Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: macro-econoom en expert strateeg bij APG Charles Kalshoven over de invoering van de Wet huurverlaging. Hoe eerlijk is die eigenlijk?
Wat speelt er? De Eerste Kamer heeft recent het wetsvoorstel Huurverlaging 2023 voor huurders met een laag inkomen aangenomen. Met dit wetsvoorstel krijgen huurders met een huurprijs boven de 575 euro (prijspeil 2023) per 1 juli 2023 een huurverlaging. De verlaging geldt voor huishoudens die in een zelfstandige sociale huurwoning wonen en niet meer verdienen dan 120 procent van het minimuminkomen conform de Wet op de huurtoeslag. Een goed initiatief, zo zou je op het eerste oog zeggen.
Toch is er kritiek. Sociale huurders van particuliere huurwoningen zien hun huurprijs niet alleen harder stijgen dan vorig jaar, maar door de invoering van de Wet huurverlaging ook aanzienlijk harder dan die van sociale huurwoningen van corporaties. Huurders in de vrije sector zijn zelfs nog slechter af, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De vraag dringt zich dan ook op; hoe eerlijk is deze nieuwe wet eigenlijk?
Econoom
“Wat is eerlijk? Dat is eigenlijk niet een vraag voor een econoom, maar voor een filosoof. John Rawls bijvoorbeeld. Hij hanteerde het gedachtenexperiment van de ‘sluier van onwetendheid’. Welke verdeling zou je rechtvaardig vinden als je van tevoren niet weet wat bijvoorbeeld je geslacht en sociale status in de maatschappij is? Dan komen mensen tot een minder scheve verdeling dan momenteel. Ze houden er meer rekening mee dat ze tot de pechvogels kunnen behoren”, aldus Kalshoven.
Maar zo werkt het nu eenmaal niet, realiseert hij zich ook. “Een economisch oordeel over de eerlijkheid van deze wet is dus lastig. Maar economen kunnen wel iets zeggen over de doelmatigheid, de effecten en de gevolgen. En wat ik dan constateer is dat de wet niet voor iedereen geldt, slechts voor zo’n 510.000 mensen met een sociale huurwoning. Die gaan minder huur betalen. Heeft die groep het meer nodig dan andere huurdersgroepen? Ik weet dat niet. De sociale huurwoningen zijn vaak prima geïsoleerd, misschien wel beter dan menig huurwoning in de particuliere sector.”
“Daarbij kost dit natuurlijk geld, geld dat de overheid betaalt door de verhuurdersheffing voor woningcoöperaties af te schaffen. Dit gaat om een bedrag van 1,7 miljard euro. Dat betekent dus dat het tekort bij de overheid oploopt, geld dat weer op een andere manier moet worden geïnd. Is dat eerlijk? Misschien wel. Want je haalt iets bij de een weg, die het wellicht prima kan betalen, wat je aan de ander geeft.”