Door de aangekondigde handelstarieven van president Trump lijkt een handelsoorlog slechts een kwestie van tijd. Als het inderdaad zover komt, heeft dat zeker gevolgen voor handelsland Nederland. Is onze economie te afhankelijk van de export? We bellen erover met Charles Kalshoven, macro-econoom en expert strateeg bij APG.
Kun je zeggen dat Nederland afhankelijk is van de export?
“Laat ik allereerst stellen dat handel essentieel is voor onze welvaart. Je kunt als land immers niet alles zelf produceren. Zeker Nederland niet, als relatief klein land met beperkte natuurlijke hulpbronnen. Export is niet alleen belangrijk voor het bevorderen van onze productie, maar ook voor het faciliteren van importen: je hebt iets te ruilen nodig om producten en diensten uit het buitenland te verwerven. We hebben als land geprofiteerd van de globalisering door ons als handelscentrum te positioneren, vooral via logistieke knooppunten als onze (lucht)havens. De export heeft banen gecreëerd, innovatie gestimuleerd, en de welvaart vergroot.
We hebben wel een groot overschot op onze lopende rekening, onze transacties met het buitenland: 11 procent van het bbp, dat is echt fors. Ik moet er wel bij zeggen dat de omvang van onze export enigszins vertekend is. Vanwege een gunstig belastingklimaat laten bedrijven graag hier in Nederland hun winsten neerslaan. Dat kan bijvoorbeeld door intellectueel eigendom hier te vestigen en de royalties te exporteren – denk aan de Rolling Stones en U2. Of door producten van het moederbedrijf in Nederland duur te verkopen aan buitenlandse dochters. Zulke dingen stuwen de waarde van onze export. Daarnaast zijn er statistische definities die het overschot groter maken omdat Nederland veel multinationals telt. De Nederlandsche Bank (DNB) schat dat in 2022 een behoorlijk deel – 2 procentpunt – te verklaren is door verschil in statistische behandeling tussen de winsten van beleggers en van directe investeringen.”