Nederlanders zijn zich steeds vaker bewust van het belang van inzicht in hun financiële situatie na pensionering. Ook verdiept men zich, ten opzichte van 2022, vaker in het pensioen. Annette Mosman, CEO van APG toont zich vandaag, bij de start van de Pensioen3daagse, tevreden met deze cijfers, maar ze maakt zich nog altijd zorgen over de forse pensioenkloof in Nederland.
Te complex. Te ver-van-mijn-bed. Te saai. Te weinig kennis. Het is vaak hoe mensen tegen pensioenen aankijken. Uit eerder onderzoek van APG Research bleek zelfs dat mensen positievere emoties vertonen bij termen als ‘gras’ en ‘baksteen’ dan bij ‘bruto pensioen’ en ‘dekkingsgraad’. Maar daar lijkt voorzichtig verandering in te komen, blijkt uit het vandaag verschenen tweejaarlijkse onderzoek van Wijzer in geldzaken. Dit initiatief van het ministerie van Financiën is de ‘wegwijzer’ naar betrouwbare informatie over geldzaken en de motor achter de Pensioen3daagse. Waar tien jaar geleden 61 procent van de Nederlanders pensioenbewust was, is dat nu 72 procent.
“Wij hadden de hoop dat de komst van de Wet toekomst pensioenen (Wtp, red.), en alle veranderingen die daarmee samenhangen, ervoor zou zorgen dat Nederlanders zich meer bewust zouden worden van hun kapitaal en pensioen. Dat dit nu zo lijkt te zijn, is positief”, reageert Mosman. En het kan volgens haar zomaar de opmaat zijn naar nog meer bewustzijn. “De deelnemers van de fondsen die op 1 januari 2025 invaren ontvangen in de komende periode brieven over hun persoonlijke situatie. Dat kan de interesse verder aanwakkeren en ervoor zorgen dat meer Nederlanders zich verdiepen in hun pensioen. Maar het begint bij de mensen zelf. Open je een brief of mail en lees je die eens goed door, of leg je de brief in de spreekwoordelijke la om er verder nooit meer naar om te kijken?”
Mannen versus vrouwen
Overigens blijkt uit hetzelfde onderzoek dat men zich steeds vaker bewust is van het belang van inzicht in de financiële situatie na pensionering. Daarbij zeggen mannen vaker dan vrouwen zich te realiseren dat ze zich moeten verdiepen in hun financiële situatie na pensionering (70 procent tegen 63 procent). Dat verschil bevreemdt Mosman enigszins. Ze richt de blik daarbij op het bedrijfsleven. “Als je het hebt over diversiteit in de boardroom, dan valt het mij altijd op dat vrouwen zich veel meer richten op de lange termijn. Bovendien zoeken ze vaak een ander risicobeeld op dan mannen. Kortom, vrouwen zijn minder gericht op resultaten op de korte termijn, ze hebben veelal het langetermijnperspectief voor ogen. Dat zou betekenen dat vrouwen ook heel goed over pensioen moeten kunnen nadenken, en toch zie je dat dit niet gebeurt.”
En waaraan dat ligt? Mosman zegt dat dit lastig te duiden is. “Uit eigen onderzoek weten we bijvoorbeeld wel dat vrouwen over het algemeen denken dat ze het hadden moeten weten en dat ze daarom geen vragen over dit onderwerp stellen. Dat zou dan dom zijn. Maar niets is minder waar; durf te vragen.”
Forse pensioenkloof
Zij vindt sowieso dat er aan de keukentafel meer over de lange termijn moet worden gepraat. “Vrouwen ontvangen in Nederland gemiddeld 40 procent minder pensioen dan een man. Wanneer ontstaat die kloof? Dat is op het moment van kinderen krijgen. De man verdient meestal meer dan de vrouw en op basis van het inkomen wordt de keuze gemaakt dat de vrouw parttime gaat werken. Maar vaak wordt vergeten dat zij daarmee niet alleen minder salaris krijgt, maar ook minder pensioen opbouwt.” Cijfers uit het onderzoek van Wijzer in geldzaken ondersteunen dit. Bijna de helft (48 procent) van de Nederlanders is zich er niet van bewust dat het pensioeninkomen voor vrouwen lager ligt dan voor mannen; zij denken dat vrouwen ongeveer evenveel of zelfs meer pensioen krijgen. “De Nederlandse situatie is best uitzonderlijk, de pensioenkloof hier is de op-een-na-grootste van Europa. En dat ondanks dat we hier een nagenoeg perfect stelsel hebben”, zegt Mosman. Het is deels cultureel bepaald. “In landen als Frankrijk, Zweden wordt veel meer gedacht in termen van onbetaald werk en hoe verdelen we dat binnen het huishouden. Dat gesprek zouden we in Nederland ook meer moeten voeren.”
De CEO van APG doet een beroep op de sector als geheel. “Het bewustzijn moet verder omhoog, en hiervoor ligt een verantwoordelijkheid bij de vrouwen zelf. Zij moeten de brief die straks op de deurmat valt bijvoorbeeld openen en doorlezen. Maar ook de overheid heeft een voorlichtende rol, net als de pensioenaanbieders en de werkgevers. Zeker die laatste groep, zij worden namelijk gezien als de trusted partners. Meer dan de overheid. Zij moeten vrouwen goed informeren over de langetermijngevolgen van parttime werken, over de andere oorzaken van de pensioenkloof en over de mogelijkheden die er zijn om het pensioeninkomen aan te vullen.”