Om alle pensioenfondsen waarvoor APG werkt verantwoord te laten overgaan naar het vernieuwde stelsel, moeten binnen de organisatie nieuwe pensioenregelingen en processen worden ontwikkeld, en één IT-systeem waarin alle regelingen worden geadministreerd. Wim Koeleman, directeur van het Pensioen van Straks-programma, moet ervoor zorgen dat al die voorbereidingen op het vernieuwde stelsel bij APG in goede banen worden geleid. “Uiteindelijk hebben we wel te maken met harde, wettelijke deadlines waar niet veel speling in zit.”
De publicatie van het jaarverslag over 2023 – met als thema ‘Een nieuwe werkelijkheid’ – vormt een mooi moment om de peilstok in de organisatie te steken en Wim om een toelichting te vragen op de voorbereiding van APG op die werkelijkheid. De eerste belangrijke uitdaging daarin is om ervoor te zorgen dat de IT-systemen en -processen van APG op tijd klaar zijn om de transitie naar het vernieuwde stelsel verantwoord te kunnen uitvoeren, zegt Wim.
Hoe bereik je dat?
“We doen dat door voortdurend te testen: eerste een individuele softwarecomponent, vervolgens een aantal componenten, dan een heel proces en ten slotte test je de hele keten waarin dat proces zit. Die testen vinden plaats aan de hand van onze klantreizen, bijvoorbeeld ‘met pensioen gaan’. Alle stappen die daarvoor doorlopen worden, testen we dan van begin tot eind. In de loop van het jaar doen we een aantal van dergelijke testen, tot wij, maar ook de fondsen – in dit geval PPF APG en PWRI – hebben vastgesteld dat de nieuwe systemen en processen betrouwbaar zijn en we ermee in productie kunnen gaan.”
Wat heeft in 2024 nog meer prioriteit?
“We moeten ook bevestigend kunnen antwoorden op de vraag: zijn we er klaar voor om alle pensioenaanspraken – die zijn opgebouwd binnen het oude stelsel – en pensioenuitkeringen om te zetten naar de vernieuwde pensioenregeling, dus om te zetten in persoonlijk pensioenvermogen? Zoals het er nu naar uitziet doen we daar in 2024 drie proefmigraties voor, waarvan de eerste inmiddels achter de rug is. Naast die omrekening naar persoonlijke pensioenvermogens, moeten we alle data in de bestaande systemen ‘overpompen’ naar het nieuwe systeem, dat net weer een andere indeling, velden en definities heeft.”
Ik kan me voorstellen dat ook de communicatie met deelnemers dit jaar een belangrijke rol begint te spelen. Wat gebeurt er op dat vlak?
“Het adequaat informeren van de deelnemers van de pensioenfondsen waarvoor we werken, is inderdaad een andere belangrijke uitdaging. Zoals het er nu naar uitziet ontvangen zij ergens in september hun reguliere Uniform Pensioenoverzicht – UPO – waarin staat hoeveel rechten een deelnemer per 1 januari 2024 heeft opgebouwd in het bestaande pensioenstelsel. Daar voegen we deze keer een transitieoverzicht aan toe, waarin de individuele deelnemer voor het eerst kan zien hoeveel dat zou zijn in het vernieuwde stelsel. En dat is in die zin een uitdaging, dat de regels daarvoor nog niet helemaal zijn uitgekristalliseerd.”