De beleggingswereld kent vele bekende en minder bekende termen. Denk bijvoorbeeld aan aandelen, obligaties of futures. Maar wat zijn het precies? In een reeks lichten we de kenmerken en de ontstaansgeschiedenis van de diverse beleggingscategorieën toe. In deze aflevering gaat Hans van Westrienen (Senior portfoliomanager bij APG) in op misschien wel de veiligste beleggingsvorm: de staatsobligatie.
De staatsobligatie in ‘t kort
Wat is het?
Een lening uitgegeven door een staat.
Wanneer is het ontstaan?
In 2400 voor Christus, in Mesopotamië. De oudste obligatie waarover nog steeds rente wordt betaald, stamt uit 1624 en is van een Nederlands waterschap.
Wat komt er nog meer bij kijken?
Een obligatie kan net als een aandeel worden verhandeld. De waarde beweegt zich tegengesteld aan de rente. Die rente hangt ook af van de kredietwaardigheid van de overheid die de obligatie uitgeeft.
Wat is het?
“Een staatsobligatie is eigenlijk niets anders dan een lening die wordt uitgegeven door een overheid”, vertelt Van Westrienen. “Die lening betreft doorgaans een groot bedrag, in sommige gevallen tot meer dan 10 miljard euro, en wordt dan ook verdeeld in allemaal kleinere delen. Door te beleggen in een van die delen, lenen grote beleggers zoals pensioenfondsen geld uit aan de staat. Zij worden daarmee obligatiehouder, en ontvangen gedurende de looptijd van de obligatie jaarlijks rente. Het doel van zo’n obligatie is dat een overheid, bijvoorbeeld de Nederlandse staat, geld ophaalt. Die overheid kun je zien als een groot bedrijf met inkomsten – vooral belasting – en uitgaven zoals sociale zekerheid, de zorg en het onderwijs. De belastingen komen niet altijd binnen op het moment dat uitgaven nodig zijn, en soms wil een staat meer uitgeven dan wat er binnenkomt. Door staatsobligaties uit te geven, haalt hij het extra benodigde geld op.”
Een van de verschillen met aandelen is dat die doorgaans maar één vorm kennen. “Staatsobligaties zijn er in verschillende soorten en maten, waarbij looptijd en rente van obligatie tot obligatie verschillen. De meest simpele vorm is dat een overheid obligaties uitgeeft voor tien jaar, jaarlijks een vast rentepercentage betaalt en het geleende bedrag na die tien jaar aan de obligatiehouders terugbetaalt.”
De langstlopende obligatie ter wereld bestaat al sinds 1624
Wanneer is het ontstaan?
De oudst bekende obligatie dateert van 2400 voor Christus, gebeiteld in een steen die is ontdekt bij Nippur, een plaats in het toenmalige Mesopotamië (het huidige Irak).
De langstlopende obligatie ter wereld is die van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, uit 1624. Het betreft een eeuwigdurende lening met een rente van 2,5 procent, bijna vierhonderd jaar geleden uitgegeven zodat het waterschap de reparatie van een dijk kon financieren. De Stichtse Rijnlanden betaalt nog jaarlijks rente aan obligatiehouders van zes andere eeuwenoude obligaties of rentebrieven.
De rente op een obligatie wordt ook wel coupon(rente) genoemd. Deze term is terug te voeren op het feit dat een obligatie vroeger uit twee grote bladen bestond. Van een van die bladen kon je (jaarlijks) een coupon knippen en die inleveren bij de bank, die jou dan de rente betaalde.
Wat komt er nog meer bij kijken?
Net als een aandeel kan ook een obligatie worden verhandeld. “Als belegger A een obligatie van de Nederlandse staat heeft gekocht, dan kan hij die obligatie op de markt aan belegger B verkopen. Daarna is de staat de rente en het geleende bedrag aan belegger B verschuldigd. Als de rente stijgt, daalt de prijs van een obligatie – en andersom. “Stel je voor dat de Nederlandse staat een obligatie uitgeeft van 100 euro voor tien jaar met een couponrente van 2 procent. Een eventuele stijging van de rente naar 4 procent, maakt deze obligatie met een coupon van 2 procent minder aantrekkelijk. Een obligatiehouder ontvangt liever een hogere rente over het uitgeleende geld. Om dit te compenseren daalt de prijs van de obligatie, bijvoorbeeld naar 80 euro. Daarentegen blijft de couponbetaling hetzelfde, in dit geval 2 procent ̶ dus 2 euro ̶ over het oorspronkelijk uitgeleende bedrag. De prijsdaling maakt de waarde van de bestaande obligatie vergelijkbaar met de waarde van de nieuwe obligatie.”
Bij staatsobligaties speelt ook de kredietwaardigheid van landen een rol. “Onafhankelijke kredietbeoordelaars bepalen dit. Zo heeft Nederland, maar bijvoorbeeld ook de Verenigde Staten, momenteel de hoogste rating: AAA. Het is dus superveilig om de Nederlandse overheid geld te lenen, omdat je vrijwel zeker je geld terugkrijgt. Bij landen met een lagere kredietwaardigheid wordt de kans iets kleiner geacht dat de obligatiehouder het uitgeleende geld terugkrijgt. Als compensatie moeten die landen daarom een hogere rente betalen over hun staatsobligaties.”