“Vroeger ging ik naar huis, nu kom ik thuis”

Gepubliceerd op: 7 november 2024

Nederland vergrijst. En dat heeft invloed op van alles en nog wat, op bijvoorbeeld de woningmarkt, het zorgstelsel, de economie, de arbeidsmarkt en het pensioenstelsel. In een reeks artikelen behandelen we deze onderwerpen aan de hand van interviews met ofwel een expert ofwel met mensen die onderdeel uitmaken van de grijze golf. Deze keer Yvonne Dijkstra (78). Zij woonde al op veel verschillende plekken in Nederland.

 

Amsterdam, Purmerend, Broek in Waterland, Rhenen, Veenendaal. Dijkstra heeft al heel wat plaatsen ‘aangedaan’. Maar nooit voelde ze zich zo thuis als nu in Woerden. Daar woont de geboren Amsterdamse in een Thuishuis, een woongemeenschap die vergelijkbaar is met een studentenhuis, maar dan voor alleenstaande 55-plussers. Vanaf de straat ziet de huizenrij in Woerden er normaal uit, niks opvallends. Zes benedenwoningen met een doorlopende, gezamenlijke tuin, dat wel. En daarbovenop zes reguliere woningen. Aan de achterkant wordt duidelijk dat dit geen gewoon woongebouw is. Er is een hofje met allerlei schuurtjes en een lange galerij op de begane grond. Die galerij verbindt de zes woningen van het Thuishuis met elkaar. Dit is de thuisbasis voor drie vrouwen en drie mannen, die samen zelfstandig wonen.


Niet van deze kerk
Yvonne Dijkstra is de oudste bewoner en vertelt hoe ze terechtkwam op deze plek. “Ik zat bij m’n vriendin, hier in Woerden. Ik las een artikel in de krant over het Thuishuis en zei meteen: ‘Dit is iets voor mij.’ Ik woonde toen nog in Veenendaal, waar ik na mijn scheiding in 2016 naartoe was verhuisd. Daar heb ik me echt eenzaam gevoeld. Ik woonde in een grote flat, het was lastig om ertussen te komen als Amsterdammer. En ik kreeg te horen: ‘Je bent niet van onze kerk’. Dus toen ik dat artikel zag, heb ik meteen gebeld en ik kon gelijk op gesprek komen.”

 

Hospiteeravond
Wel moest Yvonne eerst de huidige bewoners ontmoeten. En dus ging ze naar een hospiteeravond – net als in een studentenhuis – om te worden ‘gekeurd’. Gelukkig beviel het wederzijds en kon Yvonne verhuizen. Tussen het eerste gesprek en de verhuizing zaten slechts zes weken. Met haar onvervalste Amsterdamse tongval: “Het heb zo moeten wezen. Het komt op je pad en als het me niet gegund was, had ik het niet gekregen. Mijn huis in Veenendaal had ik ingericht met spullen van de kringloop. Best leuk, maar het was veel te veel. Dit huis is natuurlijk een stuk kleiner. Maar ik had wat gespaard, dus toen ik hierheen ging heb ik alles nieuw gekocht. Het voelde voor mij echt als een nieuwe start.”

 

Eigen wasdag
In de hal hangt een whiteboard met daarop een schema. Iedere bewoner heeft een eigen wasdag, maar ruilen mag natuurlijk ook. Het wonen in een gemeenschap vind ik heel fijn”, vertelt Yvonne. “Net als het gevoel van veiligheid en gezamenlijkheid. Je bent niet alleen, maar je zit ook niet continu op elkaars lip. Je hebt toch je eigen leven. Zeker de andere bewoners. Zij zijn een stuk jonger en wat actiever overdag. Je ziet elkaar dan in de keuken en maakt een praatje. Soms eten we samen. De algemene ruimte houden we ook samen schoon, en met twee bewoners puzzel ik regelmatig. ‘s Avonds vertrek ik dan weer naar mijn appartement om te lezen.”

