Beleggingen uitgelegd: de optie

Gepubliceerd op: 3 oktober 2023

De beleggingswereld kent vele bekende en minder bekende termen. Denk aan aandelen, obligaties, opties, futures of swaps. In een speciale reeks lichten we de kenmerken en de ontstaansgeschiedenis van de diverse beleggingscategorieën toe. In deze aflevering gaat Alex Tiebout, Expert Portfolio Manager bij APG, in op opties, behorend tot de zogenoemde derivaten.

De optie in het kort

 

Wat is het?

 In de beurswereld is een optie het recht om een aandeel te kopen of te verkopen vóór een bepaalde datum en tegen een afgesproken prijs (callopties) of koers (putopties).

 

Wanneer is het ontstaan?

De historie van de optie gaat terug tot de klassieke oudheid.

 

Wat komt er nog meer bij kijken?

Opties worden veel gebruikt om beleggingsrisico’s af te dekken.

Wat is het?

Opties zijn een derivaat. Dat betekent dat het een afgeleid product is, gebaseerd op de prijs van de onderliggende waarde. Die waarde kan een aandeel zijn, maar evengoed een index, wisselkoers, renteniveau of grondstof. De meest voorkomende optie is de aandelenoptie.

Er zijn twee soorten opties. Een calloptie geeft de koper het recht om aandelen tegen een van tevoren vastgestelde prijs te kopen. Daarnaast is ook de datum waarop het recht kan worden uitgeoefend vastgesteld, de zogeheten ‘expiratiedatum’. Bij een putoptie krijgt de koper het recht om aandelen tegen een van tevoren vastgestelde prijs te verkopen. Ook hierbij is de expiratiedatum vastgesteld. Voor de aspirant-koper geldt uitdrukkelijk dat het gaat om een recht, geen plicht. De verkoper daarentegen moet wel meewerken aan de transactie als de koper dat wil. Voor zowel put als call wordt een zogenoemde optiepremie betaald. Dat kun je zien als de koopprijs van de optie.

“Opties werken als een hefboom”, legt Alex Tiebout uit, sinds 2010 werkzaam bij APG en daarvoor als handelaar actief op de beursvloer voor ABN Amro. “Een optie heeft meestal betrekking op meerdere aandelen. Als een optie 100 aandelen vertegenwoordigt van elk 15 euro, betaal je 100 keer de optiepremie van in dit geval 15 eurocent. Je legt dus een veel kleiner bedrag in dan wanneer je echt 100 aandelen zou kopen. Wel heb je kans op een veel grotere winst. Maar de hefboom kan het risico ook vergroten. Bij een ‘verkeerde’ beweging neemt het verlies sneller toe dan bij een directe belegging in bijvoorbeeld een aandeel. De potentiële koper loopt het minste risico. Hij kan immers afzien van uitoefening van de koop van de aandelen en verliest dan enkel de betaalde premie. Vergelijk het met een huis kopen. Je bent niet verplicht een genomen optie te verzilveren.”

 

Wanneer is het ontstaan?

Hiervoor gaan we terug naar de klassieke oudheid, ruim voor de geboorte van Christus. Ten tijde van de Oude Grieken werden bijvoorbeeld opties verhandeld op het gebruik van olijfpersen. Het duurde nog tot de twintigste eeuw voordat de handel in opties de beursvloer bereikte. Chicago had in 1973 de primeur met de eerste optiebeurs. In 1978 volgde Amsterdam met de eerste Europese optiebeurs, de European Options Exchange. Aan het einde van de jaren tachtig kwam de optiehandel in een stroomversnelling. In 1997 fuseerde de optiebeurs met de effectenbeurs tot Amsterdam Exchanges om zich te vestigen in de beurszaal op Beursplein 5, kort daarvoor vrijgekomen vanwege de automatisering van de effectenhandel. Eind 2002 was ook de optiehandel volledig overgestapt naar de beeldschermen.

 

 

Wat komt er nog meer bij kijken?

Opties worden op de beurs verhandeld en zijn er in talloze vormen, variërend van dagopties tot opties die vele maanden geldig zijn. Kopers en verkopers (hedgefondsen, pensioenfondsen, investeerders, banken) anticiperen op koersdalingen of stijgingen van aandelen en/of indexen en op prijsveranderingen van grondstoffen zoals olie, landbouwproducten of grondstoffen. “Net als andere derivaten zoals futures en swaps, worden opties vaak geassocieerd met speculatie”, vervolgt Tiebout. “Voor beleggers is dat zo. Zij willen juist een hoog risico nemen in de hoop op een mooi rendement. Voor bedrijven en organisaties zoals pensioenfondsen is dat echter anders. Zij willen zeker weten dat ze op een bepaalde dag iets, aandelen bijvoorbeeld, kunnen kopen of verkopen tegen een gegarandeerd bedrag en kunnen zo hun financiële positie zekeren. Daarvoor zijn ze bereid om kosten te maken en eventueel verlies te nemen. Door een goede spreiding van de portefeuille kun je risico’s verdelen en minimaliseren. Bij APG is dat ook ons uitgangspunt bij het werken met derivaten: risico’s voor de pensioenfondsen en hun deelnemers afdekken. Met opties kun je de risico’s van dalende koersen afdekken. Opties maken deel uit van ons totale portfolio, maar vanwege de hoge premies door de hoge volatiliteit in de huidige beurskoersen is de omvang nu beperkt. We investeren momenteel meer in aandelen voor de langere termijn.’