“Is de angst voor het inflatiespook terecht?”

Gepubliceerd op: 21 oktober 2021

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: Senior Strategist Frank van Weegberg over de vraag of de opgelopen inflatie van kortdurende aard is of niet. “Globalisering heeft decennialang de prijzen gedrukt.”


Nu het inflatiecijfer in Europa is opgelopen tot 3 procent en in de Verenigde Staten gestegen is tot 5 procent, is de hamvraag: Is het een ‘piek’ of ‘schok’ van één tot twee jaar, of gaat de inflatie langer duren en op die manier de koopkracht uithollen? Dikke kans dat het om het eerste gaat, zegt Van Weegberg. “De huidige inflatie bestaat voornamelijk uit twee effecten. Het ene wordt veroorzaakt door problemen met productie, logistiek en bevoorrading. Het andere effect is het gevolg van de fors gestegen gasprijzen. Wij denken dat beide effecten tijdelijk zijn. En dus is de huidige inflatie waarschijnlijk ook van voorbijgaande aard.”


Het eerste effect (de productie-, logistieke en bevoorradingsproblemen) trad als gevolg van de coronapandemie wereldwijd op. Van Weegberg: “Denk bijvoorbeeld aan de schaarste van computerchips, waarvan de gevolgen hebben doorgewerkt in veel industrieën. Maar er hebben ook heel veel spullen vastgezeten in het Suezkanaal, als gevolg van de blokkade in maart door containerschip Ever Given. Dit alles heeft voor veel producten geleid tot gestegen prijzen. Maar op een gegeven moment, als de laatste naweeën van die problemen zijn weggeëbd en het aanbod zich weer heeft hersteld, dalen die prijzen ook weer.”    


Schaliegas

Ook het tweede effect – de gestegen prijzen voor olie en gas – blijft volgens de Senior Strategist naar verwachting niet lang aanhouden. “Ook daar zijn de hoofdoorzaken tijdelijk van aard: problemen bij de gasproductie in Noorwegen, een laag aanbod van windenergie als gevolg van een ongebruikelijk windstille periode en het uitblijven van de goedkeuring van de Nord Stream 2 gaspijpleiding. Dergelijke prijsstijgingen zijn schoksgewijze effecten die ook weer verdwijnen, ook omdat bijvoorbeeld het aanbod van schaliegas toeneemt. Dat is relatief bewerkelijk om te produceren maar bij een hoge olie- en gasprijs wordt het weer rendabel.”


En oplopende Covid-19 besmettingen in de winterperiode? Kunnen die nog roet in het eten gooien? “Nieuwe lockdowns zouden het aanbod van producten weer kunnen drukken, wat voor een nieuwe inflatiepiek kan zorgen. Maar ook dan is het effect op de inflatie niet structureel. Dat kun je ook aflezen aan de verwachtingen van officiële partijen, zoals centrale banken. De Europese Centrale Bank bijvoorbeeld gaat ervan uit dat de inflatie in de Eurozone terugvalt naar 1,5 procent in 2023.”   


Wanneer ligt die structurele, langdurige inflatie dan wel op de loer? Van Weegberg: “Dat soort inflatie ontstaat eerder als we te maken krijgen met een loonprijsspiraal. Als de lonen te veel stijgen, duwt dat het algemene prijspeil omhoog want arbeid wordt duurder. Maar zo’n spiraal ontstaat pas wanneer een hoge economische groei en een lage werkloosheid gelijktijdig optreden. De werkloosheid in Nederland is weliswaar laag, maar in de Eurozone is hij met 7,5 procent nog relatief hoog. Om die reden is een loonprijsspiraal nu onwaarschijnlijk.”


Vakbonden
Naast die hoge Europese werkloosheid zijn er volgens Van Weegberg nog twee redenen waarom we dat effect van stijgende lonen op de inflatie waarschijnlijk niet gaan zien. “De macht van vakbonden is kleiner geworden. Zelfs in traditionele industrieën als de metaalindustrie zijn tegenwoordig veel minder werknemers lid van een vakbond. In nieuwere sectoren is de organisatiegraad nog veel lager. Tel daarbij op het toegenomen aantal zzp’ers en het is niet vreemd dat de onderhandelingspositie van vakbonden is verslechterd.   
Daarnaast is ook het effect van stijgende lonen op het algemene prijspeil minder sterk geworden. Globalisering betekende dat we meer zijn gaan importeren uit landen met lagere lonen. Dat heeft decennialang de prijzen gedrukt. Dus als onze eigen lonen stijgen, leidt dat niet meer zo snel tot inflatie als voorheen.”  


Met het ‘spook’, zoals dat in de jaren ’20 in Duitsland opdoemde, krijgen we dus voorlopig niet te maken. En de inflatie die nu optreedt, is eigenlijk wel gezond, zegt Van Weegberg. “We hebben lange tijd een heel lage inflatie gehad, zelfs minder dan 1 procent. Normaliter zitten we in Europa rond de 1,5 procent. Met die 3 procent zitten we daar nu ruim boven. Ik verwacht niet dat de ECB de rente in de komende twee, drie jaar verhoogt. Maar als de ECB door een aanhoudend hoge inflatie uiteindelijk genoodzaakt is de rente te verhogen, is dat op de lange termijn voor iedereen beter. De huizenmarkt normaliseert dan wellicht weer. En het gaat weer lonen om te sparen. Nu heb je koopkrachtverlies op je spaargeld. Geen enkele overheid wil dat.”