In het vernieuwde pensioenstelsel bewegen pensioenvermogens en -inkomens mee met de economie. Financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen via de solidariteitsreserve, een gezamenlijke buffer. Er is onder gepensioneerden en actieven (opbouwers van pensioen) grote steun voor deze buffer. Er zijn wel verschillen in de mate waarin, maar deze kunnen goed verklaard worden met de voorkeuren voor solidariteit in het algemeen. Dat blijkt uit een onderzoek van APG.
Met het onderzoek wil APG zijn pensioenfondsklanten* ondersteunen met inzichten in het draagvlak onder deelnemers voor de pensioenbuffer. Het doel van deze reserve is om mee- en tegenvallers tussen deelnemers te delen, die optreden als gevolg van bijvoorbeeld beleggingsrisico’s en schommelingen in inflatie of levensverwachting. Op die manier zorgt de buffer voor meer stabiele en meer gelijke uitkeringen en dempt het de verschillen tussen pech- en gelukgeneraties. De solidariteitsreserve mag maximaal 15 procent van het fondsvermogen zijn en niet negatief worden.
Groot draagvlak
Pensioenfondsen mogen voor een deel zelf bepalen hoe deze solidariteitsreserve wordt gevuld en wanneer deze wordt ingezet. “We vroegen daarom aan 2105 gepensioneerde en actieve deelnemers van 38 bedrijfstakpensioenfondsen in welke mate zij solidair willen zijn met andere gepensioneerden en werkenden”, vertelt Evert Webers (onderzoeker bij APG). “Het belangrijkste inzicht dat het onderzoek ons bood is dat er onder actieve deelnemers en gepensioneerden van de onderzochte fondsen groot draagvlak bestaat om mee- en tegenvallers solidair met elkaar te delen.”
Dit vormt ook een belangrijke conclusie in het kader van de solidaire premieregeling die bedrijfstakpensioenfondsen voorstaan, vult Eduard Ponds (Senior Strategist Research & Analytics bij APG en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg) aan. “De pensioenbuffer is er namelijk gekomen om de verplichtstelling van deze fondsen intact te houden. Dat is een bestuurlijke beslissing, maar uit ons onderzoek blijkt dus dat deelnemers solidair met elkaar willen zijn en als zodanig de buffer steunen.”
Altruïsme, wederkerigheid en eigenbelang
Verdere belangrijke inzichten uit het onderzoek zijn dat hoe meer men hecht aan solidariteit, hoe groter het draagvlak is voor specifieke manieren om de buffer te vullen en te besteden. Ook blijkt de gemiddelde werkende en gepensioneerde meer solidariteit te willen geven dan ze zelf verwachten terug te ontvangen. Webers: “Dat vonden we een opvallende uitkomst, al past het wel bij de andere inzichten.” Wellicht minder verrassend is dat mensen het meest solidair willen zijn met mensen die op hen lijken.
Het onderzoek, dat inmiddels is gedeeld met de pensioenfondsklanten van APG en gepresenteerd bij een conferentie van kennisnetwerk Netspar, bevestigt dat er drie belangrijke groepen bestaan als het gaat om solidariteit, iets dat ook terug is te vinden in academische literatuur. “Er is een groep mensen die anderen zonder meer willen helpen, oftewel altruïsme”, legt Ponds uit. “Dan is er een groep die hecht aan wederkerigheid, of anders gezegd: voor wat, hoort wat. En de derde groep richt zich vooral op het eigenbelang. De mate van steun voor de pensioenbuffer varieert per groep en komt overeen met wat je mag verwachten: de grootste steun bestaat onder de altruïstische groep en de minste onder de groep die het meest hecht aan het eigenbelang.”
Het onderzoek toont ook aan dat de steun voor de buffer significant groter is bij deelnemers van de pensioenfondsen in de publieke sector vergeleken met die van de fondsen uit de marktsector.
Concreet
Om te voorkomen dat de onderzochte deelnemers sociaal-wenselijke antwoorden gaven, werd zo concreet mogelijk uitgelegd wat solidariteit kan inhouden. Ponds: “We maakten bijvoorbeeld duidelijk dat de buffer gebruikt kan worden om de pensioenen net zo hard te laten stijgen als de inflatie. Hierdoor is er dan wel minder geld beschikbaar bij tegenvallers met de pensioenvermogens van werkenden, waardoor de kans toeneemt dat zij later een wat lager pensioeninkomen zullen ontvangen.”
Het onderzoek richtte zich ook op de vraag hoe deelnemers kijken naar andere vormen van solidariteit. Dat bood volgens Ponds nog een opvallend inzicht. “Van de gepensioneerden vindt 80 procent dat mensen solidair moeten zijn in het geval van gezondheidszorg. Onder werkenden is dit 71 procent. Solidariteit bij werkloosheid scoort het laagst, zowel onder gepensioneerden (43 procent vindt solidariteit daar belangrijk) als werkenden (44 procent).” De verschillende vormen van pensioen staan in de middenmoot als het om solidariteit gaat.
Van de 2105 benaderde deelnemers die de vragenlijst ontvingen – waarmee het om een representatieve steekproef gaat – vulden 1753 de lijst volledig in.
*APG werkt voor de pensioenfondsen ABP, bpfBOUW, SPW, Pensioenfonds Architectenbureaus, SPMS, PWRI, BPF Schoonmaak en PPF APG.