“SPMS heeft hoe dan ook bestaansrecht”

Gepubliceerd op: 16 april 2025

 Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten (SPMS) gaat per 1 januari 2027 over op de nieuwe regels voor pensioen. Het beroepsfonds voor medisch specialisten is samen met APG tijdig gestart met de voorbereidingen, onder meer vanwege de complexiteit van hun regeling. “We voelen ons comfortabel.” 

Zeist. In een kantoorverzamelgebouw aan de Sparrenheuvel ontmoeten we Huisman. SPMS huurt er bijna zevenhonderd vierkante meter. “Die ruimte hebben we hard nodig”, verzekert de bestuursvoorzitter van het fonds ons. SPMS werkt namelijk dagelijks met een aanzienlijk team aan de pensioenen van hun deelnemers en levert in veel gevallen maatwerk. “Wij hebben bijvoorbeeld een team van financieel planners dat deelnemers voorziet van persoonlijk advies. Dat is nodig, omdat medisch specialisten op verschillende wijzen hun werk kunnen organiseren, variërend van een maatschap/coöperatie tot een ZBC (privéklinieken en zelfstandige behandelcentra, red.) of als zzp’er. Wat betekent dit voor hun financiële positie? Voor hun pensioen? Maar de planners kijken ook naar de lange termijn. Wat bouw je op voor later in de eerste en tweede pijler? Veel medisch specialisten hebben bovendien een derde en vierde pijler. Hoeveel kapitaal hebben ze nodig om wanneer ze dat willen te kunnen stoppen met werken?”  

Waarom is dit advies zo belangrijk? 
“De financiële kant van ons vakgebied is complex, daarom komen in dat gesprek ook zaken aan bod die geen onderdeel zijn van de pensioenregeling, zoals lijfrentes, kapitaalverzekeringen en goodwill.” 
 
Is dit wel een functie van een fonds?
 
“Dat vinden wij wel. Onder het motto ‘Uw pensioen. Ons specialisme’ willen wij toegevoegde waarde en hoogwaardige dienstverlening leveren aan deelnemers.” 
 
Tegen elke prijs? 
“Deelnemers betalen elke maand premie voor een solide en fiscaal maximaal basispensioen. Maar naast dat basispensioen is er meer nodig om het welvaartsniveau te behouden. Daarom biedt SPMS onafhankelijke financiële inzichten aan, zodat deelnemers zelf keuzes kunnen maken met betrekking tot korter of langer doorwerken, of vermogensaangroei in bijvoorbeeld de derde pijler Zij verwijzen hierbij niet naar individuele producten. Deze service mag wat kosten, waarbij we natuurlijk ook kostenbewust zijn.” 
 
Wordt in dat advies ook gesproken over de overstap naar het vernieuwde stelsel per 1 januari 2027? 
“Zeker. De overstap is top of mind. We hebben vier jaar geleden al een projectgroep in het leven geroepen voor de voorbereiding op het vernieuwde pensioenstelsel en hebben de vergaderingen grotendeels onderverdeeld in ‘run’ voor de dagelijkse gang van zaken en ‘change’ voor de veranderingen die op ons afkomen. Op de change zit een externe projectleider. Er worden adviesstukken voorbereid, er is een stuurgroep voor de planning en budgettering en er is veel overleg met de beroepspensioenvereniging Medisch Specialisten - die de inhoud van de regeling bepaalt - en met ons als bestuur van SPMS. Tijdens de individuele gesprekken met onze deelnemers gaan we hierop in. De planners weten alles over onze regeling en de financiële kant van het vakgebied. Zij adviseren deelnemers over de belangrijkste veranderingen en de gevolgen voor hun persoonlijke pensioensituatie.”   

Je zei al dat de financiële kant van jullie vakgebied complex is. Maar dat geldt ook voor jullie regeling. Wat maakt die zo ingewikkeld? 
“Dat heeft meerdere redenen. Naast de voorwaardelijke toeslag wordt het pensioen van onze deelnemers jaarlijks ook verhoogd met een onvoorwaardelijke indexatie van 3 procent. Dat is uniek. Daarnaast hebben veel deelnemers hun pensioen voor een deel ondergebracht bij een keuzeverzekeraar. Omdat wij bij SPMS de toeslagverlening (de verhoging van de pensioenaanspraken en -uitkeringen gelijk aan de inflatie, red.) betalen uit de premie en het beleggingsrendement, ontvangen deelnemers met aanspraken bij keuzeverzekeraars alleen het deel van de toeslagverlening waarvoor ook premie is betaald. Dat levert veel diversiteit op binnen ons deelnemersbestand, met ingewikkelde constructies tot gevolg. Verder kennen we een premiestaffel in plaats van een percentage en zijn er verschillen in het arbeidsongeschiktheidsdeel in onze pensioenregeling.” 

 

Hoe wordt die complexiteit verwerkt in de nieuwe regeling? 
“Dat is uitdagend. In eerste instantie vonden wij het een tegenvaller dat we niet eerder mochten overgaan op de nieuwe regels voor pensioen, maar nu zijn we er wel gelukkig mee. APG heeft bepaald dat eerst de kleinere en minder complexe fondsen zouden overgaan, daarna pas de grotere en complexere fondsen. Dit geeft ons tijd om alles goed te doorgronden, de complexiteit van de huidige regeling zoveel mogelijk te reduceren en te leren van andere fondsen.” 
 
