Vijf vragen over de economie in 2024

Gepubliceerd op: 11 januari 2024

Wat wordt bepalend voor de economie in 2024? Voorspellen blijft vanzelfsprekend lastig. Dat neemt echter niet weg dat Thijs Knaap en Charles Kalshoven, beiden macro-econoom en expert strateeg bij APG, vijf vragen beantwoorden over wat dit jaar economisch zoal gaat brengen. Kalshoven: “We kunnen alsnog een recessie krijgen, die zwaarder is dan die van afgelopen jaar.”  

Blijft het vinden van een baan relatief gemakkelijk?
Wat als een paal boven water staat, is dat de krapte op de arbeidsmarkt ook dit jaar blijft aanhouden. “Waar voorheen periodes van krapte en werkloosheid elkaar afwisselden, blijft de werkloosheid nu laag”, zegt Knaap. “Vergrijzing is en blijft daarbij een belangrijke factor. Verder speelt ook het zogeheten labour hoarding een rol. Dat wil zeggen dat werkgevers hun overbodige werknemers in dienst houden, omdat ze bang zijn dat wanneer de economie verder aantrekt ze geen nieuwe mensen kunnen vinden.” Een derde factor is het terughalen van productie uit lagelonenlanden. De krapte op de arbeidsmarkt is vervelend voor werkgevers die om personeel verlegen zitten, maar het voordeel is dat de economie zo tegen een stootje kan, stelt Knaap. “Vrijwel iedereen die nu ontslagen wordt, komt immers snel weer aan een nieuwe baan.”

 

Leidt de bestrijding van de hoge inflatie tot een zachte economische landing?
Waar de financiële markten lijken voor te sorteren op een scenario waarbij de inflatie geleidelijk afneemt en we niet in een recessie terechtkomen, acht Kalshoven dit onwaarschijnlijk. “Het kan twee kanten op. In het verleden zag je vaak dat de inflatie eerst daalt maar later weer opleeft. Ook nu zijn daar signalen voor. Zo blijft de diensteninflatie aan de hoge kant en de arbeidsmarkt krap. Dat zou betekenen dat centrale banken de rente helemaal niet zo snel kunnen laten zakken. Het kan ook zo zijn dat de forse stijging van de beleidsrentes nog niet helemaal is doorgewerkt in de economie. Dan kunnen we alsnog een recessie krijgen, een die zwaarder is dan die van afgelopen jaar.”


Mogelijk wijst de stijging van het aantal failliete bedrijven in de afgelopen maanden op dat scenario. Waar in de voorgaande jaren kwetsbare bedrijven op de been werden gehouden door coronasteun en een opverende economie, kunnen de gestegen rentelasten en loonkosten ertoe leiden dat de toename van het aantal faillissementen in de afgelopen maanden zich dit jaar doorzet. “Werknemers van een bedrijf dat failliet is gegaan, kunnen nu nog steeds makkelijk ergens anders aan de slag. Bij een recessie zou ik ook niet meteen denken aan massawerkloosheid, zoals in de jaren tachtig, maar eerder aan het schrappen van vacatures. En met loonsverhogingen in de dubbele cijfers is het dan ook snel afgelopen. Een recessie is natuurlijk pijnlijk. Niet alle bedrijven kunnen overleven. Maar voor de meest levensvatbare bedrijven ontstaat er daarna wel meer ruimte voor groei – bijvoorbeeld omdat ze aan personeel kunnen komen. Zo was het knappen van de internetzeepbel in 2000 een zegen voor Google.”


Vormt een faillissementsgolf de enige bedreiging voor de lage werkloosheidscijfers?
Er is nog een fundamentelere trend die een einde kan maken aan de krappe arbeidsmarkt, en dat is Artificial Intelligence (AI). “Dat heeft de potentie om veel banen overbodig te maken, en dan zal het niet zo makkelijk zijn om snel een nieuwe baan te vinden”, stelt Knaap. Dit is wel iets voor de langere termijn, vult Kalshoven aan. “Bill Gates zei ooit dat we de veranderingen voor de komende twee jaar overschatten, maar onderschatten wat er de komende tien jaar verandert. Daarnaast is het zo dat in het verleden ook veel beroepen zijn verdwenen, maar dat daar vele andere voor in de plaats kwamen. Een belangrijke vraag is of AI een deel van je werk kan overnemen, of je baan volledig overbodig maakt. Het is in ieder geval mogelijk dat de lonen in bepaalde beroepsgroepen de komende jaren dalen vanwege AI. Denk aan vertalers. Kunstmatige intelligentie neemt hen werk uit handen. Dat kan de vraag naar hun diensten doen afnemen. Maar daar staat tegenover dat de totale vraag naar vertalingen – en de nodige menselijke correcties daarop – misschien toeneemt. Hoe die balans doorslaat in verschillende takken van sport, is nu nog niet te zeggen.”

