Nederland vergrijst. En dat heeft invloed op van alles en nog wat, op bijvoorbeeld de woningmarkt, het zorgstelsel, de economie, de arbeidsmarkt en het pensioenstelsel. In een reeks artikelen behandelen we deze onderwerpen aan de hand van interviews met een expert en met mensen die onderdeel uitmaken van de grijze golf. Deze keer Charles Kalshoven, macro-econoom en expert strateeg bij APG, over de invloed van de grijze golf op onze woningmarkt en Hetty Leijdekkers (71), die inzicht geeft in haar toekomstige woonplannen.
Het aantal 20- tot 65-jarigen groeit, deels door migratie, en ligt inmiddels boven de 10 miljoen. “Al die mensen moeten ook ergens wonen, maar waar?”, vraagt Kalshoven zich hardop af. De oplossing ligt volgens hem deels in de doorstroming van de grijze massa. “Dat gebeurt echter maar mondjesmaat. Hoe dat kan? Dat heeft verschillende oorzaken. Zo hebben we een paar jaar terug gezegd; we willen minder verpleegtehuizen. Dat scheelt zorgkosten. Aan de andere kant betekent dit ook dat mensen langer thuis wonen en de doorstroming op de woningmarkt stokt. Zo heeft mijn eigen moeder bijvoorbeeld jarenlang in haar eentje in een eengezinswoning in Soest gewoond, waar ook prima een gezin met meerdere kinderen in past.”
De grijze massa houdt huizen bezet die goed geschikt zijn voor de jongere generaties. Toch is dit maar het halve verhaal, blijkt uit de woorden van Kalshoven. “Je hebt veel jonge huurders die in een koopwoning willen wonen, maar andersom zijn er ook veel ouderen die een koophuis hebben maar eigenlijk willen huren. Die laatste groep maakt die stap niet omdat het ingewikkeld is, en omdat er geen geschikte huurwoningen zijn.” Het is het klassieke kip-ei verhaal. “Toch is het heel belangrijk dat de dynamiek terugkomt. Vergelijk het maar met de voetbalwereld; als er ergens een trainer wordt ontslagen, komt er zo’n carrousel op gang. Dat wil je eigenlijk ook op de woningmarkt.”
Projectontwikkelaars en gemeenten
Projectontwikkelaars en gemeenten hebben daarin een rol, vindt Kalshoven. “Gemeenten vragen vaak hoge prijzen voor hun grond. Projectontwikkelaars willen daarop zo rendabel mogelijk bouwen. Daarbij zijn ze vooral geïnteresseerd in woningen die ze nu kunnen verkopen. Dat zijn niet per se de huizen waar over tien of twintig jaar behoefte aan is.” Hij noemt in dat kader generatiebewust bouwen. “Dat werd in het verleden weleens benoemd, maar daar hoor ik eigenlijk niets meer over. Dat is best gek, want het biedt wel kansen om tot het juiste aanbod te komen. Immers, als die ouderen een prop vormen en de boel tot stilstand brengen, dan kun je die prop eruittrekken door het juiste aanbod te creëren. Lees; te bouwen.” Dit kan ook de dynamiek tussen de regio en de stad bevorderen. “Als je van een grote woning in de Randstad naar een kleiner appartement in de regio gaat met minder vierkante meters, hoef je minder te stofzuigen en geen gras meer te maaien. Omdat zo’n kleinere woning in de regio goedkoper is dan je oude woning, kun je zo bovendien een deel van de overwaarde verzilveren. Je kunt dus zeggen dat verhuizen in deze situatie een vorm van pensioenvoorziening is. Je hebt de eerste pijler (AOW), de tweede pijler (aanvullend pensioen), en de derde pijler met daarin onder andere het vermogen dat je opbouwt met je woning.”
De verhuizing van ouderen naar de regio helpt de druk in de Randstad te verlagen. Toch blijkt dat meer theorie dan praktijk. “Veel menen willen in de buurt van hun kinderen wonen, ze kunnen dan een rol spelen in het leven van hun kleinkinderen. En als ze zelf slechter ter been worden, kunnen de kinderen een boodschap voor hen doen. Dat belemmert dus de bewegingen, de doorstroom. Ze gaan niet graag weg uit de drukke Randstad.”