Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer expert portfoliomanager Energietransitie Martijn Olthof over de vraag of het verstandig is dat de Nederlandse overheid bedrijven door de energietransitie helpt. “De industriepolitiek is terug van weggeweest.”
Tata Steel stoot van alle Nederlandse bedrijven de meeste CO2 uit. De staalfabriek in IJmuiden kan vergroenen, maar daar is wel geld voor nodig. En voor dat geld kijkt het bedrijf naar Den Haag. Dat zou met enkele miljarden aan staatssteun de voormalige Koninklijke Hoogovens kunnen helpen om de transitie te maken naar staalproductie op basis van aardgas en in de toekomst waterstof. Nu gebeurt dat nog met het zwaar vervuilende steenkool. Maar is het wel aan de overheid om bedrijven door de energietransitie te helpen?
Wortel en stok
Zonder overheidsbeleid is er überhaupt geen sprake van een energietransitie, stelt Olthof. “Fossiele brandstoffen zijn nu eenmaal extreem efficiënt en ook nog eens relatief makkelijk te transporteren. Het is daarom aan de overheid om de regie te nemen en zo de transitie mogelijk te maken. Dat doet ze ook wel, maar nog niet genoeg.” De overheid kan hierbij in ieder geval de wortel-en-stokmethode toepassen, aldus de energietransitie-expert. “De stok staat in dit geval voor bijvoorbeeld het duurder maken van fossiele brandstoffen en het op termijn verbieden van bijvoorbeeld kolencentrales. De wortel voor onder meer subsidies die duurzame energie goedkoper maken. Den Haag zal voor de energietransitie alle gereedschappen moeten inzetten die het heeft, en daar horen soms dus ook subsidies bij. Overigens niet alleen voor Tata Steel, want er zijn eerder al veel subsidies en belastingvoordelen in het leven geroepen om verschillende sectoren te verduurzamen.”
Tata Steel vormt hierbij wel een geval apart. “Als de overheid de prijs op CO2-uitstoot verhoogt, wordt het staal dat zij produceren duurder, gaan afnemers naar bijvoorbeeld China en India voor goedkoper staal en is de kans groot dat Tata Steel failliet gaat. Dat zou een enorme kapitaalvernietiging zijn, aangezien de fabriek hier al staat en Nederland staal nodig zal blijven hebben. Daarnaast kost het ook miljarden om na een eventuele sluiting van Tata Steel het terrein te saneren, zodat het gereed kan worden gemaakt voor ander gebruik. Het lijkt me dan ook zinvol dat er wordt gekeken hoe we dit bedrijf voor Nederland kunnen behouden. Aangezien het om belastinggeld gaat, zal Den Haag wel eisen en voorwaarden aan de staatssteun willen stellen, om te zorgen dat het goed wordt besteed.”