Nederland vergrijst. En dat heeft invloed op van alles en nog wat, op bijvoorbeeld de woningmarkt, het zorgstelsel, de economie, de arbeidsmarkt en het pensioenstelsel. In een reeks artikelen behandelen we deze onderwerpen aan de hand van interviews met ofwel een expert ofwel met mensen die onderdeel uitmaken van de grijze golf. Deze keer Yvonne Dijkstra (78). Zij woonde al op veel verschillende plekken in Nederland.
Amsterdam, Purmerend, Broek in Waterland, Rhenen, Veenendaal. Dijkstra heeft al heel wat plaatsen ‘aangedaan’. Maar nooit voelde ze zich zo thuis als nu in Woerden. Daar woont de geboren Amsterdamse in een Thuishuis, een woongemeenschap die vergelijkbaar is met een studentenhuis, maar dan voor alleenstaande 55-plussers. Vanaf de straat ziet de huizenrij in Woerden er normaal uit, niks opvallends. Zes benedenwoningen met een doorlopende, gezamenlijke tuin, dat wel. En daarbovenop zes reguliere woningen. Aan de achterkant wordt duidelijk dat dit geen gewoon woongebouw is. Er is een hofje met allerlei schuurtjes en een lange galerij op de begane grond. Die galerij verbindt de zes woningen van het Thuishuis met elkaar. Dit is de thuisbasis voor drie vrouwen en drie mannen, die samen zelfstandig wonen.
Niet van deze kerk
Yvonne Dijkstra is de oudste bewoner en vertelt hoe ze terechtkwam op deze plek. “Ik zat bij m’n vriendin, hier in Woerden. Ik las een artikel in de krant over het Thuishuis en zei meteen: ‘Dit is iets voor mij.’ Ik woonde toen nog in Veenendaal, waar ik na mijn scheiding in 2016 naartoe was verhuisd. Daar heb ik me echt eenzaam gevoeld. Ik woonde in een grote flat, het was lastig om ertussen te komen als Amsterdammer. En ik kreeg te horen: ‘Je bent niet van onze kerk’. Dus toen ik dat artikel zag, heb ik meteen gebeld en ik kon gelijk op gesprek komen.”
Hospiteeravond
Wel moest Yvonne eerst de huidige bewoners ontmoeten. En dus ging ze naar een hospiteeravond – net als in een studentenhuis – om te worden ‘gekeurd’. Gelukkig beviel het wederzijds en kon Yvonne verhuizen. Tussen het eerste gesprek en de verhuizing zaten slechts zes weken. Met haar onvervalste Amsterdamse tongval: “Het heb zo moeten wezen. Het komt op je pad en als het me niet gegund was, had ik het niet gekregen. Mijn huis in Veenendaal had ik ingericht met spullen van de kringloop. Best leuk, maar het was veel te veel. Dit huis is natuurlijk een stuk kleiner. Maar ik had wat gespaard, dus toen ik hierheen ging heb ik alles nieuw gekocht. Het voelde voor mij echt als een nieuwe start.”
Eigen wasdag
In de hal hangt een whiteboard met daarop een schema. Iedere bewoner heeft een eigen wasdag, maar ruilen mag natuurlijk ook. “Het wonen in een gemeenschap vind ik heel fijn”, vertelt Yvonne. “Net als het gevoel van veiligheid en gezamenlijkheid. Je bent niet alleen, maar je zit ook niet continu op elkaars lip. Je hebt toch je eigen leven. Zeker de andere bewoners. Zij zijn een stuk jonger en wat actiever overdag. Je ziet elkaar dan in de keuken en maakt een praatje. Soms eten we samen. De algemene ruimte houden we ook samen schoon, en met twee bewoners puzzel ik regelmatig. ‘s Avonds vertrek ik dan weer naar mijn appartement om te lezen.”