Wat wordt bepalend voor de economie in 2024? Voorspellen blijft vanzelfsprekend lastig. Dat neemt echter niet weg dat Thijs Knaap en Charles Kalshoven, beiden macro-econoom en expert strateeg bij APG, vijf vragen beantwoorden over wat dit jaar economisch zoal gaat brengen. Kalshoven: “We kunnen alsnog een recessie krijgen, die zwaarder is dan die van afgelopen jaar.”
Blijft het vinden van een baan relatief gemakkelijk?
Wat als een paal boven water staat, is dat de krapte op de arbeidsmarkt ook dit jaar blijft aanhouden. “Waar voorheen periodes van krapte en werkloosheid elkaar afwisselden, blijft de werkloosheid nu laag”, zegt Knaap. “Vergrijzing is en blijft daarbij een belangrijke factor. Verder speelt ook het zogeheten labour hoarding een rol. Dat wil zeggen dat werkgevers hun overbodige werknemers in dienst houden, omdat ze bang zijn dat wanneer de economie verder aantrekt ze geen nieuwe mensen kunnen vinden.” Een derde factor is het terughalen van productie uit lagelonenlanden. De krapte op de arbeidsmarkt is vervelend voor werkgevers die om personeel verlegen zitten, maar het voordeel is dat de economie zo tegen een stootje kan, stelt Knaap. “Vrijwel iedereen die nu ontslagen wordt, komt immers snel weer aan een nieuwe baan.”
Leidt de bestrijding van de hoge inflatie tot een zachte economische landing?
Waar de financiële markten lijken voor te sorteren op een scenario waarbij de inflatie geleidelijk afneemt en we niet in een recessie terechtkomen, acht Kalshoven dit onwaarschijnlijk. “Het kan twee kanten op. In het verleden zag je vaak dat de inflatie eerst daalt maar later weer opleeft. Ook nu zijn daar signalen voor. Zo blijft de diensteninflatie aan de hoge kant en de arbeidsmarkt krap. Dat zou betekenen dat centrale banken de rente helemaal niet zo snel kunnen laten zakken. Het kan ook zo zijn dat de forse stijging van de beleidsrentes nog niet helemaal is doorgewerkt in de economie. Dan kunnen we alsnog een recessie krijgen, een die zwaarder is dan die van afgelopen jaar.”
Mogelijk wijst de stijging van het aantal failliete bedrijven in de afgelopen maanden op dat scenario. Waar in de voorgaande jaren kwetsbare bedrijven op de been werden gehouden door coronasteun en een opverende economie, kunnen de gestegen rentelasten en loonkosten ertoe leiden dat de toename van het aantal faillissementen in de afgelopen maanden zich dit jaar doorzet. “Werknemers van een bedrijf dat failliet is gegaan, kunnen nu nog steeds makkelijk ergens anders aan de slag. Bij een recessie zou ik ook niet meteen denken aan massawerkloosheid, zoals in de jaren tachtig, maar eerder aan het schrappen van vacatures. En met loonsverhogingen in de dubbele cijfers is het dan ook snel afgelopen. Een recessie is natuurlijk pijnlijk. Niet alle bedrijven kunnen overleven. Maar voor de meest levensvatbare bedrijven ontstaat er daarna wel meer ruimte voor groei – bijvoorbeeld omdat ze aan personeel kunnen komen. Zo was het knappen van de internetzeepbel in 2000 een zegen voor Google.”
Vormt een faillissementsgolf de enige bedreiging voor de lage werkloosheidscijfers?
Er is nog een fundamentelere trend die een einde kan maken aan de krappe arbeidsmarkt, en dat is Artificial Intelligence (AI). “Dat heeft de potentie om veel banen overbodig te maken, en dan zal het niet zo makkelijk zijn om snel een nieuwe baan te vinden”, stelt Knaap. Dit is wel iets voor de langere termijn, vult Kalshoven aan. “Bill Gates zei ooit dat we de veranderingen voor de komende twee jaar overschatten, maar onderschatten wat er de komende tien jaar verandert. Daarnaast is het zo dat in het verleden ook veel beroepen zijn verdwenen, maar dat daar vele andere voor in de plaats kwamen. Een belangrijke vraag is of AI een deel van je werk kan overnemen, of je baan volledig overbodig maakt. Het is in ieder geval mogelijk dat de lonen in bepaalde beroepsgroepen de komende jaren dalen vanwege AI. Denk aan vertalers. Kunstmatige intelligentie neemt hen werk uit handen. Dat kan de vraag naar hun diensten doen afnemen. Maar daar staat tegenover dat de totale vraag naar vertalingen – en de nodige menselijke correcties daarop – misschien toeneemt. Hoe die balans doorslaat in verschillende takken van sport, is nu nog niet te zeggen.”