Doorwerken tot je 67e en daarna genieten van je oude dag. Of kan het ook ánders? Een zoektocht naar Plan P: vernieuwende ideeën en alternatieve scenario’s voor de inrichting van leven, werk en pensioen. Omdenken voor en door jong en oud.
In deze slotaflevering: Drie APG’ers over millennials die streven naar financiële onafhankelijkheid om eerder te stoppen met werken.
Rondscharrelen in de moestuin bij je huisje in de Zweedse bossen. De luxe hebben om op dinsdagochtend niet achter je laptop te schuiven maar lekker te gaan wandelen. Een opleiding voor boswachter volgen of eindelijk dat pop-up restaurantje openen. Zomaar wat dromen van mensen over hun pensioenperiode. Alleen komen deze dromen niet van zestigers, maar van een twintiger en twee dertigers: Rowan (27), Saska (30) en Puck (33). En ze willen die dromen niet pas waarmaken na hun 67e, maar liefst vóór hun veertigste of nog eerder. Elders op apg.nl laten we deze millennials aan het woord over hun levensinstelling en de manier waarop ze hun vroegpensioen financieren.
Haalbaar en wenselijk?
De FIRE-filosofie (Financial Independence, Retire Early) speelt daarin een belangrijke rol: het zo vroeg mogelijk in je leven bereiken van financiële onafhankelijkheid door (sober) te leven van het rendement van je beleggingsportefeuille. Dat klinkt mooi, maar is het ook haalbaar en maatschappelijk wenselijk? We vroegen het Charles Kalshoven, Thijs Knaap en Eduard Ponds, alle drie werkzaam bij APG voor de afdeling Asset Management, die verantwoordelijk is voor het beleggen van 560 miljard euro aan pensioengeld (stand november 2020) voor 4,7 miljoen deelnemers via de aangesloten fondsen. Het leidde tot vijf kanttekeningen (maar ook twee winstpunten).
Kanttekening 1: Professionele beleggers realiseren meer rendement
FIRE-adepten leggen zoveel mogelijk van hun inkomen opzij om te beleggen, soms zelfs de helft. Kunnen jonge mensen zelfstandig wel voldoende pensioenkapitaal opbouwen voor hun vroege ‘oude dag’? Charles Kalshoven: “Mensen willen steeds meer zelfvoorzienend en onafhankelijk zijn, dat is een maatschappelijke trend. Ze willen zonnepanelen om in hun eigen energie te voorzien en steeds vaker hun eigen pensioenvoorziening regelen. Maar als individueel belegger kun je nooit de resultaten en risicospreiding evenaren van een professionele partij. Als APG kunnen wij een mooie mix hanteren tussen bijvoorbeeld aandelen, vastgoed en langetermijnbeleggingen in infrastructuur, waarmee we ook nog eens een maatschappelijke bijdrage leveren.”
Eduard Ponds, naast zijn functie bij APG bijzonder hoogleraar Economie van Collectieve Pensioenen aan de Universiteit van Tilburg: “Keer op keer komt uit onderzoek naar voren dat professionele beleggers betere resultaten realiseren dan individuele beleggers.”
Kanttekening 2: Individuele pensioenbeleggers dragen zelf langlevenrisico
De FIRE-aanhangers zelf denken daar overigens anders over. Ze gaan vaak uit van een verwacht rendement (inclusief dividend) van minstens 7% op hun beleggingsportefeuille. Vier procent om van te kunnen leven, 3% voor inflatiecorrectie. “Het verwachte rendement op aandelen en vooral obligaties is niet meer zo groot als vroeger,” waarschuwt Kalshoven. “Dat merken wij bij APG zelf ook,” vult collega Thijs Knaap aan. “Dus als je rekent op gemiddeld 7% rendement, dan ben je misschien toch wat te optimistisch.”
Bovendien lopen FIRE-aanhangers het risico om aan het eind van hun pensioenkapitaal een stukje leven over te houden, rekent Ponds voor. “Als je 4% aan je pensioenkapitaal onttrekt en een beleggingsbeleid hebt met 50% aandelen en 50% obligaties, dan ga je de komende dertig jaar waarschijnlijk niet failliet. Maar daarna wordt het kritiek, terwijl de levensverwachting steeds verder toeneemt, naar honderd jaar of meer.” Pensioenfondsen vangen dat langlevenrisico op met collectieve reserves. Knaap: “Mensen kunnen zo lang ze leven pensioen krijgen, omdat je kunt putten uit een grotere pensioenpot en niet iedereen even oud wordt. Als je al met je veertigste met pensioen gaat en honderd wordt, loop je het risico dat je te weinig spaart voor die zestig jaar.”