Blijft het aantal werkende ouderen ook de komende jaren toenemen?

Gepubliceerd op: 15 september 2022

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: hoofdeconoom Thijs Knaap en Hoofd HR Strategie Roosmarije Reneman over de toename van het aantal werkende ouderen in Nederland.  

Na een leven lang de Britse kroonprins te zijn geweest, mocht Charles zaterdag op 73-jarige leeftijd dan eindelijk het koningschap aanvaarden. Een goed moment om te kijken hoe het in Nederland zit met 65-plussers op de arbeidsmarkt.

Charles blijkt lang niet de enige 70-plusser die nog niet met pensioen is. In 2003 werkte 3,3 procent van de Nederlanders in de leeftijdscategorie van 70 tot 75 jaar, blijkt uit cijfers van het CBS. In 2019 was dit opgelopen tot 8 procent, om in de twee coronajaren te zakken tot 7,5 procent. Dit betekent dat 1 op de 13 ouderen tussen de 70 en 75 jaar nog werkt. De stijging onder 65-jarigen was nog groter. In 2003 werkte minder dan 1 op de 10 ouderen van 65 jaar, om daarna gestaag te stijgen tot ruim 4 op de 10 vorig jaar, wat verband houdt met de gestegen AOW-leeftijd.

Pensioen
Naast de hogere AOW-leeftijd zijn er nog vier redenen waarom mensen langer doorwerken dan vroeger, stelt Knaap. “Pensioenen zijn langere tijd niet verhoogd. Als je een hoger pensioen krijgt, is het financieel gezien makkelijker om eerder te stoppen met werken. Als het pensioen daarentegen lager is dan gewenst, is het aantrekkelijk om wat langer door te werken. Het effect hiervan zal wat kleiner zijn dan de gestegen AOW-leeftijd, maar het speelt wel mee.” Een derde, recente reden, is dat er momenteel veel vraag is naar arbeid. “We gaan nu door een demografische overgang waarbij er veel gepensioneerden zijn die geld uitgeven terwijl er steeds minder mensen aan het werk zijn. Het is daarom logisch dat de vraag naar mensen stijgt, ook voor deeltijd en incidenteel werk. Dat zal in de toekomst nog verder toenemen.”


Reden nummer vier heeft te maken met de transformatie van een economie die voornamelijk gericht was op fysiek werk naar de huidige diensteneconomie. “Werken op het land of in de fabriek kon je niet meer na je 65ste, dat is ook de reden dat pensioen is bedacht”, aldus Knaap. “Een 65-plusser zal niet meer in de hoogovens gaan werken, maar bijvoorbeeld wel op kantoor. Een groot deel van het werk wordt tegenwoordig zittend op kantoor of thuis verricht. Dat maakt het makkelijker voor ouderen om door te werken. De laatste reden is dat er steeds meer werkende vrouwen zijn. Dat was na de Tweede Wereldoorlog een zeldzaamheid, maar sinds de jaren zestig neemt het aantal toe. De generatie van werkende vrouwen heeft nu de leeftijd van 65 jaar bereikt, en daaronder zullen ook vrouwen zitten die op hogere leeftijd nog aan het werk zijn.”

Er zit ook een risico aan een gemiddelde hoge leeftijd bij een bedrijf of sector

Ervaring
Ondanks de toename van het aantal werkende 65-plussers, hebben veel werkgevers een blinde vlek als het gaat om het arbeidspotentieel van ouderen, zegt Reneman. “Er is nu een groot tekort aan arbeidskrachten. Het idee dat je voor iedere functie vier mensen hebt om de vacature te vullen, moeten we echt loslaten. Waarom zou je als werkgever dan geen ouderen met hun ervaring en levenswijsheid inzetten om zo vacatures in te vullen?” Tegelijkertijd zit er ook een risico aan een leeftijdsopbouw met een gemiddelde hoge leeftijd bij een bedrijf of sector. “Door de vergrijzing zijn er grote tekorten ontstaan in bijvoorbeeld het onderwijs en de zorg. Het is dus belangrijk dat er een goede mix bestaat tussen de verschillende leeftijden, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.”


Reneman verwacht net als Knaap dat onder andere het flexibele werken, dat tijdens de coronacrisis een hoge vlucht nam, het voor ouderen die door willen werken makkelijker maakt om langer aan de slag te blijven, vanwege een betere werk-privé balans. Dit geldt niet voor elke sector. “Iemand die een opleiding tot agent wil volgen, begint direct na de middelbare school al met werkend leren, en op je twintigste begin je als agent echt met werken. Maar je kunt misschien niet tot je 67ste achter een boef aanrennen. Militairen beginnen ook heel jong, maar je kunt maar tot een bepaalde leeftijd militair zijn, daarna begint je tweede loopbaan. We moeten meer denken in tweede, derde en misschien wel vierde loopbanen in een werkend leven, en (deeltijd)pensioen naast een goede oudedagvoorziening ook zien als vitaliteitsinstrument.”  


Verschillende ontwikkelingen zullen ervoor zorgen dat het aantal werkende ouderen de komende jaren nog wel verder zal stijgen, verwacht Knaap. “De toenemende (gezonde) levensverwachting en de druk op de vraagkant vanwege de oplopende vergrijzing zorgen daarvoor. Omdat doorwerken niet voor iedereen ideaal zal zijn, is het goed dat de pensioenleeftijd niet vastligt.”


Passie

Of ouderen door willen werken hangt ook af van de gezondheidstoestand en of iemand zijn of haar baan als een passie ziet, denkt Reneman. De cijfers van het CBS lijken het belang van werk als passie te ondersteunen. Zo is meer dan een kwart van alle beeldende kunstenaars in Nederland een 65-plusser. Beroepsgroepen als meubelmakers, kleermakers en stoffeerders kennen ook relatief veel ouderen. Reneman: “Als je tot je 96ste koningin kunt zijn, waarom zou je dan ook niet in je werkzame leven tot je 75ste mooie dingen kunnen doen?”