‘blauwe’ collega’s, die volgens de Management Drives-methode (die aan de hand van zes kleurenbollen inzicht biedt in de drijfveren van mensen, red.) veel belang hechten aan structuur, altijd erg gewaardeerd. Zij volgen immers de regels altijd netjes en houden het systeem in stand. Het zou goed zijn als er een gezonde balans ontstaat tussen collega’s met verschillende kleuren.”


Welke kleur heb jij volgens deze methode?             
“Ik behoor tot de zeldzame categorie mensen bij wie alle kleurenbollen even groot zijn, maar lijk een lichte voorkeur te hebben voor resultaatgerichtheid. Ook scoor ik relatief hoog op out-of-the-box-denken en het sociale aspect. Dat de kleurenbollen bij mij even groot zijn, maakt het af en toe weleens complex. Ook voor mezelf moet ik kleur bekennen. Letterlijk.”

Kun je daar een voorbeeld van geven?
“Als ik in een overleg zit, moet ik van tevoren goed bedenken welke rol ik ga innemen. Ik heb de neiging om snel de leiding te nemen, maar aan de andere kant voel ik me ook thuis bij de rol van expert die sterk is op de inhoud. Soms ben ik aan het woord, maar dan merk ik dat ik ook de anderen mee wil nemen en daardoor iemand anders het podium gun en zo de bal weer laat liggen. Dat creëert weleens onduidelijkheid bij collega’s over mijn rol. Tegenwoordig realiseer ik me vaker dat het goed is om op voorhand een rol te kiezen en me daaraan te houden.”


Ben je er actief mee bezig om voor jezelf duidelijk te maken welke rol het beste bij je past?

“De laatste jaren doe ik veel aan persoonlijke ontwikkeling. Dat varieert van het leren van mijn biochemie en neurolinguïstisch programmeren tot het regelmatig organiseren van mannenweekeinden. Ik ben me dus zeker bewust van mijn eigen gedragspatronen, en probeer die af en toe te doorbreken om zo duidelijkere keuzes te maken.”


Hoe komt iemand tot het besluit mannenweekeinden te gaan organiseren?
“Voor mij heeft dat vooral te maken met het feit dat ik een heel zware periode achter de rug heb. Zo’n vijf jaar geleden ging m’n partner bij me weg. We hadden twee jonge kinderen en ik slaagde er op cognitief vlak niet meer in om dingen die op me afkwamen op te lossen. Het lukte me nog om precies te vertellen wat er met me aan de hand was, en ik begreep heel goed de fases van rouw waar ik doorheen moest, maar op de een of andere manier strookte dat niet met mijn eigen gedrag en gevoelens. Daarop besloot ik m’n eigen pad te gaan bewandelen, waarop ik veel mooie dingen heb gezien. Tegelijkertijd bedacht ik me dat het verbazingwekkend is dat we daarmee pas bezig zijn als we het heel zwaar hebben in ons leven. Hoe prettig zou het zijn om aan een paar van die mooie dingen te proeven en ruiken, ook wanneer je wereld niet op z’n kop staat? Maar alles wat op dit gebied georganiseerd werd voelde wat zweverig voor mij, zoals een retreat waarbij alleen yoga of meditatie op het programma staat. Het leek me als man zijnde mooi om dat soort dingen te combineren met diepe gesprekken, een goede work-out en een fijne barbecue. Dat vormt mijn manier om iets terug te geven aan de wereld.”


Wat haal jij persoonlijk uit die mannenweekeinden?
“Ik kan het als niets anders omschrijven dan voldoening. Het mooiste vind ik misschien nog wel om de mannen die lijken op mijn vroegere ik en er sceptisch tegenover staan te overtuigen om deel te nemen. Hoe sceptischer, hoe liever. Tijdens een ademhalingssessie zie ik geregeld mannen die waanzinnig analytisch zijn en veel in hun hoofd zitten, van alles ervaren en voelen. Als ik hen hoor zeggen dat ze de wereld nog nooit zo bekeken hebben, voelt dat voor mij echt als een cadeautje.”


Hoe verhoudt jouw werk in de pensioensector zich tot zo’n mannenweekeinde?

“Het voelt soms alsof het twee werelden zijn. De deelnemers aan de mannenweekeinden kunnen mijn nuchtere aard erg waarderen, omdat ze misschien hadden verwacht dat ik als organisator met een hoofdtooi op in een hutje op de hei zou zitten. Aan de andere kant stond ik binnen APG tot een paar jaar geleden bekend als Dave de analist, terwijl men mij nu meer associeert met ‘menselijk’ en ‘gevoelens’. Aan dat stempel heb ik wel even moeten wennen, maar dat draag ik nu met trots.”