Twitter en Telegram introduceerden al een abonnementsmodel voor hun diensten, nu doet Meta hetzelfde voor Facebook en Instagram. Gaat dat werken? In het begin is dat moeilijk, zegt APG’s hoofdeconoom Thijs Knaap tijdens het wekelijkse Beleggerspanel van BNR nieuwsradio. “Maar als ik nu naar het kastje bij mijn televisie kijk, zitten daar wel drie betaalde streamingdiensten op.”
Zoals gebruikelijk begon het Beleggerspanel – waar naast Knaap ook Martine Hafkamp van Fintessa vermogensbeheer aan deelnam – met de transactie van de week. Wat Knaap betreft was dat de investering die APG onlangs voor pensioenfondsklant ABP deed in Triple Solar.
Knaap: “Dit bedrijf produceert zogeheten PVT-panelen. Deze genereren niet alleen elektriciteit via de zon, ze gebruiken ook nog eens de warmte van de zon om het huis en water te verwarmen. Daarmee zijn ze efficiënter dan gewone zonnepanelen. Bovendien is er geen buitenunit nodig, waardoor er ook geen geluidsoverlast kan optreden, zoals bij een lucht/water-warmtepomp wel het geval kan zijn.” APG deed de belegging via het ABP Nederlands Energietransitiefonds (ANET). ANET is opgericht voor beleggingen in relatief kleine projecten en bedrijven die zich richten op (technologische) oplossingen voor de energietransitie.
Sport 7
Ook de stap van Meta om voor bepaalde functionaliteiten op Facebook en Instagram abonnementsgeld in rekening te brengen, kwam op tafel tijdens het panel. Het big tech bedrijf start hiermee in Australië en Nieuw-Zeeland. Hoe kansrijk is die strategie?
Knaap: “Deze stap doet me denken aan John de Mol, die in 1996 met Sport 7 (Nederlandse commerciële televisiezender voor het uitzenden van voetbal, red.) ook heeft geprobeerd om iets dat tot dusver gratis was, betaald te maken. We weten allemaal hoe dat is afgelopen. Maar als ik nu naar het kastje bij mijn televisie kijk, zitten daar wel drie betaalde streamingdiensten op. Wat Facebook en Instagram betreft is mijn inschatting dus dat het in het begin heel moeilijk is om gebruikers zover te krijgen om te gaan betalen voor bepaalde functionaliteiten. Het kán werken, maar daar is wel een lange adem voor nodig.”
Privacy
Wat de kans op succes bij Facebook en Instagram volgens Knaap kan vergroten, is dat een betaalde vorm de gebruiker mogelijk een betere positie op het gebied van privacy geeft. Voor een account op deze socials betaalt de gebruiker nu immers met zijn of haar data.
Gevraagd naar mogelijke beweegredenen van Meta om op zoek te gaan naar nieuwe verdienmodellen, zegt Knaap: “De big tech sector is voortdurend in beweging. Facebook is een tijdje koning van het internet geweest, maar dat kan op een gegeven moment voorbij zijn. Ik denk dat Meta het ijzer smeedt nu het heet is. Als belegger hebben we altijd gedacht dat als een bedrijf als Facebook eenmaal marktleider is, met zo’n gigantisch gebruikersbestand niet meer van zijn plaats te krijgen is. Bij Twitter heeft het nieuwe ‘vinkjessysteem’ ook niet tot een massaal weglopen van gebruikers geleid. Je gaat niet snel weg bij Facebook, omdat je vrienden daar ook allemaal zitten. Maar als het 12 euro per maand gaat kosten, wordt het toch wel iets waarover ik ga nadenken.”
Absolute schok
Na big tech was het de beurt aan de auto-industrie om besproken te worden. Op de beurs hebben autofabrikanten het bovengemiddeld goed gedaan. Dat is ook niet zo vreemd, zegt Knaap.
“Dit zijn uitermate cyclische aandelen. Als de beurs het goed doet, doen autobedrijven het extra goed – en extra slecht in slechte beurstijden. Toch hebben autofabrikanten het op de beurs nóg beter gedaan dan je op basis van het cyclische karakter zou verwachten. En dat komt door twee specifieke ontwikkelingen in de industrie. Het effect van de absolute schok tijdens corona, toen onderdelen en chips niet meer geleverd konden worden en tweedehands auto’s opeens veel meer waard werden, is nu voorbij. Daardoor kunnen de verkopen weer opveren. Ook de ontwikkeling en verkoop van elektrische auto’s is een factor van invloed. De grote vraag die daarbij speelt, is welk bedrijf beter af is: een volledig nieuwe autofabrikant, of een grote producent met bijbehorende schaalvoordelen, zoals Volkswagen?”
Bescherming
Een voorbeeld van een sector die juist niet afhankelijk is van de conjunctuur, is de biomedische sector. Een voorbeeld van zo’n bedrijf is Galapagos, waarvan het belangrijkste medicijn onlangs niet bleek te werken tegen de ziekte van Crohn – met als gevolg een flinke koersdaling van het aandeel.
Knaap: “In het laatste kwartaal hebben vooral bedrijven die direct leveren aan de consument, het goed gedaan – bijvoorbeeld supermarkten en frisdrankproducenten. Maar de kennis die je als belegger hebt om dit soort bedrijven te beoordelen, kun je niet toepassen op bedrijven die biomedisch onderzoek doen. Hoe die bedrijven het doen, is afhankelijk is van hoe de testen in de labs gaan en dat heeft helemaal niks met economie te maken. Het is op zich wél fijn om een aantal van dergelijke bedrijven in portefeuille te hebben, omdat je dan bescherming hebt op het moment dat het met de economie wat minder gaat. Maar momenteel gaat het economisch best wel goed, dus is het misschien beter om als belegger blootstelling te zoeken aan sectoren die daarvan profiteren.”