Als met pensioen gaan enorm tegenvalt
Het gevreesde zwarte gat en hoe je daaruit herrijst
Pensioen. Eindelijk doen waar je zin in hebt. Dat blijkt voor heel wat mensen lastiger dan gedacht. Sommigen vallen in een ‘zwart gat’. Hoe voorkom je dat? En kun je er weer bovenop komen? De gepensioneerde Joep Athmer heeft het antwoord op die vragen. Aan den lijve ondervonden toen hij de bodem van het gat raakte. “Ik zorg er nog elke dag voor dat mensen me zien, dat ik van waarde blijf.”
“Dagen zonder deadline, met tijd in overvloed, terwijl die tijd – omgekeerd – in volume snel slinkt. Zet het kleiner worden van de wereld zich voort? De horizon smaller?” Was getekend: journalist Wim Boevink, die zich als prepensionado in zijn column in Trouw afvroeg hoe de dagen er na je pensioen uitzien. Eenmaal gepensioneerd zei hij in een interview: “Die pensioendatum ligt al jaren vast, dat heeft ook wel iets moois. Ik denk dat het goed is om niet te lang door te gaan, je moet niet op je succes blijven teren. Je moet ook een keer gaan, gewoon.”
Gewoon gaan bleek voor Joep Athmer niet zo eenvoudig. Hij was directielid bij een groot internationaal opererende multinational en vloog regelmatig naar verre, spannende bestemmingen. “Met de baan die ik had, groei je maar door en door. Je denkt dat je onaantastbaar bent, maar als je dan met pensioen gaat, is alles opeens weg. In één keer zak je van iemand met waardering, belang, iemand die iedereen kent, terug tot ‘dit is gewoon Joep Athmer’. Daar had ik het moeilijk mee.”
Waar ging het mis?
“Ik ging een half jaar vóór mijn pensionering al richting dat gevreesde zwarte gat. Ik leidde nog een belangrijk laatste project op mijn werk, vervreemde van mijn vrouw en kinderen en vond alles in het leven leuker dan dat wat ik al had. Het was een combinatie van de angst voor wat komen ging en de spannende dingen die op mijn pad kwamen. En over dat gevoel sprak ik niet thuis.
Plotseling wilde ik van alles inhalen, een eigen, nieuw leven opbouwen. Alles moest anders. Ik haalde mijn motorrijbewijs en ontmoette nieuwe mensen. Ik dacht er niet over om terug te keren naar een leven met huisje-boompje-beestje. En ik heb dat best een tijd volgehouden. Tot ongeveer driekwart jaar na mijn pensionering. Op mijn dieptepunt heb ik zelfs een half jaar op mezelf gewoond. Ik was gewoon even de weg kwijt.”