Hoe erg is het dat 15 miljard euro aan Nederlands spaargeld in het buitenland staat?

Gepubliceerd op: 12 september 2024

Nederlanders hebben momenteel voor 15 miljard euro aan spaargeld op buitenlandse bankrekeningen staan. Dat is een verdubbeling ten opzichte van twee jaar geleden. Doet deze verplaatsing van geld Nederlandse banken pijn? En wat valt er nog meer te zeggen over dit ‘cijfer van de week’? We vragen het Charles Kalshoven, macro-econoom en expert strateeg bij APG.

 

Ondanks de verdubbeling naar 15 miljard blijft het een bescheiden percentage van het totale spaargeld dat Nederlanders op de bank hebben staan: minder dan 2,5 procent. In totaal is het saldo op spaar- en betaalrekeningen van alle Nederlanders 600 miljard euro. Een zesde daarvan staat op betaalrekeningen. Kalshoven: “Nederland kent zo’n 14 miljoen volwassenen. Dat zou betekenen dat de gemiddelde volwassen Nederlander 7000 euro op een betaalrekening heeft staan. Geld waarover geen rente wordt ontvangen. Een hoge spaarrente lijkt dus ook weer niet zó hoog op het prioriteitenlijstje van de gemiddelde Nederlander te staan.”


Oligopolie
In Nederland heeft verreweg het grootste deel van de bevolking een rekening bij een van de drie grootbanken: ING, Rabobank en ABN AMRO. “Dat is in feite een oligopolie. Partijen zijn dan zo groot dat ze elkaar goed in de gaten houden. Als bank A klanten wil lokken met een hogere spaarrente, dan zullen de andere twee snel volgen. Resultaat is dat je nauwelijks extra spaargeld hebt aangetrokken, maar dat het spaargeld wel een stuk duurder is geworden voor de bank. Zo’n oligopolie kan dus de spaarrente drukken door rationeel economisch gedrag. Er zijn geen onderlinge afspraken voor nodig. Onderlinge prijsafspraken zijn trouwens ook verboden.” Resultaat is dat de rentemarge – het verschil tussen de rente die een bank biedt op bijvoorbeeld een spaarrekening, en de rente die hij vraagt op bijvoorbeeld een hypotheek – op peil blijft. “Het oligopolie zorgt ervoor dat de rente hier relatief laag blijft. Blijkbaar hebben banken het geld dat Nederlanders nu naar andere banken in de eurozone brengen ook niet nodig voor hun kredietverlening.”

Het vertrouwen in de Nederlandse bankensector weegt blijkbaar nog steeds zwaarder dan een hogere spaarrente

Kansen

Voor de Nederlandse banken staat die 15 miljard euro dus zo ongeveer gelijk aan een druppel op een gloeiende plaat. “Stel dat dit bedrag fors zou toenemen, dan zijn de banken hier waarschijnlijk wel genoodzaakt om hun spaarrentes te verhogen. Zoals gezegd verlaagt dat hun rentemarge en winst, maar dat hoeft niet direct een probleem te zijn. Hun winst komt niet alleen voort uit rentebaten, al is dat wel de belangrijkste post, maar ook uit betalingsverkeer en beleggingscommissies.”


Ook denkt Kalshoven dat een forse toename van de export aan spaargeld een indicatie zou zijn dat we een meer Europees bankenlandschap krijgen. En dat biedt kansen voor Nederlandse banken. “Een Europese bankenmarkt kan de concurrentie op de Nederlandse markt bevorderen, maar biedt ook kansen in het buitenland. Nederlandse banken kunnen mogelijk een slag slaan op de versnipperde Duitse bankenmarkt. Meer Europees opererende banken zouden een goede stap zijn voor de interne markt van de EU.”

 

Leed
Maar voorlopig blijven veel Nederlanders dus het liefst dichtbij huis als het om bankieren gaat. Volgens Kalshoven heeft dit deels te maken met de affaire rond de IJslandse bank Icesave. Die verleidde begin deze eeuw Nederlandse spaarders een rekening te openen met een hogere rente dan door de Nederlandse banken werd geboden. Icesave kon tijdens de kredietcrisis in 2008 echter niet meer aan zijn verplichtingen voldoen en viel om. Daardoor dreigden zo’n 140.000 Nederlanders hun geld kwijt te raken, al verzachtte het depositogarantiestelsel uiteindelijk het ergste leed. “Als gevolg van deze affaire zijn mensen er nog steeds huiverig voor om hun geld bij een buitenlandse bank of fintech-instelling te stallen. Het vertrouwen in de Nederlandse bankensector weegt blijkbaar nog steeds zwaarder dan een hogere spaarrente. En dat 15 miljard euro bij hun buitenlandse concurrenten wordt gestald, is voor de Nederlandse banken nog geen reden om hun spaarrente te verhogen.”