Gaan alle gepensioneerden er met versoepeling van de indexatieregels op vooruit?

Gepubliceerd op: 18 november 2021

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: strategisch beleidsmedewerker Tinka den Arend over de geplande versoepeling van de regels om pensioenen te laten meegroeien met de inflatie. “Er moeten nog veel afwegingen worden gemaakt, en dan kan het per fonds ook nog heel verschillend uitpakken.”

 

Bij stijgende prijzen betekent een gelijkblijvend pensioen een achteruitgang. Dus toen staatssecretaris Wiersma (SZW) op 11 november 2021 aan de Tweede Kamer toezegde dat hij de regels om pensioenen jaarlijks te laten meegroeien (‘indexeren’) met de inflatie, zou versoepelen, klonk dat voor miljoenen gepensioneerden waarschijnlijk als goed nieuws. Want fondsen met een beleidsdekkingsgraad (zie kader) onder de 110% mogen momenteel niet indexeren. Met de versoepeling zou die grens naar 105% gaan. Voor een aantal pensioenfondsen zou dat het verschil maken tussen ‘indexatie kommt nicht im Frage’ en ‘eventueel indexeren’.

De (actuele) dekkingsgraad geeft de mate weer waarin een pensioenfonds met zijn vermogen kan voldoen aan alle financiële verplichtingen aan deelnemers, nu en in de toekomst. Maar om te bepalen of een pensioenfonds mag indexeren, wordt de zogeheten beleidsdekkingsgraad gebruikt. Dit is  het gemiddelde van de (actuele) dekkingsgraden in de twaalf maanden voorafgaand aan het peilmoment. De actuele dekkingsgraad kan door het jaar heen nogal fluctueren, door de rentestand en andere bewegingen op financiële markten. Door de beleidsdekkingsgraad als peilstok te gebruiken, wordt de kans verkleind dat een fonds een indexatiebesluit neemt waar het spijt van krijgt omdat de financiële positie inmiddels aanzienlijk is veranderd.

Dat alle fondsen met een beleidsdekkingsgraad boven 105% in dat geval gaan indexeren, is echter een voorbarige conclusie, blijkt als je praat met Den Arend. Ten eerste omdat de voorwaarden waaronder fondsen gebruik mogen maken van die versoepelde regels, nog in wet- en regelgeving gegoten moeten worden. De exacte criteria zijn nu nog niet bekend. Bovendien moet de financiële positie (het vermogen ten opzichte van de verplichtingen) van het betreffende fonds goed genoeg zijn om op basis van de versoepelde regels überhaupt te kunnen indexeren. Want een aantal fondsen zal ook niet voldoen aan die versoepelde financiële eisen.  En last but not least: óók de fondsen met voldoende vermogen besluiten zelf in welke mate ze gebruik maken van de versoepeling.


Gaat ver

Den Arend: “Momenteel mag een pensioenfonds wettelijk pas indexeren als de beleidsdekkingsgraad 110% of hoger is. Oorspronkelijk zou die grens per 1 januari 2022 verlaagd worden naar 105%.  Maar omdat de wetgeving daarvoor is uitgesteld, zou de wijziging pas ingaan op 1 januari 2023. Gijs van Dijk, Kamerlid voor de PvdA, wil dat fondsen toch al vanaf 1 januari 2022 gebruik kunnen maken van de versoepelde regels. De staatssecretaris heeft aangegeven daarmee akkoord te kunnen gaan, maar wel onder bepaalde voorwaarden. Die voorwaarden zijn gericht op de waarborging van de evenwichtigheid van dit besluit in relatie tot de besluiten ten aanzien van het nieuwe stelsel.”


Onzekerheid

En in die voorwaarden zit meteen de onzekerheid, als het gaat om de vraag of alle gepensioneerden erop vooruitgaan door de versoepeling van de regels. Den Arend: “Het besluit om de versoepeling juridisch mogelijk te maken – de Algemene Maatregel van Bestuur, AMvB – wordt medio 2022 verwacht. Veel zal afhangen van wat er in die AMvB komt te staan, bijvoorbeeld de peildatum die fondsen moeten gebruiken voor het bepalen van de beleidsdekkingsgraad. Fondsen met een beleidsdekkingsgraad onder de 105% zullen de pensioenen sowieso niet kunnen verhogen. En de fondsen met een beleidsdekkingsgraad vanaf 105% moeten voldoen aan de voorwaarden die de staatssecretaris stelt om ervoor te zorgen dat de belangen van de verschillende groepen in het fonds op een goede manier tegen elkaar afgewogen worden. Daarbij zullen zij ook besluiten in het kader van het nieuwe pensioenstelsel moeten betrekken: besluiten van wetgever, sociale partners en pensioenfondsbesturen. Daarmee wordt ook van belang wat er precies in wetgeving rond het nieuwe stelsel komt te staan. De uitkomst van die afweging kan van fonds tot fonds verschillen.”   


Verschillend uitpakken

Kortom, een deel van de gepensioneerden zal er sowieso niet op vooruit gaan als de indexatieregels versoepeld worden en ook voor het andere deel is nog niet vast te stellen of en in welke mate ze erop vooruit gaan. Den Arend: “Inderdaad. Er moeten nog veel afwegingen worden gemaakt, en dan kan het per fonds ook nog heel verschillend uitpakken.”