De maatregelen in het woensdag gepresenteerde coalitieakkoord zijn in sommige gevallen nieuw en ambitieuzer dan bij de vorige kabinetsperiode - bijvoorbeeld op het gebied van klimaat en onderwijs. En in sommige gevallen gaat het verder op de ingeslagen weg. Dat is in ieder geval op pensioengebied goed nieuws. Zeggen APG’s Gert Dijkstra, managing director Nederlandse beleggingen en beleidsmedewerker Nick van de Sande in hun eerste reactie op het akkoord.
Het nieuwe kabinet omarmt de afspraken uit het pensioenakkoord uit 2019. Daarover schrijven de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie: ‘We voeren het pensioenakkoord uit voor een goed en fatsoenlijk pensioen voor alle generaties.’
“Die opnieuw uitgesproken steun voor het pensioenakkoord is erg fijn”, zegt Van de Sande, “Maar dat hadden we ook wel een beetje verwacht.” Net als de rest onder het kopje pensioen trouwens. “Inderdaad: weinig verrassends rondom het tweedepijlerpensioen. Maar ook dat is goed nieuws. We hopen dat het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen snel wordt ingediend bij de Tweede Kamer. Dat gebeurt naar verwachting in het voorjaar van 2022. Zo kunnen we op koers blijven om het nieuwe pensioenstelsel op tijd – uiterlijk 1 januari 2027 – geïmplementeerd te hebben.”
AOW en minimumloon
Wel veranderen de plannen voor de AOW (Algemene Ouderdomswet): nu is die gekoppeld aan het minimumloon. Dus wanneer het minimumloon omhoog gaat, dan stijgen de AOW-bedragen evenveel mee. Die koppeling wil het nieuwe kabinet loslaten. Het minimumloon wil het kabinet in stapjes verhogen met 7,5%. Maar de AOW gaat niet automatisch ook 7,5% omhoog. Ter compensatie gaat de (inkomensafhankelijke) ouderenkorting omhoog. Dat is een korting op de belasting voor mensen die AOW-ontvangen. Van de Sande: “Met hoeveel de ouderenkorting gaat stijgen moet nog worden uitgewerkt. Dat geldt overigens voor de meeste plannen uit het coalitieakkoord. De precieze uitwerking en impact van dit akkoord zal in de loop van 2022 duidelijk worden.”
Positief
In het akkoord presenteert de coalitie ook een behoorlijke set aan klimaatmaatregelen. Zo wordt er een fonds van 35 miljard euro opgetuigd voor de energietransitie, en nog eens een van 25 miljard voor onder meer veranderingen in de landbouw en vermindering van stikstofuitstoot. Ook komen er twee kerncentrales bij. Dijkstra: “Het zijn ontzettend veel plannen. Ik ben dan ook zeer benieuwd of en hoe dat allemaal werkelijkheid kan worden. Maar toch: de aandacht voor klimaat en duurzaamheid vind ik positief. Goed dat er een minister voor Klimaat en Energie wordt aangesteld bijvoorbeeld. En ik zie ook mogelijkheden voor APG en onze fondsen. Het geld voor dat transitiefonds bijvoorbeeld, wordt geleend op de kapitaalmarkt. Daar kunnen we een rol spelen.”
Dat geldt ook, zegt Dijkstra, voor de extra investeringen die het kabinet wil doen in infrastructuur. Bijvoorbeeld in de Lelylijn: de nieuwe spoorlijn naar het noorden. “Ik vind het interessant om naar mogelijkheden te kijken om dat mee te financieren. Dat zou passen in APG’s ambitie van publiek-private investeringen in het Nederland van straks.”