70 is het nieuwe 50: wat zijn de gevolgen?

Gepubliceerd op: 24 april 2025

70 is het nieuwe 50, stelde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) onlangs. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat ouderen scherper en fitter zijn dan 25 jaar geleden. Wat zijn de economische gevolgen hiervan? Charles Kalshoven, macro-econoom en expert strateeg bij APG, over het ‘cijfer van de week’.


Het IMF gaat niet heel diep in op de oorzaken van het feit dat de gemiddelde 70-jarige anno nu over dezelfde cognitieve capaciteiten beschikt als een 53-jarige in 2000. Kalshoven vermoedt dat het in ieder geval deels met de afname van alcohol- en tabaksgebruik te maken heeft. “Ook is in de jaren zestig het hoger onderwijs in veel landen gedemocratiseerd, waardoor veel meer mensen dan voorheen konden studeren. Uit onderzoek blijkt dat hoger opgeleiden langer gezond blijven, ook op cognitief vlak. Dat heeft ermee te maken dat ze doorgaans langer bezig blijven op een manier waardoor hun cognitieve vermogens relatief gezien op peil blijven, bijvoorbeeld doordat ze na hun pensioenleeftijd nog deels blijven werken.” 


Kalshoven verwijst in deze context naar hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder, die ervoor pleit om zoveel mogelijk te blijven bewegen en jezelf te blijven uitdagen. “Als je langer gezond blijft, kun je langer doorwerken, maar volgens Scherder is het dus andersom ook het geval: actief blijven – dus bijvoorbeeld langer doorwerken – is goed voor je hersenen en daarmee je gezondheid. Dit gaat natuurlijk alleen op voor cognitieve taken. Voor een stratenmaker zal het werk op z’n zeventigste te zwaar zijn geworden.”


Vervroegde uittreding

Aangezien Nederland een diensteneconomie heeft, zal voor veel mensen langer doorwerken wel tot de mogelijkheden behoren. “De leeftijd waarop mensen daadwerkelijk met pensioen gaan, stijgt al een aantal jaar. Toen de VUT-regeling nog bestond, kwam het geregeld voor dat iemand van achter in de vijftig al met pensioen ging. Dat komt zelden meer voor.” 


Een van de redenen achter de VUT-regeling was dat vervroegde uittreding van oudere werknemers banen zou creëren voor jongeren, in een tijd van forse jeugdwerkloosheid. Kalshoven: “Men ging er toen vanuit dat er een bepaalde koek aan arbeid beschikbaar was, die je anders kon verdelen. Samengevat kun je dan tot de conclusie komen van de cabaretiers Van Kooten & De Bie: ‘Ouwe lullen moeten weg’. Toch bleek dat een misvatting. Wanneer meer mensen zich op de arbeidsmarkt aanbieden dan er vacatures zijn, drukt dat de lonen, waardoor uiteindelijk de vraag naar arbeid weer aantrekt. Het aanbod van arbeid is dan ook een factor die economische groei structureel beïnvloedt en kan ondersteunen. Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt is het alleen maar een voordeel dat ouderen langer doorwerken, als ze het zelf tenminste fijn vinden, het ze gezond houdt en ze er financieel op vooruitgaan. Ze hoeven zich in ieder geval geen zorgen te maken dat ze een schoolverlater een baan ontzeggen.” 

Pensioenvermogens
De vergrijzing drukt nog wel de economische groei, want uiteindelijk krijgen we wel een krimpende beroepsbevolking, vervolgt Kalshoven. “Maar het is dus minder erg dan we eerst dachten.” Eind vorig jaar bracht de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een rapport uit over vergrijzing in Europa. “De kern daarvan was dat Nederland met zijn relatief langzame vergrijzing en grote, kapitaalgedekte pensioenvermogens binnen Europa een uitzondering vormt. Nederland kan daardoor last krijgen van economisch beleid in Frankrijk of Duitsland, waar de bevolking minder voor pensioen heeft gespaard en de overheid de pensioenen betaalt. Maar als fittere Duitsers en Fransen langer willen doorwerken – nog geen gegeven natuurlijk – dan kan het dit risico beperken.” 


Politiek gevoelig

Volgens Marnix van Rij, oud-staatssecretaris en nu bestuurder bij het IMF, moeten Nederlanders straks langer doorwerken om het welvaartsniveau hier te kunnen handhaven, zo zei hij tegen het ANP. Kalshoven vraagt zich af of de pensioenleeftijd hier echt nog verder omhoog moet: “Een verplichting ligt politiek gevoelig. Bovendien is de AOW-leeftijd in Nederland al gekoppeld aan de levensverwachting, en het moment dat Nederlanders gemiddeld met pensioen gaan volgt de AOW-leeftijd.”


“Uit de cijfers van het IMF blijkt verder dat de gestegen gezonde levensverwachting niet voor iedereen geldt, en er grote verschillen tussen en zelfs binnen landen bestaan. ‘70 is het nieuwe 50’ geldt vooral voor hogeropgeleiden, meer voor rijke dan opkomende landen en meer voor de stad dan het platteland. Dat is goed om in het vizier te houden. Maar voor wie het kan en wil is het natuurlijk prima, en de economie en maatschappij zijn er ook bij gebaat. Het kan dus echt geen kwaad om langer doorwerken zo aantrekkelijk mogelijk te maken.” Dat kan onder meer door het mogelijk te maken voor werknemers om later dan de AOW-leeftijd met pensioen te gaan of door te investeren in het opleiden van oudere werknemers. “Werknemers blijven cognitief langer bij. De kosten van een opleiding kunnen dus over een langere periode worden afgeschreven. Dan kan het lonen om op je zestigste nog een cursus te volgen, waardoor je je hersenen gezond houdt en langer fit blijft.”