Vormt lagere loonbelasting het ei van Columbus voor een groene economie?

Gepubliceerd op: 9 november 2023

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: macro-econoom en expert strateeg Charles Kalshoven over de vraag of een lagere belasting op loon de kringloopeconomie bevordert, zoals de fiscale denktank Ex’tax stelt.

 

Iedereen zal de noodzaak inzien van een meer circulaire economie, maar hoe is die het beste te bereiken? Ex’tax ziet graag dat daartoe de eerste 20.000 euro aan inkomen wordt vrijgesteld van belasting en sociale premies. Om die belastingverlaging te bekostigen, zal de heffing op het gebruik van natuurlijke hulpbronnen moeten worden verhoogd. Vormt lagere loonbelasting het ei van Columbus voor een groene economie? Waar hogere belastingen zeker groen gedrag kunnen bevorderen, blijken er nog wel wat bezwaren te kleven aan het verlagen van de loonkosten.

Instrument
Om tot een antwoord te komen, haalt Kalshoven de bekende econoom Jan Tinbergen erbij. “Volgens hem kan één economisch instrument maar één doel dienen. Méér banen én minder vervuiling door een verschuiving in de lasten is vrij lastig. In ieder geval als de totale hoeveelheid belastingen gelijk blijft en de inkomensverdeling ook. Een ‘tweesnijdend zwaard’ bestaat niet echt. In dit voorstel verandert de inkomensverdeling: inkomens tot 20.000 euro bruto gaan er netto flink op vooruit, betaald door lastenstijging voor hogere inkomens en heffingen op grondstoffen en vervuiling.”

 

Als er al banen bijkomen, dan komt dat niet door de vergroening, maar door de andere inkomensverdeling, aldus Kalshoven. “Het kan zijn dat door de hogere netto lonen meer mensen zich aanbieden aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Maar voor werkgevers worden ze niet goedkoper, want die moeten het minimumloon betalen. Het is natuurlijk wel zo dat mensen worden beïnvloed door relatieve prijzen. Bij een hogere belasting op grondstoffen of vervuiling wordt het eerder aantrekkelijk om een product te laten repareren in plaats van een nieuw exemplaar aan te schaffen. Maar de overgang van verbrandingsmotoren naar elektrische voertuigen kost waarschijnlijk werkgelegenheid.”

 

Op zich is het beprijzen van vervuiling toe te juichen, stelt de econoom. “Je straft zo namelijk gedrag af waar je van af wilt. Dat maakt bijvoorbeeld een belasting op kerosine effectiever dan een vliegtaks per ticket. Je wilt namelijk niet per se het vliegen zelf ontmoedigen, je wilt vies vliegen ontmoedigen. Natuurlijk is schoon vliegen vandaag de dag nog een illusie. Dus in de praktijk ontmoedig je met een kerosinetaks wel degelijk vliegbewegingen. Maar je stimuleert ook de ontwikkeling van zuiniger motoren, alternatieve brandstoffen, et cetera. Uiteraard kun je ook minimumnormen stellen voor het gebruik van biobrandstof, maar er is ook een rol voor heffingen waarvan groene alternatieven zijn vrijgesteld.”

Je kunt een heffing gebruiken om óf het gedrag te sturen, óf als ‘melkkoe’, maar niet allebei

Melkkoe
Bij het heffen van belasting komt altijd een afruil kijken, vervolgt Kalshoven. “De vraag is waarvóór je het doet. Het antwoord daarop is cruciaal. Als het doel echt is om vervuiling tegen te gaan, dan moet je met flinke heffingen werken. Vorig jaar hebben we gezien dat een forse stijging van de gasprijzen echt leidde tot significant lager verbruik. De overheid kan in theorie een vergelijkbaar effect bereiken door een forse accijnsverhoging op fossiele brandstoffen. Dan gaan mensen minder autorijden of ze stappen sneller over naar elektrisch. Maar daarmee hol je dus wel de belastinggrondslag uit. Dan moeten dus toch weer de belastingen op arbeid of op schone producten omhoog. Je kunt een heffing gebruiken om óf het gedrag te sturen, óf als ‘melkkoe’, maar niet allebei, in ieder geval niet langdurig.”


Voor een deel is het theoretisch, aldus Kalshoven. “Die hoge gasprijzen kwamen door Poetin en die hadden we maar te slikken. Een dergelijke verhoging van de heffingen door een democratische regering is niet realistisch. Ook omdat bij een hogere belasting op grondstoffen het verdelen van de pijn een rol speelt. “Iemand op het platteland heeft mogelijk geen alternatief voor de auto, terwijl je in de stad altijd wel gebruik kunt maken van (groen) openbaar vervoer. In die zin zal het de nodige politieke discussie opleveren.”


Balletje-balletje

De loonkosten zouden volgens Ex’tax nog verder omlaag kunnen door zorg en sociale zekerheid meer uit de algemene middelen van de overheid te bekostigen en minder uit de opbrengst van premies. Dat kan, maar dan smeer je de kosten ook uit over de gepensioneerden, die nu geen sociale premies betalen, reageert Kalshoven. “Uiteindelijk komt het er dan op neer dat de ene groep wat meer betaalt en de andere wat minder, waardoor zo’n maatregel veel weg heeft van ‘balletje-balletje’. Dit gaat meer over inkomenspolitiek dan over vergroening.”


Het voorstel van Ex’tax om de eerste 20.000 euro aan inkomen vrij te stellen van belasting levert niet per se werkgelegenheid op volgens Kalshoven. “Als je dezelfde belastingopbrengst wilt blijven houden, dan moeten dus elders belastingtarieven omhoog, op grondstoffen en arbeid. Stijgende lasten voor hogere en middeninkomens kunnen die groepen juist weer ontmoedigen om de arbeidsmarkt op te gaan – en die is toch al krap. En een verschuiving van de lasten van arbeid naar grondstoffen zet ook niet veel zoden aan de dijk, of banen in dit geval. Of ik nu 40 procent loonbelasting betaal en 0 procent grondstofheffing, of 20 procent loonbelasting en 20 procent grondstofheffing – een uur werken levert in beide gevallen precies dezelfde hoeveelheid brood, kaas of eieren op. Het zal van invloed zijn op waar ik mijn euro’s precies aan besteed, maar niet zozeer op mijn keuzes op de arbeidsmarkt.”