Is de Nederlandse economie te groot voor ons land?

Gepubliceerd op: 12 december 2024

De invloed van vergrijzing op het personeelstekort wordt enorm overschat, en de Nederlandse economie is te groot voor ons land. Dat zegt emeritus hoogleraar Paul de Beer van de Universiteit van Amsterdam in een interview met Trouw, naar aanleiding van zijn recent verschenen boek The Labour Market Myth. Heeft De Beer met zijn opvallende uitspraken (deels) een punt? We vragen het Thijs Knaap, hoofdeconoom bij APG.


De Beer erkent in Trouw dat het effect van de vergrijzing gaat toenemen, maar stelt tegelijkertijd dat de huidige arbeidsmarktkrapte daar niet mee samenhangt. Knaap ziet dat laatste anders, en pakt de cijfers erbij om zijn punt te maken. “De werkloosheid lag de afgelopen twintig jaar gemiddeld op bijna 5,7 procent. De laatste tien jaar is dat percentage gedaald naar 3,7. Er worden dus meer mensen de arbeidsmarkt op getrokken omdat er nu meer te doen is.” En daar schuilt ook een logica achter, aldus Knaap. “De mensen die nu de AOW-leeftijd bereiken, beschikken dankzij hun pensioen vaak nog over voldoende middelen om hier spullen of diensten van te kopen of ervan op reis te gaan. Door de vergrijzing stoppen steeds meer mensen met werken, maar dankzij de goede pensioenregelingen wordt er per saldo niet minder uitgegeven. Dat heeft tot gevolg dat de arbeidsmarkt met minder mensen, meer moet opleveren. Zo bezien draagt de vergrijzing dus wel degelijk bij aan de personeelstekorten.”


Immigratie

Knaap zegt er meteen bij dat hier nog een factor een rol speelt, en dat is de handel met het buitenland. “De pensioenpremies van de babyboomgeneratie zijn verspreid over meerdere decennia geïnvesteerd in buitenlandse aandelen en obligaties, die enorm hebben gerendeerd. Zodoende exporteerde Nederland veel, maar importeerde het weinig. Nu draait de zaak zich om, en gaan veel Nederlanders hun pensioen opmaken, waardoor we als land minder zouden moeten exporteren en meer importeren.” Op die manier kan worden voldaan aan de vraag van gepensioneerden naar producten en diensten. Het buitenland werkt zo als een soort ventiel voor de Nederlandse economie, vervolgt de hoofdeconoom. Op het moment dat Nederlanders massaal aan het sparen zijn, dient het buitenland als investeringsmogelijkheid, en wanneer we zaken nodig hebben, dan importeren we die. “Het probleem is alleen dat je niet alles kunt importeren. Denk aan de diensten van een kapper, dokter of ober. Die moeten hier hun werk doen, en dat brengt ons terug bij het punt van Paul de Beer: we hebben hier mensen nodig voor diensten die we niet uit het buitenland kunnen halen.” 

Het is vooral belangrijk dat we in Nederland productiever worden in diensten en zaken die we niet kunnen importeren

Dat is een van de redenen dat de immigratie de afgelopen tien jaar flink is gegroeid. Het CBS ging er in 2014 nog van uit dat er in 2024 zo’n 9,9 miljoen 20- tot 65-jarigen in Nederland zouden wonen. Dat blijken er uiteindelijk 650.000 meer te zijn. “Zo werd voldaan aan de stijgende vraag naar arbeid, maar het leidt ook tot problemen, zoals de vastgelopen woningmarkt. En ook de immigranten worden op een gegeven moment oud, waardoor je weer nieuwe mensen binnen moet halen. Aangezien ons relatief kleine land niet is toegerust om tientallen miljoenen mensen te herbergen, is het nodig om de bestaande arbeid beter te benutten.”


Handels- of industrieland

Dat brengt Knaap bij een andere stelling van De Beer, namelijk dat de Nederlandse economie te groot voor ons land zou zijn. Nederland is volgens de emeritus hoogleraar altijd meer een handelsland dan een industrieland geweest, en het belang van grote industriële bedrijven wordt stelselmatig overschat. “De Beer zegt terecht dat we tomaten prima kunnen importeren. Dan zouden de mensen die nu tomaten plukken, over moeten stappen naar een sector die beter aansluit bij wat we nodig hebben. Maar het is vooral belangrijk dat we in Nederland productiever worden in diensten en zaken die we niet kunnen importeren, zoals de zorg en het onderwijs.”


Daarbij speelt innovatie een grote rol. “Hoe kunnen we met zo min mogelijk mensen ervoor zorgen dat we ouderen en zieken zo goed mogelijk verzorgen? Het is dan wel wat anders dan een raket naar de maan, maar ik ben er stellig van overtuigd dat we veel zaken beter en productiever kunnen doen. Juist doordat de gepensioneerden er de middelen voor hebben, kan de zorg meer maatwerk gaan bieden. Ook in het onderwijs voorzie ik een grote rol voor innovatie: kunstmatige intelligentie biedt genoeg mogelijkheden om de productie in het onderwijs te vergroten.”


Wereldleider

Dat is natuurlijk niet allemaal zo geregeld, en die hogere productie moet ook in de prijs terugkomen, erkent Knaap. “De lonen in de zorg en het onderwijs moeten daarvoor omhoog, terwijl de prijs van onder meer gesubsidieerde landbouwproducten meer moet weergeven wat de daadwerkelijke kosten zijn. Hiervoor zijn twee zaken nodig: arbeid zou in Nederland vooral moeten worden ingezet voor werk dat hier ook echt moet gebeuren, en de productiviteit moet omhoog. Op die manier kunnen we wereldleider worden op het gebied van innovatie in de zorg en het onderwijs. Dan ontspant de mede door de vergrijzing veroorzaakte krappe arbeidsmarkt weer wat meer.”