Zo’n 3,3 miljoen Nederlanders wonen alleen, blijkt uit cijfers van het CBS. Dat komt neer op 19 procent van de bevolking. In 1960 was dat nog maar 3 procent. Wat zijn de oorzaken van de forse groei van het aantal eenpersoonshuishoudens, en wat betekent dit voor de woningmarkt? We vragen het Frank van Weegberg, expert strateeg bij APG. “Het is een enorme gemiste kans dat bij de woningbouw geen rekening is gehouden met demografische ontwikkelingen.”
De snelle toename van het aantal eenpersoonshuishoudens in de afgelopen decennia is een gevolg van de individualisering van de samenleving en werd mogelijk gemaakt door de toegenomen welvaart, stelt Van Weegberg. Lang niet iedereen woont echter vrijwillig alleen. Denk aan jongeren die geen eengezinswoning kunnen krijgen, of ouderen van wie de partner is overleden. In de krappe woningmarkt van vandaag is de mogelijkheid om als alleenstaande een woning te kopen nog slechts weggelegd voor de happy few: expats en Nederlanders met een zeer hoog inkomen. “Vrijwillig alleen wonen is dus bijna een luxeproduct geworden.”
Weinig eengezinswoningen
Een blik op de nieuwbouwmarkt leert dat er vooral grote woningen met een verkoopwaarde boven de acht ton worden gebouwd en kleine woningen van zo’n 20 tot 40 vierkante meter die vooral geschikt zijn voor jongeren. “Volgens projectontwikkelaars is de marge op de bouw van eengezinswoningen in het middensegment te klein. Vier woningen van vijftig vierkante meter leveren immers meer op dan twee van honderd vierkante meter. Het aanbod van typische eengezinswoningen blijft daardoor erg beperkt. Wat daar ook aan bijdraagt, is dat veel ouderen ‘scheef wonen’ in een woning die eigenlijk te groot voor hen is geworden. Daar wonen blijft toch aantrekkelijk omdat ze relatief weinig huur betalen of de hypotheek al hebben afbetaald.”
Van Weegberg erkent dat er door de toegenomen individualisering grote behoefte bestaat aan relatief kleine woningen. “Er worden dan ook voornamelijk woningen van dertig tot veertig vierkante meter gebouwd. Daar vallen immers de mooiste marges op te halen, zowel bij verhuur als verkoop. Maar het lijkt nu alsof projectontwikkelaars vrijwel uitsluitend geïnteresseerd zijn in het bedienen van mensen die alleen willen wonen. De eveneens grote groep die graag een eengezinswoning wil betrekken, valt buiten de boot. Terwijl zijer vooral behoefte hebbenbestaat aan koop- en sociale huurwoningen van tussen de honderd en honderdvijftig vierkante meter. Dat die minder opleveren voor de bouwer of verhuurder maakt het lastig om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen.”