Nederlandse bedrijven kopen steeds meer van hun eigen aandelen in. De belastingvrijstelling hierop kost de schatkist jaarlijks zo’n 2,2 miljard euro, stelt Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (Somo). Er is in Europa geen land waar bedrijven de afgelopen jaren meer eigen aandelen inkochten dan Nederland. Wat is de achtergrond van deze ontwikkeling? Thijs Knaap, hoofdeconoom van APG, geeft antwoord.
Om bij het begin te beginnen: waarom kopen bedrijven eigen aandelen in?
“Beleggers steken geld in bedrijven, die dat bijvoorbeeld investeren om verder te groeien. Als dat leidt tot meer winst, kan dat via het dividend op aandelen weer worden gedeeld met de aandeelhouders. Zoals vaker gebeurt bij het verschuiven van geld – in dit geval van bedrijf naar aandeelhouder – belast de Belastingdienst het uitgekeerde dividend. In Nederland met 15 procent, en in de VS zelfs met 40 procent. Belasting betalen is niet populair, dus kijken bedrijven hoe ze daar onderuit kunnen komen. En een van de dingen die ze hebben bedacht is om in plaats van dividend uit te keren, eigen aandelen in te kopen. Dan komen er minder aandelen in omloop, en hoeft de toekomstige winst met minder aandeelhouders te worden gedeeld. Dat resulteert in een hogere aandelenkoers, wat uiteraard gunstig is voor de aandeelhouders.
In de VS is de inkoop van eigen aandelen toegestaan sinds 1982. Door de relatief hoge belasting op dividend is het daar heel gebruikelijk. Nederland volgde in 2001, en door de internationalisering van de aandelenmarkt en de invloed van Amerikaanse aandeelhouders gebeurt het hier ook steeds meer. Overigens is er nog een reden waarom bedrijven overgaan tot de inkoop van eigen aandelen, en dat is als de top een bonus krijgt uitgekeerd als de aandelenkoers boven een bepaald niveau uitkomt. Als er dividend wordt uitgekeerd, gebeurt er niets met de beurskoers. Maar als eigen aandelen worden ingekocht, zal die stijgen. De prestatieafspraken die Elon Musk met Tesla heeft gemaakt, vormen hier een bekend voorbeeld van.”