We zien dat overheden de economie vaker willen bijsturen met hun begrotingsbeleid

Welke economische wind gaat er vanuit de Verenigde Staten waaien?
2024 wordt ook het jaar van de verkiezingen. Zo gaat men in de EU naar de stembus voor het Europees Parlement en zijn er in de Verenigde Staten presidentsverkiezingen. Knaap: “Dit jaar neemt de onzekerheid toe over wat er zal gebeuren na de verkiezingen, vooral in de VS, waar Trump kans maakt om opnieuw in het Witte Huis te komen.”

 

En ook al staan de Amerikaanse overheidsfinanciën er niet bepaald rooskleurig voor, toch zal een herkozen president Trump zeer waarschijnlijk de belastingen verlagen, vervolgt Kalshoven. “Democraten voelen nu daarom geen prikkel om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Doen ze dat wel, dan is de kans groot dat een Republikeinse president goede sier maakt met een belastingverlaging.”


De VS zullen de komende tijd vermoedelijk toch al een groter beroep doen op de kapitaalmarkt. Onder meer door de vergrijzing, de energietransitie en de deglobaliseringstrend ‒ waardoor produceren in de regel duurder wordt. “Ook zien we dat overheden de economie vaker willen bijsturen met hun begrotingsbeleid. Hoewel de twintigjaarsrente, waarmee pensioenfondsen rekenen, de afgelopen maanden flink is gedaald, kunnen dit soort ontwikkelingen ertoe leiden dat de rente weer gaat stijgen. De vraag is alleen of dit in 2024 al gebeurt.”


Komt China er dit jaar weer bovenop?

Kijken we naar het oosten, dan is het interessant wat China gaat doen. Kalshoven: “Dat land lijkt op een kruispunt te staan. Kiezen ze ervoor om de problemen rond vastgoedinvesteringen op te lossen en het vrije ondernemerschap een kans te geven, of willen ze meer sturend optreden? Dat kan met monetair of begrotingsbeleid en door vol in te zetten op de groei van een aantal specifieke sectoren. Dat maakt het wel lastig om innovatief te blijven. Bovendien gaat het om minder arbeidsintensieve sectoren, waarmee de jeugdwerkloosheid niet wordt opgelost. Het is de vraag of zo het vertrouwen in de economie kan worden hersteld.”


Knaap denkt dat het China dit jaar in ieder geval beter zal vergaan dan in 2023. Toen werden de hoge economische verwachtingen niet ingelost en daalden de Chinese beurskoersen, waar ze in veel andere landen juist stegen. “Het lijkt er echter op dat de bodem van de economische neergang in China wel is bereikt. Het land is nog te jong voor een langdurige neerwaartse spiraal en daarvoor moet er nog te veel gebeuren. Er is wel een ander model nodig om de weg omhoog weer te vinden, want een economie gebaseerd op schulden of productie voor het buitenland werkt niet meer. Het land is echter groot genoeg om de economie te laten draaien op voornamelijk binnenlandse consumptie, zoals de Verenigde Staten al jaren doen.”


Mocht de Chinese economie nog even blijven kwakkelen, dan kan het zo zijn dat het land deflatie gaat exporteren, vult Kalshoven aan. “Dat zal hier de inflatie matigen, maar betekent ook dat er minder exportkansen zijn voor Nederlandse bedrijven. Gaat het China daarentegen snel weer voor de wind, dan is dat goed nieuws voor de Europese economieën, maar niet voor de inflatiebestrijders van onder meer de Europese Centrale Bank. China is en blijft dus een factor van betekenis.”