Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: hoofdeconoom Thijs Knaap over de vraag waarom we in Europa de nationale accijnswetgeving niet harmoniseren.
Een liter benzine wordt per 1 januari 2024 21 cent duurder, de prijs van een liter diesel gaat 13 cent omhoog. Dit alles is het gevolg van nieuwe accijnsmaatregelen van het demissionaire kabinet. Ondernemers in de grensstreken maken zich zorgen, vanwege de stijgende accijnzen loopt het prijsverschil op brandstof met de ons omringende landen verder op. “Wij hebben de hoogste accijns op benzine in Europa, en daarmee ook de hoogste prijs aan de pomp. We zitten voor benzine nu al 15 cent hoger dan Duitsland en 25 cent hoger dan België. Tel daar die 21 cent bij op en je krijgt enorme verschillen”, zegt Erik de Vries, directeur van de branchevereniging voor onafhankelijke pomphouders NOVE, tegen BNR. Volgens hem zou het zeer welkom zijn als het demissionaire kabinet ingrijpt. “De overheid moet zorgen dat de accijnzen weer een beetje in de pas lopen met de landen om ons heen.” Hoe realistisch is deze gedachte?
Vast bedrag
“De accijns op brandstof is in Nederland een vast bedrag, namelijk 79 eurocent op een liter euro95. Maar dat is niet de enige belasting, de overheid heft ook nog 21 procent btw. Die btw beweegt mee met de prijs, accijnzen niet. Die worden geïndexeerd met de tabelcorrectiefactor”, legt Knaap uit. De tabelcorrectiefactor wordt berekend op basis van de consumentenprijsindexcijfers (cpi) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Knaap: “Inflatie speelt hierbij ook een rol en omdat die een jaar geleden zo hoog was, wordt de brandstofaccijns net als andere belastingen bij aanvang van het komende kalenderjaar geïndexeerd op basis van een tabelcorrectiefactor van bijna 10 procent.”
Minimum accijnstarief
Hiermee heeft Nederland de hoogste accijnstarieven van Europa, bevestigt Knaap. “Er is een minimum accijnstarief in de Europese Unie (EU) van 36 cent, waarbij ieder land vrij is om boven dat minimum zelf een heffing te hanteren. Ook daardoor ontstaan verschillen tussen landen. Luxemburg hanteert bijvoorbeeld een veel lager tarief dan Nederland, namelijk 54 cent op een liter euro95.” Maar niet alleen de accijnzen verschillen per land, ook de btw-tarieven. Knaap: “Luxemburg heft 16 procent btw, Nederland 21 procent. Bovendien worden de brandstofprijzen per land beïnvloed door productiekosten (raffinage en transport bijvoorbeeld, red.) en marktstructuur (onder meer de mate van concurrentie tussen tankstations, red.).”