Is de Nederlandse economie te afhankelijk van export?

Gepubliceerd op: 20 februari 2025

Door de aangekondigde handelstarieven van president Trump lijkt een handelsoorlog slechts een kwestie van tijd. Als het inderdaad zover komt, heeft dat zeker gevolgen voor handelsland Nederland. Is onze economie te afhankelijk van de export? We bellen erover met Charles Kalshoven, macro-econoom en expert strateeg bij APG.


Kun je zeggen dat Nederland afhankelijk is van de export?
“Laat ik allereerst stellen dat handel essentieel is voor onze welvaart. Je kunt als land immers niet alles zelf produceren. Zeker Nederland niet, als relatief klein land met beperkte natuurlijke hulpbronnen. Export is niet alleen belangrijk voor het bevorderen van onze productie, maar ook voor het faciliteren van importen: je hebt iets te ruilen nodig om producten en diensten uit het buitenland te verwerven. We hebben als land geprofiteerd van de globalisering door ons als handelscentrum te positioneren, vooral via logistieke knooppunten als onze (lucht)havens. De export heeft banen gecreëerd, innovatie gestimuleerd, en de welvaart vergroot. 

We hebben wel een groot overschot op onze lopende rekening, onze transacties met het buitenland: 11 procent van het bbp, dat is echt fors. Ik moet er wel bij zeggen dat de omvang van onze export enigszins vertekend is. Vanwege een gunstig belastingklimaat laten bedrijven graag hier in Nederland hun winsten neerslaan. Dat kan bijvoorbeeld door intellectueel eigendom hier te vestigen en de royalties te exporteren – denk aan de Rolling Stones en U2. Of door producten van het moederbedrijf in Nederland duur te verkopen aan buitenlandse dochters. Zulke dingen stuwen de waarde van onze export. Daarnaast zijn er statistische definities die het overschot groter maken omdat Nederland veel multinationals telt. De Nederlandsche Bank (DNB) schat dat in 2022 een behoorlijk deel – 2 procentpunt – te verklaren is door verschil in statistische behandeling tussen de winsten van beleggers en van directe investeringen.”

In hoeverre is zo’n overschot problematisch?
“Hoewel de export heeft geleid tot een overschot op de handelsbalans en ons zo welvaart oplevert, kan zo’n overschot inderdaad problematisch zijn. Als alleen Nederland meer zou exporteren dan importeren is dat niet erg, maar dit geldt ook voor grote economieën als China en Duitsland. De wereld als geheel is een gesloten economie. Niet elk land kan een overschot hebben, waardoor andere landen dat moeten ‘opeten’, zoals de Verenigde Staten. Dat land krijgt daardoor een handelstekort, waar Trump zich nu zo over opwindt. Hij denkt met importheffingen de handelsbalans met het buitenland te kunnen herstellen.

De Nederlandse afhankelijkheid van handel kan ons land kwetsbaar maken tijdens een handelsoorlog. DNB stelde onlangs dat onze economie aanzienlijke schade kan oplopen door de Amerikaanse importtarieven. Zowel in directe zin doordat de export naar de VS daalt als indirect doordat de handelsoorlog de gehele wereldhandel raakt. Voert Trump zijn dreigementen uit, dan valt volgens DNB onze economische groei in 2025 en vooral in 2026 flink terug, en kan de werkloosheid oplopen tot 4,5 procent. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) vallen de gevolgen voor de economie als geheel mee, en worden vooral specifieke maakindustrieën zoals machinebouw, elektronica en voertuigen geraakt. 

Nederland verloor in de jaren zeventig flink aan concurrentiekracht, mede door het uitgeven van de aardgasbaten. Dit staat ook wel bekend als de ‘Dutch disease’. Vanaf begin jaren tachtig is Nederland een beleid van loonmatiging gaan voeren. Dat heeft geholpen om internationaal weer concurrerend te worden, meer werk te creëren en de inflatie te matigen. Volgens sommigen iets te succesvol. Het International Monetair Fonds (IMF) heeft Nederland in het verleden meermaals gemaand meer werk te maken van de binnenlandse consumptie, in plaats van louter te vertrouwen op de export.”

Wat kan Nederland doen om de economie meer in evenwicht te brengen?
“De vraag is of we de binnenlandse consumptie verder moeten aanzwengelen, gezien de tekorten op de arbeids- en woningmarkt. Kiezen we daar toch voor, dan kan dat met belastingverlagingen of hogere overheidsuitgaven. We komen echter al in de buurt van het door de EU maximaal toegestane begrotingstekort van 3 procent. 

Een alternatief is het sturen op hogere lonen. Dan prijzen we onze export een beetje uit de markt en kunnen we met onze gestegen koopkracht meer importeren. Mogelijk leidt dat tot een minder krappe arbeidsmarkt. Maar ik ben bang dat de huizenmarkt juist verder uit het lood raakt. Want we houden dan hogere inflatie en lonen dan elders in Europa, maar wel dezelfde lage rente. Dan heb je een lage reële rente en dat kan de huizenprijzen en hypotheekschulden verder opblazen. Tenzij we echt serieus meer huizen gaan bouwen. Dan zou de huizenmarkt meer in evenwicht komen en kunnen hogere lonen bijdragen aan evenwicht op de arbeidsmarkt en met het buitenland. 

Naar dat ‘externe evenwicht’ bewegen we overigens ook deels vanzelf toe. Ons overschot op de lopende rekening kun je zien als een vorm van sparen. We leven nu onder onze stand en bouwen vorderingen op het buitenland op. Naarmate de vergrijzing in Nederland toeneemt, zal het overschot slinken en misschien zelfs omslaan in een tekort. Dan kunnen we boven onze stand leven en meer besteden dan we produceren. Het verschil – de import – betalen we dan met de verkoop van onze buitenlandse bezittingen, opgebouwd door ons jarenlange handelsoverschot.”