Naam: Yvonne Dijkstra

Leeftijd: 78 jaar

Woonplaats: Woerden

Burgerlijke staat: gescheiden, 2 kinderen

Pensioen: nabestaandenpensioen sinds 2022

Werkgevers: geen

Samen zelfstandig

Samen zelfstandig wonen: is dat de toekomst op de krappe woningmarkt met een groeiende groep ouderen? Yvonne ziet er wel heil in. “In Duitsland heb je familiehuizen, waar drie generaties samenwonen. Opa en oma wonen beneden, zij passen met regelmaat op de kinderen. Maar daar heb je de ruimte. Bovendien zijn we in Nederland voor zoiets veel te veel op onszelf. Ik kom uit een volksbuurt in Amsterdam. Mijn moeder zei toen ik klein was weleens: ‘Die mensen hebben boodschappen nodig, ga het eens halen.’ En dan ging je, kreeg je een droppie. Als je zoiets nu zegt, krijg je te horen: ‘Laat ze maar de Appie (Albert Heijn, red.) bellen, die komt het wel brengen’. Tenminste, als je tegenwoordig al weet wie je buren zijn.”

 

Voor elkaar zorgen

Van extra of intensieve zorg is in het Thuishuis geen sprake. Wanneer de bewoners zorg nodig hebben, komt de reguliere thuiszorg. Toch biedt het volop voordelen om zo samen te wonen, legt Yvonne uit. “Je helpt elkaar, brengt een ander bijvoorbeeld naar de dokter. Zo kon een van de bewoners, Gerrit, hier zo lang mogelijk blijven wonen omdat we hem ophaalden voor het eten, zijn boodschappen deden, dat soort dingen. Zoals je vroeger in een dorp even je zieke buurvrouw eten bracht, of bij elkaar op de koffie ging. Gewoon, kleine dingen. Totdat het niet meer gaat.”

 

Altijd wel een lichtje
Juist die kleine dingen zijn belangrijk voor Yvonne, die wel twee goede vrienden heeft in Woerden, maar geen contact meer onderhoudt met haar kinderen. Ook vroeger was haar sociale leven beperkt. Yvonne: “Mijn man was depressief, en op een gegeven moment blijven mensen dan gewoon weg.” Nu heeft ze het beter dan ooit. “Ik heb het nog nooit zo fijn gehad. Vroeger ging ik naar huis, nu kom ik thuis. Als ik een dag weg ben geweest en binnenkom, dan zit ik lekker in mijn bubbel.  Ik voel me geborgen. Er is altijd wel een lichtje. Ze moeten me hieruit dragen!”

Wat is een Thuishuis?

Een Thuishuis is een kleinschalige zelfstandige woonvorm die zich richt op het voorkomen van eenzaamheid en ervoor zorgt dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. In de praktijk betekent dit dat een aantal ouderen samenwoont in één huis. Ieder heeft een eigen appartement met woon-, slaap- en badkamer. De keuken delen de bewoners, net als een grote gemeenschappelijke woonkamer. De wensen en behoeften van de bewoners staan centraal. Zij krijgen ondersteuning en begeleiding van vrijwilligers wanneer daar behoefte aan is. Bij elk Thuishuis hoort bovendien een vrijwilligersorganisatie die actief eenzame ouderen in de wijk opspoort en hen verleidt om mee te doen met sociale activiteiten.

Stichting Thuis in Welzijn
Stichting Thuis in Welzijn is de landelijke organisatie achter de Thuishuisprojecten. Doel van de stichting is zoveel mogelijk Thuishuisprojecten te realiseren om eenzaamheid bij ouderen tegen te gaan. Thuis in Welzijn doet dat samen met gemeenten, woningcorporaties, vastgoedontwikkelaars en andere geïnteresseerden. De stichting waarborgt het gedachtegoed van het Thuishuis bij de realisatie ervan en ondersteunt lokale initiatiefnemers om tot succesvolle projecten te komen. Inmiddels zijn er naast Woerden ook Thuishuisprojecten in Amstelveen, Deurne, Harderwijk, Noordwijk, Reeuwijk en Winkel. De stichting heeft een ANBI-status, wordt gesteund door fondsen en vraagt per project een bijdrage van lokale partners.