Mijn zoon studeert volgende maand af in Madrid en is druk aan het leren voor zijn eindexamens. Geen afleidingen voor hem, want het was deze week 40 graden in de Spaanse hoofdstad en mensen moesten binnen blijven. De temperatuur in heel Europa was afgelopen weekend 15 graden hoger dan hij zou moeten zijn, wat nog eens benadrukt wat voor ons ligt. Om de opwarming van de aarde te vertragen, moeten we handelen, en dit is geen kwestie van regelgeving versus de industrie. We moeten als één blok handelen om de planeet over te dragen aan de komende generaties en ervoor te zorgen dat ze een welvarende toekomst kunnen opbouwen.
In een artikel werd vorige week betoogd dat het ESG-raamwerk ten prooi is gevallen aan vermogensbeheerders die aan greenwashing doen. Vragen over de relevantie van ESG (Environmental, Social & Governance) zijn ronduit onacceptabel. Als financiële instellingen worden betrapt op het verkopen van producten die niet in het belang van de klant zijn, moeten ze veranderen. Ongeacht of ze onrealistische beloften over rendement of over hun ESG-ambities doen. Als je terugkijkt, is het niet de eerste keer dat toezichthouders onderzoeken hoe nieuwe regelgeving wordt toegepast. En vaak beginnen ze in elk land aan de top van de sector om een punt te maken. Zo was het toen de financiële sector meer dan tien jaar geleden active share introduceerde als een maatstaf vooractief vermogensbeheer, en het zal dit decennium opnieuw gebeuren. Geloof me. Maar nu stoppen met ESG, alleen maar omdat het moeilijk wordt, is geen optie. Hoewel het raamwerk misschien niet perfect is, biedt het een unieke kans onze branche echt relevant te maken richting de toekomst.
Engagement
Het gaat hier om verantwoording en we moeten zo transparant mogelijk zijn over onze ESG-ambities. Bij APG hebben we de verantwoordelijkheid een goed pensioen (lees: een goed rendement) te bieden, maar ook bij te dragen aan een planeet waar het pensioen kan worden uitgegeven (lees ESG in brede zin). We houden bij onze beleggingen dan ook consequent rekening met vier factoren -zonder vooraf bepaalde volgorde- rendement, duurzaamheid, kosten en risico. Artikel 8 van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) past bij dit vierkant, omdat de vier factoren met elkaar samenhangen en hun belang verschilt – van geval tot geval, van investering tot investering. Binnen deze aanpak selecteren we bedrijven waarvan we verwachten dat ze met engagement een zinvolle verandering zullen doorvoeren of impact zullen maken om de planeet een betere plek te maken voor mens en natuur - vandaar dat biodiversiteit steeds meer op de agenda staat als een belangrijk onderdeel van duurzaamheid.
Wanneer bedrijven in de verleiding komen onterecht op te scheppen over hun ESG-beleggingen, moet dat zeker worden ontmaskerd en tegengegaan. De wetgeving is echter nog nieuw en delen van de meer gedetailleerde rapportagevoorschriften zijn pas vrij laat bekend geworden of moeten nog bekend worden. De toezichthouders zouden ditmoeten erkennen, en samenwerken met de sector om samen verder te komen en ons op z’n minst het voordeel van de twijfel te gunnen. De kern van het probleem met dit soort regelgeving is dat het niet per se leidt tot een betere wereld. Bij APG hebben we samen met andere investeerders een systeem ontwikkeld waarbij beleggers Sustainable Development Goals (SDG) kunnen vertalen naar daadwerkelijke investeringen (SDI’s). Wij geloven dat ons systeem degelijk en transparant is en het mogelijk maakt om op een consistente wijze te rapporteren, doelen te stellen en te vergelijken. Maar zal het van de wereld een betere plek maken? Waarschijnlijk wel en we hopen het zeker. Maar kunnen we het garanderen? Absoluut niet. Als je terugdenkt aan het voorbeeld van active share, is het weer verrassend vergelijkbaar. Geen enkele actieve vermogensbeheerder kan garanderen dat hij boven de benchmark presteert. Net zo goed kan geen enkele ESG-manager beloven dat de wereld beter, groener, gelijkwaardiger of minder warm zal worden. Maar we hebben allemaal de ambitie naar dat doel toe te werken.