Wat is de actuele status van jullie overstap? 
“Het transitieplan is inmiddels goedgekeurd. Ook hebben we al twee partiële beoordelingen (van de regeling en van de risicohouding, red.) ingediend en daar weinig vragen over ontvangen tijdens de inhoudelijke beoordeling. Voor de datakwaliteit volgt geen partiële beoordeling, maar ook daarmee liggen we op schema. Nu worden het concept implementatieplan en invaarbesluit getoetst op uitvoerbaarheid en binnenkort voorgelegd aan het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht. Kortom, we voelen ons comfortabel.” 
 
Hoe ervaar jij de samenwerking met APG?
 
“Er is een grote betrokkenheid. Bovendien leveren ze wat ze moeten leveren, waarbij goed overlegd wordt wat haalbaar is en wanneer. We zien dat de druk toeneemt nu meerdere fondsen zich opmaken voor de overstap, maar APG schaalt waar nodig op. Bovendien houden ze oog voor de kwaliteit en voor de dagelijkse gang van zaken. De run moet natuurlijk ook gewoon doorgaan.” 

APG is betrokken. Bovendien leveren ze wat ze moeten leveren, waarbij goed overlegd wordt wat haalbaar is en wanneer.

Welke lessons learned heeft APG met jullie gedeeld van de overstap van PPF APG en PWRI?   
“Zorg dat je op tijd bent. Dat je tijdig de stukken aanlevert, tijdig de juiste besluiten neemt over onder meer de datakwaliteit, de risicohouding en de regeling. Verder weten we inmiddels dat het essentieel is om te zorgen voor een zorgvuldige onderbouwing van de stukken die worden ingeleverd bij de toezichthouders. Daarnaast is het belangrijk dat er veel aandacht is voor de stekkerfunctie; de link tussen de pensioenadministratie van APG en onze vermogensbeheerder BlackRock.” 
 
Er wordt dus op tal van borden geschaakt tussen SPMS en APG. In de tussentijd heeft ABP een visie op uitbesteding gepresenteerd waarin de voorkeur wordt uitgesproken voor een single client-strategie binnen de APG-vermogensbeheertak en een tweestratenmodel voor de pensioenadministratie. Wat vind je hiervan? 
“Het exclusieve vermogensbeheer van APG voor ABP raakt ons niet, het geeft zelfs rust en ruimte. Er is in het verleden ook weleens sprake van geweest dat APG onze fiduciaire manager wilde worden, terwijl wij goed zitten en zaten bij BlackRock. Dat kan nu dus zo blijven. Dat is fijn. Daarnaast denk ik dat een tweestratenmodel binnen pensioenadministratie en -communicatie een versterkend effect kan hebben en voor schaalvoordeel zorgt. Met dit model kun je komen tot betere producten en lagere prijzen. Ik zie het dus wel als een kans; het geeft ons in ieder geval rust in tijden van transitie.” 
 
Binnen de medische wereld is het pensioenlandschap versnipperd. Hoe houdbaar is de toekomst van SPMS? 
“Binnen onze beroepsgroep van medisch specialisten zijn drie fondsen actief. Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) zorgt bijvoorbeeld voor het pensioen van medisch specialisten in dienstverband, werkzaam in perifere ziekenhuizen, GGZ-instellingen en ZBC’s. Medewerkers in de universitaire medische centra (umc’s) zijn aangesloten bij het pensioenfonds ABP. Wij zijn het verplichte beroepspensioenfonds voor medisch specialisten die een inkomen hebben waarvoor zij niet verplicht verzekerd zijn bij het ABP of het PFZW. Dit zijn vooral de medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren. Daarnaast zijn er in totaal negen beroepspensioenfondsen, zoals bijvoorbeeld SPH (huisartsen, red.) en SPF (fysiotherapeuten, red.). Ik zie mogelijkheden voor samenwerking binnen de kring van beroepspensioenfondsen, waarbij SPMS niet ophoudt te bestaan. Qua vermogen behoren we tot de top 20 van Nederland. Wij zijn specialistisch, voegen waarde toe en hebben een goede risicohouding.” 
 
SPMS is er voor de vrijgevestigd medisch specialisten. Op welke manier speelt de focus op schijnzelfstandigheid een rol in jullie voortbestaan? 
“De schijnzelfstandigheid, zoals die nu wordt gevoerd als het gaat om zzp’ers, kennen we eigenlijk niet. De vrijgevestigd medisch specialisten zijn vaak verenigd in een grote medische coöperatie of stafmaatschap in het ziekenhuis. Recent heeft de Tweede Kamer de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om te onderzoeken of de vrijgevestigd medisch specialisten verplicht in loondienst kunnen. Als dat al gebeurt, worden we een zelfstandig gesloten beroepsfonds. Maar ook in dat geval verdwijnen wij niet, SPMS heeft hoe dan ook bestaansrecht. Daarvoor zijn we te groot met 12,5 miljard belegd vermogen en 19.000 tevreden deelnemers.” 

Wie is Bas Huisman? 

Bas Huisman is 52 jaar. Hij is getrouwd en vader van drie dochters. In zijn vrije tijd gaat hij graag naar het strand, de duinen of op reis naar Zweden. Huisman werkt als internist-nefroloog in het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft. Al vijfeneenhalf jaar maakt hij deel uit van het bestuur van SPMS, sinds oktober 2024 als voorzitter.