Annette Mosman wandelt met Dominique Hermans. Zij is Chief Executive van Randstad Northern Europe. Ook zit ze in de raad van bestuur van Amsterdam Economic Board. Een gesprek met haar over de positie van vrouwen, de arbeidsmarkt en het langetermijnperspectief van werkenden. "We hebben het gewoon niet goed verdeeld in Nederland."
In het kort:
- Vrouwen bouwen maandelijks gemiddeld 400 euro minder pensioen op.
- Randstad neemt deel aan projecten om kansenongelijkheid te bestrijden, zoals lokale initiatieven die ervoor zorgen dat kinderopvang beschikbaar en bereikbaar is voor iedereen.
- Pleidooi voor verandering op verschillende niveaus, waardoor de positie van vrouwen verbetert; maatschappelijk, maar ook bij de werkgevers.
Schoenen uit, benen op tafel; Annette en Dominique doen het niet. Al lonkt die gedachte wel even na de wandeling door een deel van het Groene Hart. “Een heerlijke tocht”, zegt Annette tegen Dominique bij aankomst op het terras in Aalsmeer. De Chief Executive van Randstad Northern Europe knikt. “En het waren onderweg goede gesprekken.”
Die conversaties gingen over veel zaken, de rode draad was de financiële onafhankelijkheid van vrouwen. “Vrouwen hebben te weinig handelingsperspectief”, zegt Annette resoluut. Ze doelt op het feit dat vrouwen maandelijks gemiddeld 400 euro minder pensioen opbouwen dan mannen, met als gevolg een pensioenkloof van bijna 40 procent. “En als vrouw is het probleem dat je dit niet meer ingehaald krijgt. Immers, Nederlandse vrouwen werken vaker in deeltijd, en doen gemiddeld per week tien uur minder betaald werk dan mannen.”
Niet goed verdeeld
Dominique is het met Annette eens. “We hebben het gewoon niet goed verdeeld in Nederland”, zegt zij. Daar komt volgens haar nog bij dat als je in Nederland in een kansarm gezin wordt geboren, je daar ook niet zo snel uitkomt. “En vrouwen zijn daarbij het meest kwetsbaar.” Volgens Annette is dat laatste ook het gevolg van het feit dat relatief veel vrouwen in bepaalde sectoren op zzp-basis werken. “Dit zorgt voor meer flexibiliteit en het uurtarief ligt vaak hoger dan als je in loondienst werkt. Om die reden is het dus best een logische stap, maar vrouwen kiezen hiermee ook voor minder zekerheid voor later.”
Dominique: “Als je kijkt naar de zzp-markt van 1,2 miljoen mensen, dan is 65 procent man en 35 procent vrouw. Als je vervolgens dieper inzoomt op de verschillende sectoren, dan zie je dat in de zorg, het onderwijs, de horeca en de schoonmaak grotendeels vrouwen als zzp’er actief zijn. Juist die sectoren hebben ‘kleinere’ banen, die minder goed betalen. Werken als zzp-er brengt het salaris en de uren wat omhoog.”