Het monetair beleid van centrale banken heeft een flinke invloed op ons dagelijks leven. Zeker nu ze met renteverhogingen de inflatie proberen te beteugelen. Centrale banken bepalen de rente, die weer gevolgen heeft voor de economie, huizenprijzen en natuurlijk je spaarrekening. Maar slaan ze daar niet te ver in door, waardoor we juist in een recessie belanden? Het blijft voortdurend koorddansen tussen te veel en te weinig doen.
De taak van centrale bankiers lijkt simpel: zorgen dat prijzen niet te veel fluctueren. Centrale banken bepalen of de rente omhoog of omlaag moet, en proberen daarmee actief de economie te stimuleren of juist af te remmen. Toch is het lang niet zo simpel als het lijkt.
Door de beleidsrente omhoog of omlaag te sturen, beïnvloeden centrale banken de kosten die banken op dagelijkse basis moeten betalen. Die kosten berekenen banken weer door aan hun klanten, aan jou dus. En omdat een renteverhoging niet voor één dag geldt, maar voor een langere periode, verhogen banken de rentes ook op leningen met een looptijd van langer dan een dag. Maar wat gebeurt er dan? De theorie beschrijft hoe consumenten en bedrijven daarop reageren. Wanneer rentes hoger zijn, merk je dat zowel op spaardeposito’s als op leningen. Daardoor zal er minder worden geleend en juist meer gespaard. Lenen is immers duurder, terwijl sparen meer oplevert. Een spaarzaam land zal minder consumeren en minder investeren, waardoor de inflatie afneemt.
Een ander gevolg omschrijft hoe wij ons minder welvarend voelen bij een stijgende rente. We zagen de afgelopen maanden bijvoorbeeld dat Nederlandse huizenprijzen hard in waarde daalden ten opzichte van vorig jaar. De hypotheekrente steeg immers, waardoor het minder aantrekkelijk werd om een huis te kopen. Als je nu op het punt staat je huis te verkopen, voel je je daarom minder rijk dan toen je kon rekenen op veel overwaarde. Maar ook als je je huis niet van plan was te verkopen, kan dit je wel minder welvarend laten vóelen, en zul je je consumptie daarop aanpassen.
Daarnaast zien we dat er minder risico wordt genomen wanneer het duidelijk is dat centrale banken actief de economie proberen af te koelen. Er kan immers een recessie aankomen. Banken zijn dan minder geneigd om (risicovolle) leningen te verstrekken, en de financieringsvoorwaarden worden strikter. Daardoor kunnen consumenten minder lenen en dus uitgeven, en bedrijven minder investeren.
Zo zijn er meerdere manieren die ervoor moeten zorgen dat hogere rentes leiden tot lagere consumptie en investeringen, met als gevolg lagere inflatie. Maar zien we ook dat het beleid werkt?
Aan het eind van de pandemie had niemand verwacht dat de Europese Centrale Bank de rentes in meerdere stappen met bijna 5 procent zou moeten verhogen om de economie af te koelen. Dat dat toch nodig bleek, kwam onder andere door een hele sterke arbeidsmarkt. En de werkloosheidscijfers zijn nog steeds historisch laag. Wanneer mensen niet bang zijn om hun baan te verliezen, werken de hierboven genoemde effecten minder goed door. Je krijgt je salaris toch wel, en hebt ook vrij makkelijk een andere baan. Dan kan een drankje op het terras wel veel duurder worden, maar blijven restaurants volgeboekt. Verder zien we dat rentes, zoals die op een hypotheek, nu voor langere periodes zijn vastgezet dan in vorige economische cycli. Nederland is een van de landen waar consumenten hun rentes het langst vastzetten. Als je jouw hypotheekrente pas over vijftien jaar moet herzien, merk je dan pas iets van de hogere rente, tenzij je eerder verhuist.