Minder om te beleggen
Vrolings illustreert het aan de hand van een voorbeeld. “Stel, de helft van de fondsen kiest ervoor om niet in te varen. Met andere woorden, de helft van onze klanten brengt de reeds opgebouwde pensioenrechten van deelnemers niet over naar het nieuwe contract. Alle toekomstige premie wordt wel ingelegd in het nieuwe contract. Als gevolg daarvan moet je naast de nieuwe administratie dan een deel van de oude administratie intact laten, daarbij behorende systemen in de lucht houden, enzovoorts. Als uitvoerder ga je daardoor meer kosten maken, en die moeten worden doorberekend aan het fonds. Daar komt bij dat die hogere kosten vervolgens ook nog eens moeten worden opgehoest door veel minder deelnemers. Voor de individuele deelnemer is dat geen goede zaak, want van zijn of haar ingelegde premie blijft dan minder over om te beleggen.”
Geen touw aan vast te knopen
En dat zijn dan nog alleen de financiële gevolgen. Het begrijpen van het pensioen – voor velen toch iets ingewikkelds – wordt er namelijk ook niet makkelijker op voor de deelnemers van de fondsen die niet invaren. Vrolings: “Deze deelnemers ontvangen in dat geval twee verschillende soorten communicatie van hun fonds. Het ene deel van de communicatie is gebaseerd op het oude stelsel, waarin een belofte wordt gedaan over de hoogte van het pensioen in de toekomst. Het oude stelsel heeft ook bepaalde regels om bijvoorbeeld aanspraken of uitkeringen te verhogen of te verlagen, afhankelijk van de financiële positie van het fonds. Het andere deel van de communicatie is dan dus gebaseerd op het nieuwe stelsel, waarvoor andere regels gelden. Er wordt geen belofte gedaan over de hoogte van het pensioen in de toekomst. Je weet wat je als deelnemer inlegt aan premie. Maar tot hoeveel pensioen dat in de toekomst leidt, is voor een groot deel afhankelijk van de financiële markten waarop die premie belegd wordt. Samengevat: het zijn twee totaal verschillende soorten communicatie, met andere onderliggende regels en principes. Voor deelnemers die dit ontvangen, is daar geen touw meer aan vast te knopen. Als uitvoerder moeten we er dus voor zorgen dat fondsen al die consequenties kennen wanneer ze hun besluiten nemen over de overstap naar het nieuwe stelsel.”
Dialoog
De meeste fondsen blijken die kaders voor hun keuzes niet als knellend te ervaren, eerder prettig. Maar, benadrukt Vrolings: “Wij gaan als uitvoerder niet sturend optreden om alle fondsen uiteindelijk voor dezelfde regelingen te laten kiezen. We informeren fondsen en sociale partners zo goed mogelijk over de voor- en nadelen van elke keuze. Desgewenst geven we advies, maar we zijn neutraal. We willen als APG niet dat de indruk ontstaat dat ons advies bij het gesprek met sociale partners als een gegeven beschouwd wordt. Als uitvoeringsorganisatie gaan wij nooit op de stoel van het fonds zitten, en al helemaal niet op die van sociale partners. Zij zitten op de bestuurdersstoel, wij voeden ze met wat ze nodig hebben om vooruit te komen. We zien het als een gezamenlijke inspanning en een gezamenlijke aanpak, waarin we vanaf het begin de dialoog met elkaar voeren. In het verleden deden we dat wellicht wat minder dan nu. In die zin is het een mooie bijvangst, want door het NPC en de omvang van het werk is deze co-creatie aanpak wat meer gemeengoed geworden.”
Snuffelen
Dat ‘voeden’ van pensioenfondsen doet APG op verschillende manieren, onder andere via webinars: “De webinars zijn bedoeld om fondsen op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met de verschillende thema’s binnen het NPC. Niet iedereen heeft die kennis al paraat. Het idee achter de webinars is dat fondsbestuurders zo al een keer hebben kunnen snuffelen aan alle onderwerpen, voordat ze zelf echt de discussie gaan voeren over de keuzes waarvoor ze staan. We merken dat bestuurders dat fijn vinden. Deze webinars vormen dan vaak de basis voor bijvoorbeeld een fondsspecifieke workshop”
Contouren nieuw stelsel
Op 16 december jongstleden is het wetsvoorstel voor de hervorming van het pensioenstelsel door minister Koolmees voorgelegd aan alle betrokken partijen. En dat vormt aanleiding voor een nieuwe ronde webinars, aldus Vrolings. “De contouren van het nieuwe stelsel worden nu weer iets duidelijker, maar ook nu zal er bij fondsen behoefte zijn aan informatie en inzicht. Om dat zo gericht mogelijk te bieden, vragen we fondsen vooraf welke onderwerpen ze de komende maanden tijdens de nieuwe reeks webinars behandeld willen zien.”
In het huidige stelsel wordt er binnen APG in de uitvoering veel tijd en aandacht besteed aan een relatief klein deel van de deelnemers. Het gaat daarbij om deelnemers die te maken hebben met een stapeling van de complexiteit van de regeling. “Als we de invoering van het NPC op de juiste manier aanpakken, zal dat behoorlijk kunnen schelen in de complexiteit van de administratie. Aan de andere kant zal er mogelijk meer aandacht moeten komen voor de communicatie en keuzebegeleiding voor deelnemers. Want deelnemers krijgen in het nieuwe stelsel – zeker voor hun gevoel – met meer onzekerheid en risico te maken.”
Niet eerder gezien
Complexiteit, krappe planning: gaan APG en de fondsen de invoeringsdatum van 2026 halen? “We hebben er bewust voor gekozen om gefaseerd op te starten en niet alles tegelijk aan te pakken. Ik heb niet de illusie dat we dit op alle fronten tegelijk kunnen managen. Ik ben van nature een optimist, en ik weet ook dat het uiteindelijk gewoon gaat lukken – zeker met de bundeling van kennis, kunde en ambitie die we in huis hebben. Maar ik weet ook zeker dat we tegenslag gaan krijgen, door de impact en complexiteit van het NPC gaan er hier nog heel wat uitdagingen langskomen. Dat is ook logisch, want voor zover ik kan overzien – en ik loop best al wat jaren mee – hebben we een programma van deze omvang nog niet eerder gezien.”