“We hebben dynamiek nodig”

Gepubliceerd op: 15 februari 2024

Nederland vergrijst. En dat heeft invloed op van alles en nog wat, op bijvoorbeeld de woningmarkt, het zorgstelsel, de economie, de arbeidsmarkt en het pensioenstelsel. In een reeks artikelen behandelen we deze onderwerpen aan de hand van interviews met een expert en met mensen die onderdeel uitmaken van de grijze golf. Deze keer Charles Kalshoven, macro-econoom en expert strateeg bij APG, over de invloed van de grijze golf op onze woningmarkt en Hetty Leijdekkers (71), die inzicht geeft in haar toekomstige woonplannen.

 

Het aantal 20- tot 65-jarigen groeit, deels door migratie, en ligt inmiddels boven de 10 miljoen. “Al die mensen moeten ook ergens wonen, maar waar?”, vraagt Kalshoven zich hardop af. De oplossing ligt volgens hem deels in de doorstroming van de grijze massa. “Dat gebeurt echter maar mondjesmaat. Hoe dat kan? Dat heeft verschillende oorzaken. Zo hebben we een paar jaar terug gezegd; we willen minder verpleegtehuizen. Dat scheelt zorgkosten. Aan de andere kant betekent dit ook dat mensen langer thuis wonen en de doorstroming op de woningmarkt stokt. Zo heeft mijn eigen moeder bijvoorbeeld jarenlang in haar eentje in een eengezinswoning in Soest gewoond, waar ook prima een gezin met meerdere kinderen in past.”

 

De grijze massa houdt huizen bezet die goed geschikt zijn voor de jongere generaties. Toch is dit maar het halve verhaal, blijkt uit de woorden van Kalshoven. “Je hebt veel jonge huurders die in een koopwoning willen wonen, maar andersom zijn er ook veel ouderen die een koophuis hebben maar eigenlijk willen huren. Die laatste groep maakt die stap niet omdat het ingewikkeld is, en omdat er geen geschikte huurwoningen zijn.” Het is het klassieke kip-ei verhaal. “Toch is het heel belangrijk dat de dynamiek terugkomt. Vergelijk het maar met de voetbalwereld; als er ergens een trainer wordt ontslagen, komt er zo’n carrousel op gang. Dat wil je eigenlijk ook op de woningmarkt.”

 

Projectontwikkelaars en gemeenten
Projectontwikkelaars en gemeenten hebben daarin een rol, vindt Kalshoven. “Gemeenten vragen vaak hoge prijzen voor hun grond. Projectontwikkelaars willen daarop zo rendabel mogelijk bouwen. Daarbij zijn ze vooral geïnteresseerd in woningen die ze nu kunnen verkopen. Dat zijn niet per se de huizen waar over tien of twintig jaar behoefte aan is.” Hij noemt in dat kader generatiebewust bouwen. “Dat werd in het verleden weleens benoemd, maar daar hoor ik eigenlijk niets meer over. Dat is best gek, want het biedt wel kansen om tot het juiste aanbod te komen. Immers, als die ouderen een prop vormen en de boel tot stilstand brengen, dan kun je die prop eruittrekken door het juiste aanbod te creëren. Lees; te bouwen.” Dit kan ook de dynamiek tussen de regio en de stad bevorderen. “Als je van een grote woning in de Randstad naar een kleiner appartement in de regio gaat met minder vierkante meters, hoef je minder te stofzuigen en geen gras meer te maaien. Omdat zo’n kleinere woning in de regio goedkoper is dan je oude woning, kun je zo bovendien een deel van de overwaarde verzilveren. Je kunt dus zeggen dat verhuizen in deze situatie een vorm van pensioenvoorziening is. Je hebt de eerste pijler (AOW), de tweede pijler (aanvullend pensioen), en de derde pijler met daarin onder andere het vermogen dat je opbouwt met je woning.”

