Wat kan Europa economisch gezien leren van Amerika?

Gepubliceerd op: 3 augustus 2023

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer macro-econoom en expert strateeg Charles Kalshoven over de vraag wat Europa op economisch gebied kan leren van Amerika.


De Europese economische groei is de helft kleiner dan die van de Verenigde Staten, merkte Frank Heemskerk (secretaris-generaal van de Europese Ronde tafel van Industriëlen) recent op in een interview met BNR. “Ook als je kijkt naar de omzetgroei en de winstgevendheid van bedrijven, lopen we heel erg achter op Amerikaanse bedrijven.” Wat zou Europa op economisch gebied kunnen leren van de supermacht aan de andere kant van de Atlantische Oceaan?


Rijker
“In de afgelopen dertig jaar kenden de VS een gemiddelde economische groei van 2,5 procent per jaar”, vertelt Kalshoven. “In de eurozone was dit 1,5 procent. In Amerika doen ze kennelijk iets goed. Wel was de bevolkingsgroei daar – vooral dankzij immigratie – groter dan hier: 0,9 om 0,3 procent. En als de bevolking harder groeit, is het makkelijker om ook economisch te groeien. Sterker, als je economie de bevolkingsgroei niet zou bijhouden, dan worden mensen armer.” De productiviteit per uur in de VS is echter vergelijkbaar met die in Duitsland, Nederland en Frankrijk. “Dat ze in Amerika toch rijker zijn, komt doordat ze daar meer uren maken, bijna 1800 per jaar. In die drie Europese landen ligt dat getal tussen de 1400 en 1500. Dat scheelt dus ruim 20 procent per jaar. Dat Amerikanen meer werken zal deels cultureel zijn bepaald. In Europa hechten we toch meer waarde aan vrije tijd.”


Een van de zaken die Amerika goed doet, is een voedingsbodem creëren waarop bedrijven snel kunnen uitgroeien tot toonaangevende ondernemingen. “Google is nog geen 25 jaar oud en in de beginjaren kende bijna niemand dat bedrijf. Denk ook aan Amazon, Apple en Meta: allemaal Amerikaanse bedrijven, al worden ze dan soms geleid door niet-Amerikanen, zoals Tesla. Er is in de VS een heel ecosysteem waarbinnen beginnende bedrijven makkelijk tot bloei komen. Zo kunnen Amerikaanse middelgrote ondernemingen veel makkelijker obligaties uitgeven dan hier. Dat is een van de redenen dat daar meer kapitaal voorhanden is dan in Europa. Hier zijn dat soort ondernemingen toch vooral afhankelijk van banken. Het zou daarom goed zijn als de Europese kapitaalmarkten worden verdiept en het bankenlandschap minder versnipperd raakt.”


Risico

Wat ook een rol speelt bij de hogere economische groei in de VS, is dat Amerikanen doorgaans bereid zijn tot meer risico. “En gaat het een keer mis, dan ben je als ondernemer niet meteen uitgespeeld en kun je het daarna weer proberen.” Verder zijn de VS goed in het aantrekken van talent, vervolgt Kalshoven. “Dat zal deels een geldkwestie zijn, maar kan ook te maken hebben met de uitgebreide mogelijkheden om jezelf te ontplooien. Veel nieuwe technologie komt toch uit Amerika, denk maar aan kunstmatige intelligentie. In die zin is Amerika en dan met name Silicon Valley dé plek waar het gebeurt en waar je als talent wilt zijn.” De ontwikkeling van nieuwe technologie uit zich ook in het grote aantal patenten dat in de VS wordt geregistreerd, een ander onderdeel waarmee ze Europa de loef afsteken.

Amerika en met name Silicon Valley is dé plek waar het gebeurt en waar je als talent wilt zijn

De Turks-Amerikaanse econoom Daron Acemoğlu stelde in 2012 in zijn paper ‘Can't We All Be More Like Scandinavians?’ dat niet ieder land hetzelfde economische model kan hebben. Kalshoven: “De Scandinavische landen – maar ook Nederland – kennen een hoge mate van nivellering en een relatief beperkte risicobereidheid. In Amerika heerst meer risicobereidheid en ongelijkheid, maar dat levert misschien ook wat op: namelijk dat men daar harder z’n best doet om iets nieuws uit te vinden. Daar word je in Amerika immers rijkelijk voor beloond. En daar profiteren wij hier ook van, omdat die (technologische) uitvindingen vaak ook tot hogere productiviteit bij ons leiden. Dat is de bron van hogere lonen en winsten. Op die manier meer verdienen is prettiger dan door steeds meer uren te draaien. Een houdbare bron van economische groei is dat ook niet – er zitten maar 24 uur in een dag. Aan technologische vooruitgang zit in principe geen grens. Hoeveel we ook weten, er zullen altijd nieuwe ideeën komen. Als we daardoor ook zuiniger met hulpbronnen kunnen omspringen, lopen we ook daar niet tegen grenzen op. En die technologische vooruitgang danken we volgens Acemoğlu dus voor een groot deel aan de Amerikaanse cutthroat-maatschappij.”


Spooksteden

Wat Europa ook van zijn grote bondgenoot kan leren, is de hoge arbeidsmobiliteit tussen verschillende regio’s. “Als het economisch goed gaat in Californië, wordt die staat aantrekkelijker om naartoe te verhuizen. Sectoren waar het goed mee gaat, zoals de techsector, kunnen zo verder groeien. Bijkomend voordeel is dat de werkloosheid daalt in regio’s waar het economisch minder gaat, omdat mensen daar wegtrekken. Tegelijkertijd kunnen zo ook spooksteden ontstaan. Denk maar aan Detroit, waar inwoners massaal wegtrokken toen de werkgelegenheid in de auto-industrie daar opdroogde. Dat is zeker een nadeel, maar in het algemeen zien economen een hoge arbeidsmobiliteit als iets positiefs. Als het over de Europese interne markt gaat, hebben we het vaak over goederen. Wat dat betreft werkt de interne markt goed, maar er valt ook nog wel het een en ander te verbeteren, waaronder dus aan het vrije verkeer van arbeid en kapitaal. Frank Heemskerk vergelijkt de interne markt van de EU met een overvolle mailbox. Daar kan ik me wel in vinden. Je moet eraan blijven werken."