Hoeveel van de miljoen ‘nieuwe’ ondernemers houden het vol?

Gepubliceerd op: 14 augustus 2024

Sinds 2010 zijn er bijna 1 miljoen nieuwe ondernemers bijgekomen, becijferde het CBS onlangs. Houden deze ondernemers het voor langere tijd vol? En wat zegt dit ‘cijfer van de week’ nog meer over de economie en de arbeidsmarkt? We vroegen het Maarten Lafeber, macro-econoom en senior strateeg bij APG.  

 

Wat valt jou op aan deze groei?
“In 2010 waren er nog 1,5 miljoen ondernemers, nu is dat aantal gegroeid naar 2,5 miljoen. Dat is een gigantische toename van ruim 66 procent. In die tijd was de bevolkingsgroei 6 procent, dus daar kan het bij lange na niet aan worden toegeschreven. Maar om wat voor soort ondernemers gaat het eigenlijk? Uit data van het CBS blijkt dat veruit de grootste groep, zo’n 900.000, eenmanszaken betreft. De grootste groep daarvan, rond de 440.000, is actief in de zakelijke dienstverlening. Daarna komt de bouw, en dan met name kabelleggers, die hard nodig zijn in de energietransitie. En dan zijn er nog zo’n 200.000 eenmanszaken actief in de gezondheidszorg. Er blijkt ook een enorme toename van zelfstandigen in de drankenindustrie te zijn. Als je op een terras zit en daar de grote verscheidenheid aan biertjes op de kaart ziet staan, krijg je een idee om wie dit gaat: zelfstandig ondernemers die hun eigen brouwerij beginnen, bij wijze van spreken in hun schuur.”

 

Waarom heeft het zelfstandig ondernemerschap juist de afgelopen jaren zo’n hoge vlucht genomen?
“Er spelen meerdere factoren een rol. Zo is er door de voortdurende krappe arbeidsmarkt veel vraag naar arbeid, en dus ook naar zelfstandigen, wat de drempel voor een ondernemerschap verlaagt. En het zelfstandig ondernemerschap kan voordelig zijn ten opzichte van loondienst. Veel zelfstandigen in de gezondheidssector waren vaak eerst werknemer, maar bijvoorbeeld niet tevreden over hun loon en rooster. Als ondernemer die zich laat inhuren, krijgen ze beter betaald en kunnen ze zelf hun tijd indelen. Verder was er tijdens en na de coronapandemie een flinke toename in het aantal zzp’ers. Mensen zaten thuis en hadden de tijd om een eigen bedrijf te beginnen. Bovendien leidde de snelle toename van digitalisering tot een lagere drempel om online te ondernemen. Belangrijke kanttekening bij dit cijfer is wel dat er veel schijnzelfstandigheid bestaat: ondernemers die op papier zzp’er zijn, maar in de praktijk via een nulurencontract voor één en dezelfde werkgever werken. Er zijn inmiddels meerdere rechterlijke uitspraken geweest om dat tegen te gaan. Dat kan verklaren waarom het aantal vaste contracten toeneemt, ten koste van het aantal flexcontracten.”

Lees een boek van een succesvol ondernemer en daarin zal staan dat de eerste acht pogingen om een bedrijf te starten mislukten

Het ondernemerschap blijkt vooral populair onder jongeren en ouderen. Wat schuilt daarachter?

“Bij de ouderen vormt de verhoogde AOW-leeftijd een reden, waardoor zzp’ers langer actief blijven. Een andere oorzaak kan zijn dat een werknemer met een soort van prepensioen gaat, en de laatste twee of drie jaar tot zijn AOW-leeftijd zzp’er is. Dan heb je meer flexibiliteit en mogelijk ook meer inkomsten. Dan is er nog een groep die erachter komt dat het opgebouwde pensioen niet toereikend is, en daarom langer moet doorwerken. Dat kan lang niet altijd als werknemer, maar wel als zzp’er. Voor jongeren speelt mee dat de digitale sector, in de breedste zin van het woord, gigantisch veel groter is geworden. Zij zijn bovengemiddeld actief in die sector, en bouwen bijvoorbeeld websites of ontwikkelen een app. Daarnaast beschouwt deze generatie het vooruitzicht om lang voor dezelfde werkgever te werken niet als ideaalbeeld. Een aantal kiest daarom voor het flexibelere (zelfstandig) ondernemerschap. En waar je vroeger kapitaal nodig had om een bedrijf te beginnen, heb je vandaag de dag vaak genoeg aan een laptop. Dat maakt het ondernemerschap toegankelijker.”


Is ook bekend hoeveel van de startende ondernemers het voor langere tijd volhouden?
“Als je kijkt naar de in- en uitstroom van nieuwe ondernemingen per jaar, dan blijkt dat van elke twee gestarte ondernemingen er één stopt. Als deze ratio zich in oneindigheid blijft voortzetten, dan haalt 50 procent van het aantal ondernemers het. Dit lijkt te worden bevestigd door cijfers van het CBS over de groep ondernemers die in 2013 begon. Daarvan is de helft na vijf jaar gestopt. Niet geheel verrassend is de uitstroom van zzp’ers het grootst. Hoe groter een onderneming wordt, hoe kleiner de kans dat die binnen afzienbare tijd ophoudt te bestaan. Dat een bedrijf stopt klinkt overigens negatief, maar je kunt ook zeggen dat het bij het ondernemerschap en een gezonde economie hoort. Lees een boek van een succesvol ondernemer en daarin zal staan dat zijn of haar eerste acht pogingen om een bedrijf te starten mislukten. Het kan natuurlijk gepaard gaan met groot persoonlijk leed voor de ondernemer in kwestie, maar voor de economie als geheel is het gezond als zogeheten zombiebedrijven ophouden te bestaan. Die voegen immers weinig toe aan de economische groei, en het is dan ook beter als hun kapitaal en arbeidskrachten naar een productieve onderneming vloeien. Dat kenmerkt een dynamische en efficiënte economie.”