 

De verhuizing van ouderen naar de regio helpt de druk in de Randstad te verlagen. Toch blijkt dat meer theorie dan praktijk. “Veel menen willen in de buurt van hun kinderen wonen, ze kunnen dan een rol spelen in het leven van hun kleinkinderen. En als ze zelf slechter ter been worden, kunnen de kinderen een boodschap voor hen doen. Dat belemmert dus de bewegingen, de doorstroom. Ze gaan niet graag weg uit de drukke Randstad.”

Als je van een grote woning in de Randstad naar een kleiner appartement in de regio gaat met minder vierkante meters, hoef je minder te stofzuigen en geen gras meer te maaien

Meer op lange termijn denken
Beleid kan helpen. Kalshoven roept in dat kader beleidsmakers op om meer aan de lange termijn te denken. “Dat is lastig, ze hebben andere prikkels en houden meer rekening met de wensen op korte termijn. De politicus wil toch ook worden herkozen, de komende vier jaar. Grond verkopen tegen de hoofdprijs maakt leuke dingen voor mensen mogelijk, een nieuw zwembad ofzo, maar levert je niet altijd de woningen op waarmee je de prop uit de markt haalt. Ook soepeler regels kunnen helpen. Maak bijvoorbeeld het plaatsen van prefab zorgwoningen in de achtertuin makkelijker. In dat geval fungeren de kinderen als mantelzorgers. Er zijn niet zoveel plekken waar die ruimte er überhaupt is, maar alle kleine beetjes helpen.”

 

Ook kan met (nationaal) beleid de regio aantrekkelijker worden gemaakt. “Hoe doe je dat? Door het voorzieningenniveau op te krikken. En desnoods leg je er wat op toe, subsidieer je het en denk je verder vooruit. Je moet keuzes maken, probeer een aantal gebieden selectief aantrekkelijk te maken voor de ‘grijze massa’. Je zou in bestemmingplannen kunnen opnemen dat bepaalde horeca en winkels voorrang krijgen.”

 

Samenwonen in woongemeenschap
Kalshoven ziet overigens hier en daar ook mooie initiatieven ontstaan, in de regio en in de steden, die de dynamiek op gang helpt. “Neem de Stadsveteraan 020, een woonconcept voor 55-plussers in stadsdeel Amsterdam-Oost. Hier staat het wonen in een hechte woongemeenschap centraal. En met een reden. Senioren die samen in een woongemeenschap leven, blijven langer zelfstandig wonen. Zij kunnen op elkaar bouwen: van zelfredzaamheid naar ‘samenredzaamheid’. Een goed concept; je houdt elkaar actief en je hebt sociale contacten. Contacten die je niet hebt als je in je eengezinswoning blijft wonen.”

‘Lekker huren, geen zorgen meer om een lekkende dakgoot’

 

Nederland vergrijst. En dat heeft invloed op bijvoorbeeld de woningmarkt, het zorgstelsel, de economie, de arbeidsmarkt en het pensioenstelsel. Maar wat betekent dit voor de mensen die zelf onderdeel zijn van die vergrijzing? Hetty Leijdekkers (71) vertelt over haar toekomstige woonplannen.

 

Breda. Een doodlopend straatje met rijtjeshuizen, aan de overkant enkele appartementencomplexen die grotendeels bewoond worden door senioren. Hetty Leijdekkers kijkt erop uit, al zo’n twintig jaar woont ze in haar eengezinswoning. Eerst met haar kinderen, nu alleen. En ze hoopt er nog lang te blijven. Toch heeft ze alvast haar plan getrokken voor als het niet meer gaat. Al zal ze niet naar de overkant vertrekken.

 

Proactief regelen
Hetty heeft een achtergrond in de wijkverpleegkunde, en werkte jarenlang bij de afdeling Sociaal Domein bij de gemeente Breda. Hetty: “Daar was ik als leidinggevende bezig met onder meer het opzetten en implementeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Levensbestendig wonen valt daar ook onder.” De kennis en ervaring vanuit haar werk en privéleven zorgden ervoor dat Hetty proactief aan de slag ging met haar toekomst. “Ik zag bij mijn eigen ouders hoe moeilijk het is om een woning te vinden als je niet staat ingeschreven bij een woningbouwvereniging." Zij wilden niet weg uit het huis waar ze 63 jaar hebben gewoond, maar moesten wel om gezondheidsredenen. Uiteindelijk verhuisden ze naar Roosendaal, omdat er zo snel geen plek was in Breda. Maar aarden in een andere woonplaats was moeilijk. Ik had na mijn scheiding het geluk dat ik dit huis kon kopen. Tegelijkertijd heb ik mij ingeschreven voor een huurwoning bij de gemeente, puur als voorzorgsmaatregel. Voor als ik niet meer in dit huis kan blijven.”

