Is het overvolle stroomnet een bedreiging voor het Nederlandse investerings- klimaat?

Gepubliceerd op: 27 juli 2023

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: hoofdeconoom Thijs Knaap van APG over het effect van het overvolle stroomnet op het investeringsklimaat in Nederland. Zijn voorzichtige conclusie: “We moeten met z’n allen leniger worden.”

 

Laadpalen voor elektrische auto’s, de warmtepomp die het bedrijfspand koelt en verwarmt en het zelf opwekken van stroom via zonnepanelen; de kilowatturen vliegen Nederland om de oren. Maar die ‘vergroening’ heeft beperkingen; het stroomnet staat zwaar onder druk en nieuwe aansluitingen worden schaarser. Limburg, Brabant en zelfs delen van Noord-Holland staan vanwege het overvolle stroomnet nog maar mondjesmaat nieuwe stroomaansluitingen toe. Iets dat bedrijven inventief maakt. Op Schiphol Trade Park bijvoorbeeld hebben vijftien concerns zich verenigd, zij delen de beperkte ruimte op het stroomnet met elkaar. Een succes. En hoewel energie-experts het erover eens zijn dat dit soort nieuwe en collectieve manieren van energiegebruik de komende jaren moet voorkomen dat Nederland op slot gaat doordat het stroomnet volzit, is van een grootschalige uitrol van dergelijke initiatieven geen sprake. Het noopte Astrid Sixma, als advocaat bij Kennedy Van der Laan betrokken bij het initiatief op Schiphol Trade Park, tot scherpe uitspraken in het FD. Zij stelt dat creatieve vormen van energiedeling weliswaar juridisch spannend zijn voor de netbeheerders, maar dat het gewoon niet anders kan. “Het volle stroomnet wordt anders een te groot probleem voor de energietransitie en het investeringsklimaat.” Is Knaap het met haar eens?

 

Rekbaar begrip

“Allereerst, het investeringsklimaat is een politieke term, en erg rekbaar. Daarom heeft de Wereldbank het programma B-Ready ontwikkeld, om objectief en aan de hand van een aantal parameters vast te stellen wat het bedrijfs- en investeringsklimaat in 180 economieën wereldwijd nu daadwerkelijk is”, aldus Knaap. Een van die parameters die worden gemeten volgens hem, zijn nutsvoorzieningen. “In hoeverre beïnvloeden bijvoorbeeld de hoge kosten, het stroperige vergunningstraject of de langdurige aanleg van gas-, water- en elektriciteitsvoorzieningen de productie van bedrijven? Het is één van de tien factoren die meetellen voor het bedrijfsklimaat, best belangrijk dus. Maar dat geldt vooral voor opkomende landen. Op dit moment staan elektriciteitsvoorzieningen in westerse landen niet hoog op de lijst van beperkingen.”

 

Uitdagingen in Nederland

Maar dat neemt niet weg, zegt Knaap, dat er specifiek in Nederland uitdagingen liggen die ook het investeringsklimaat raken. Veel bedrijven wachten op een aansluiting, met als gevolg vertraging en onzekerheid over het uitvoeren van nieuwe plannen, zoals verduurzaming, verhuizing of uitbreiding. De monopoliepositie van de netbeheerders is een deel van het probleem in Nederland, denkt Knaap. “Netbeheerders bepalen per regio wat er op het stroomnet gebeurt, dat monopolie kan nadelen hebben: het product is duur, de wachttijden zijn lang en men staat niet open voor vernieuwingen.” Dat laatste aspect is in een concurrerende markt volledig anders, weet Knaap. “Neem de telefonie vroeger met PTT Telecom als alleenheerser. De kosten en wachttijden voor een nieuwe aansluiting waren enorm. Met de komst van het mobiele netwerk werd dat helemaal anders; een nieuwe aansluiting is tegenwoordig gratis en binnen een dag geregeld.”

Netbeheerders bepalen wat er op het stroomnet gebeurt, dat monopolie kan nadelen hebben

Gebruik-op-tijd-of-raak-het-kwijt

Vanwege hun monopoliepositie zijn netbeheerders gebonden aan strenge regels. Die moeten consumenten beschermen, maar knellen ook bij vernieuwingen. Knaap vindt daarom dat, in de bestaande situatie, de netbeheerders flexibeler mogen worden. “Zeker in contractueel opzicht.” De Autoriteit Consument & Markt (ACM) lijkt hiervoor de weg te plaveien. ACM wil het voor netbeheerders namelijk mogelijk maken om bij het transport van elektriciteit contracten met zogenoemde alternatieve transportrechten (ATR’s) aan te bieden, om zo meer ruimte te creëren op het stroomnet. Knaap: “Een voorbeeld hiervan zijn contracten waarbij de netbeheerder en de afnemer van tevoren afspreken dat een aansluiting niet de hele dag door gebruikt kan worden, maar dat de maximale transportcapaciteit alleen tijdens daluren beschikbaar is. Daarnaast wil de ACM netbeheerders de mogelijkheid geven de stroom te beperken als deze langere tijd niet wordt gebruikt. Dit wordt use-it-or-lose-it (UIOLI) of gebruik-op-tijd-of-raak-het-kwijt (GOTORK) genoemd.”

 

De handschoen oppakken

Het zijn ontwikkelingen die bedrijven kunnen helpen, denkt Knaap. “Al zijn er wel voortrekkers nodig, die de handschoen oppakken. Zowel aan de kant van de netbeheerders als aan de kant van de afnemers. Dat is altijd zo.” Knaap haalt hierbij het voorbeeld aan van het Utrechtse Lombok, waar ooit een inwoner van de wijk een proef startte met Smart Solar Charging. “Met dit systeem kunnen auto’s worden opgeladen als er veel zonne-energie is en kan de energie uit de accu in huis worden gebruikt als de zon niet schijnt. Het systeem is inmiddels op veel meer plaatsen actief.” Het initiatief op Schiphol Trade Park verdient volgens Knaap ook navolging. “Daar zie je dat de regels de netbeheerders en de bedrijven in de weg zitten. Vandaar ook het belang van meer ruimte. We moeten met z’n allen, afnemers, netbeheerders en overheid, leniger worden. Niet in de laatste plaats vanwege het investeringsklimaat. Dit klimaat bepaalt immers de mate waarin de private sector genegen is tot het doen van grote investeringen op de lange termijn, maar ook kleine investeringen op de korte termijn.”