In 2026 gaat het nieuwe pensioenstelsel in. Iedereen die dat wilde, kon tot 12 februari reageren op het ‘Wetsvoorstel toekomst pensioenen’ van minister Koolmees. APG is een van de partijen die met een reactie kwam. Strekking: het nieuwe stelsel biedt een kans om met een schone lei te beginnen en het Nederlandse pensioensysteem begrijpelijker te maken voor deelnemers. Maar om de nadelen van het huidige stelsel weg te nemen zonder de voordelen voor deelnemers te verliezen, verdient een aantal punten expliciete aandacht. APG hoofd Beleid Peter Gortzak en strategisch beleidsmedewerker Tinka den Arend lichten toe.
APG is een pensioenuitvoerder en heeft dus ook overwegend vanuit dat perspectief gereageerd. Die reactie richt zich op de belangrijkste aandachtspunten voor een geslaagd nieuw stelsel. ‘Nadelen van het huidige stelsel wegnemen zonder de voordelen voor deelnemers te verliezen’ is er daar één van. Ook ‘Solidariteit’, ‘keuzevrijheid’ en ‘open normen’ zijn sleutelwoorden. Gortzak: “De combinatie van veel keuzevrijheid en solidariteit geeft een spanningsveld. Als pensioenfonds en uitvoerder moet je een bepaalde mate van beleggingsrisico kunnen nemen. Maar je kunt dat risico alleen op een verantwoorde manier nemen als je dat sámen doet en dus samen belegt. Als je het belangrijker vindt om deelnemers veel keuzevrijheid te geven in hoe er voor hun pensioen belegd wordt, dan kun je minder risico’s delen. En als er minder mensen zijn om de risico’s te dragen, kun je ook minder risico nemen.”
Naar elkaar toegeschreven
In het nieuwe stelsel zijn er twee pensioencontracten mogelijk: het nieuwe pensioencontract en de verbeterde premieovereenkomst. In de verbeterde premieovereenkomst zit minder solidariteit, meer risico en meer keuzevrijheid. In het nieuwe contract loop je als deelnemer minder risico dan in de verbeterde premieovereenkomst, door de genoemde risicodeling. Uit het wetsvoorstel blijkt echter dat beide contracten minder van elkaar verschillen dan Gortzak en Den Arend hadden gehoopt. Gortzak: “Nu worden beide contracten naar elkaar toegeschreven. Daardoor dreigt er in het ene contract te weinig ruimte te komen voor risicodeling en in het andere contract voor keuzevrijheid. De vraag is of dat verstandig is. Waarom is er niet veel uitdrukkelijker gekozen voor twee uitgesproken verschillende contracten?”