Hoe bent u daar in uw eigen carrière mee omgegaan?
“Ik begon na mijn studie met fulltime werken. Maar ik voelde me daar niet prettig bij. En heb toen gekozen voor een andere, parttime baan. Dat kon ik me financieel gezien gelukkig permitteren, wat echt een voorrecht is geweest. Daardoor had ik de vrije tijd om ook dingen te doen die ik heel leuk vond, waar mijn hart naar uitging. Wat trouwens toch vaak weer werkgerelateerd was. Wat dat betreft heb ik nog een beetje de trekken van een hippie uit de jaren zestig, haha.”
Vrouwen hebben dus veel in eigen hand?
“Zeker. Er wordt nog vaak naar vrouwen gewezen dat het tuttebollen zijn die de hele dag thuis bij de kinderen willen zitten. En dat het dus hun eigen schuld is dat ze geen carrière maken of weinig verdienen. Maar dan hebben vrouwen het weer gedaan. Ik vind dat mannen ook in beweging moeten komen. Bijvoorbeeld meer taken in het huishouden op zich nemen. Wat dat betreft is er al veel ten goede veranderd, in mijn jeugd was het bijvoorbeeld ondenkbaar dat een man de luiers verschoonde; de enkeling die dat wel deed, zweeg erover. Bang voor een watje te worden uitgemaakt. Die tijd is gelukkig voorbij. Wat een winst is dat! Daarbij heeft het uiteraard enorm geholpen dat het huishouden veel minder tijd vergt dan vroeger, dankzij wasmachines en andere apparatuur.”
Welke vrouwen ziet u als iconen van de Nederlandse vrouwenemancipatie?
“Dat zijn er heel wat. Een van mijn favorieten is de dienstbode Neeltje Lokerse. Die stond in 1902 gewapend op het Haagse Binnenhof. Daar werkte de vader van haar pasgeboren kind, tevens haar werkgever. Hij weigerde zijn kind te erkennen. Toen hij naar buiten kwam, schoot ze op hem maar ze raakte hem niet. Ze wilde alleen maar aandacht voor de zaak, vandaar haar actie. Ze werd direct gearresteerd maar later weer vrijgesproken. Daarna heeft ze zich, bijvoorbeeld door lezingen te geven, haar leven lang ingezet voor verbetering van de positie van dienstbodes, ongehuwde moeders en prostituees. Heel dapper, want die waren destijds allemaal rechteloos. Andere iconen zijn Corrie Tendeloo en Clara Meijers. Tendeloo was een politica die zich inzette voor juridische gelijkheid tussen man en vrouw. Dankzij een motie van haar werd in 1955 het gedwongen ontslag van ambtenaressen bij huwelijk afgeschaft. Ze zorgde er ook voor dat de handelingsonbekwaamheid van getrouwde vrouwen werd opgeheven. En Clara Meijers zorgde er in 1928 voor dat er voor vrouwen een aparte Vrouwenbank kwam. Het was voor vrouwen destijds vrijwel onmogelijk om een lening te krijgen als ze bijvoorbeeld een winkel wilden openen, of een hypotheek voor een eigen huis nodig hadden.”
Waarom bent u al een leven lang bezig met de geschiedenis van vrouwen in Nederland?
“Ik ben van 1952, de tijd dat de vrouw de man nog hoorde te volgen. Ik was nog scholier, toen ik in Leiden bij de oprichting van Dolle Mina was, in 1969. Die feministische actiegroep paste in de tijdgeest, ik vond dat machtig interessant. Toen ik geschiedenis ging studeren, ging mijn aandacht als vanzelf naar de geschiedenis van vrouwen in Nederland. Die fascinatie heb ik altijd gehouden. Terugkijkend constateer ik dat er enorm veel verbeterd is voor vrouwen. We zijn er nog niet, maar we moeten moed houden en alert blijven. Ooit zullen mannen en vrouwen volstrekt gelijkwaardig zijn aan elkaar, daar ben ik van overtuigd. Dat ouderwetse mannenbastion wordt langzaam maar zeker steeds verder afgebroken.”
Foto's: Aad van Vliet