Als je ergens niet gelukkig van wordt, dan kun je er beter mee stoppen. Helemaal als de nevenschade groot is. Nee, dit stukje gaat niet over slechte relaties, maar over economische groei. Daar wordt bovenstaande redenering namelijk nogal eens op losgelaten. Moeten we dus stoppen met economische groei?
Natuurlijk heeft economische groei echt nog wel fans. Vooral als ze hoog is en politici zich op de borst willen kloppen. Toch krijgt economische groei ook de nodige kritiek. Zoals Bobby Kennedy ruim een halve eeuw terug al stelde, meet het bruto binnenlands product (BBP) juist niet de dingen die het leven de moeite waard maken. Denk aan de gezondheid van onze kinderen, de schoonheid van onze poëzie of de integriteit van onze bestuurders. Daarnaast worden zaken als milieuschade en uitputting van hulpbronnen niet goed meegenomen.
Een imperfecte maatstaf dus. Maar ja, de uitslag op het scorebord weerspiegelt ook niet altijd hoe goed – of slecht – mijn voetbalcluppie gespeeld heeft. Is dat een probleem? Nou, wel als geldt what gets measured gets managed. Als het spel goed is, maar de resultaten uitblijven, dan wordt de trainer ontslagen. Volgens dezelfde redenering kan een politicus zonder economische groei zijn baan vaarwel zeggen. Hij of zij zal dus groeibevorderend beleid willen voeren.
Wat is doorredenerend het gevolg? Lelijk en saai resultaatvoetbal. In het geval van voetbal blijft de schade beperkt tot indutten voor het laatste fluitsignaal. Economisch scorebordbeleid kan meer kwaad. “Economische groei is een monster dat de aarde uitput en mensenlevens eist,” stelde iemand vorige week in een kranteninterview. Met als aanbeveling om een stap terug te doen, zeg maar ‘stoppen met groeien’.