Zowel klimaat als inflatie zijn momenteel hot topics. En ze hebben nog met elkaar te maken ook. Want de invloed van klimaatverandering – en beleid om dat tegen te gaan – op inflatie neemt de komende jaren waarschijnlijk toe.
Voor de duidelijkheid: klimaat is niet de grote verklaring achter de huidige hoge inflatie van 3,4% (oktober). Die ligt grotendeels aan ingestorte prijzen vorig jaar en aan logistieke problemen: het aanbod houdt de rap herstelde vraag na de lockdowns niet bij. Vroeg of laat lopen die effecten eruit. Klimaat kan langer een stempel drukken op de inflatie. Denk aan hogere prijskaartjes, maar ook aan grotere prijsschommelingen.
Waarom zou klimaat(beleid) het leven duurder maken? Laten we beginnen met de energietransitie. Die vergt meer dan hier en daar een zonnepaneel. Een systeemverandering van fossiel naar groen – en van ‘moleculen in een tank’ naar ‘elektronen in een stroomnet’ – is een gigantische en langjarige operatie. Dat kost natuurlijk geld. En het is een verbouwing die op zijn best het huis in stand houdt. Het is, zeg maar, geen uitbouw die waarde toevoegt aan je huis.
Dat zit zo. Fossiele energie heeft afgezien van zeer problematische nadelen ook grote voordelen. De energiedichtheid is hoog en het is makkelijk op te slaan en te vervoeren. Die voordelen raken we kwijt. Dat betekent een tik voor het producerend vermogen van de economie. Een keus hebben we uiteraard niet. Alternatief is namelijk een nog grotere dreun door de gevolgen van klimaatverandering. Waar het me om gaat is dat alle benodigde energie-investeringen zorgen voor extra vraag in de economie. Maar daar staat dus geen extra aanbod tegenover (geen ‘uitbouw’). Die combinatie werkt inflatie in de hand.
Het is wenselijk dat zowel aanbod van als vraag naar fossiele energie dalen. Maar als het geen gelijke tred houdt dan kunnen forse prijsschommelingen ontstaan. Zo hadden we vorig jaar nog even negatieve (!) olieprijzen, sindsdien zijn prijzen voor olie en gas fors gestegen. Gedurende de transitie zullen we vaker heftige prijsbewegingen zien. Want ongetwijfeld zal het lastig zijn om een dalend aanbod van fossiele brandstoffen precies te compenseren met een groeiend aanbod van hernieuwbare energie. En dat is nog gerekend buiten de stijgende energiebehoefte van opkomende landen.
Ook het beprijzen van CO2 – binnen de EU en aan de buitengrenzen – kan inflatoir uitpakken. Als door hogere transportkosten en tarieven allerlei productie dichterbij huis komt, dan is dat meestal niet goedkoper.