 

Minder beslommeringen
Hetty’s huis is niet geschikt voor iemand die niet meer mobiel is. De deuren zijn smal, er zijn drempels en ook achterom door de poort is lastig met een scootmobiel. Hetty: “Als ik immobiel word, ga ik huren. Dan hoef ik me meteen geen zorgen meer te maken over dingen zoals lekkende dakgoten.” Huren – sociaal of particulier – is geen gekke optie op je oude dag. Immers, minder beslommeringen, blijkt uit de woorden van Hetty. Het bevordert bovendien de doorstroom op de woningmarkt.

 

Hoe denkt Hetty over het plaatsmaken voor bijvoorbeeld starters op de woningmarkt? “Ik betaal zo’n 500 euro aan hypotheek, en ik vind het niet erg om voor ietsje meer naar een kleinere flat te gaan. Maar zo’n flat hiertegenover? Die kost zo 1.200 euro per maand. Dat verschil is veel te groot! Bovendien zit er emotionele waarde aan deze plek.”

 

Alternatieve woonvormen
Op verschillende plekken in Nederland ontstaan alternatieve woonvormen. Hetty kent ze wel. “Knarrenhofjes (woongemeenschap voor zelfredzame senioren, red.) hebben we hier niet. Als die er zouden zijn, dan zou ik dat wel willen. Lekker gezellig, en we kunnen elkaar daar helpen.” Bij een van haar kinderen in de achtertuin wonen? “Dat is niet realistisch. Als wijkverpleegkundige heb ik wel woonvormen gezien met drie of vier generaties. In die gezinnen zag je dat opa of oma op de kleinkinderen paste, of kookte. Dat is vaak niet het geval bij bewoners van een mantelzorgwoning. Bovendien mogen in Breda dergelijke huisjes maar tien jaar blijven staan. Het is een privilege voor mensen met geld en ruimte. Dat zie je toch vooral in een villawijk of in een buitengebied.”

 

Terugkeer van het bejaardentehuis?
Langer zelfstandig wonen om de zorgkosten te drukken; voor Hetty is dat een te kleine pleister op een te grote wond. “Het wordt steeds moeilijker om een zorgindicatie te krijgen en uiteindelijk naar een verpleeghuis te gaan. Vanuit de verpleging heb ik vaak gezien hoe het kan lopen. Dan gaan mensen geleidelijk aan slechter voor zichzelf zorgen. Ze eten alleen nog maar een boterham en verslappen langzaam. Daardoor kunnen ze bijvoorbeeld sneller vallen en hebben ze ineens wel zorg nodig. Die mensen kun je niet zo lang alleen laten wonen. Ik denk daarom dat het goed is om een moderne vorm van het ouderwetse bejaardentehuis te hebben. Dan ga je efficiënter om met de zorg en er is meer hulp dichtbij. Nu wordt dat steeds lastiger, met bijvoorbeeld buurthuizen die worden gesaneerd. Vroeger hadden verzorgingstehuizen ook ruimte voor de wijk, waar mensen gewoon langs konden komen. Maar dat is niet meer. En zo’n sociaal vangnet in de buurt heb je wel nodig, als je mensen langer thuis wilt laten wonen.”

 

 

  • Naam: Hetty Leijdekkers
  • Leeftijd: 71  
  • Woonplaats: Breda
  • Burgerlijke staat: gescheiden, 2 kinderen
  • Pensioendatum: 21 december 2017
  • Werkgevers: Radboud UMC, Kruisvereniging Grave, Kruiswerk Lek en Merwede, Gemeente Breda