Hoe leven we in 2041? In een reeks van zes artikelen schetsen we het Nederland van Straks. Hoe rijk zijn we dan? Hoe wonen we? Hoe werken we? Hoe consumeren we? Hoe sociaal zijn we nog?
In deze vierde aflevering vragen we ons af: hoe besteden we straks onze vrije tijd?
Wist je dat we van de 112 uur die we per week wakker zijn, maar liefst 44 uur aan vrije tijd hebben? Dat klinkt als een zee van tijd om erop uit trekken en spontaan met vrienden leuke dingen te doen. De paden op, de lanen in. Maar als we kijken hoe we die vrije tijd in de praktijk invullen, los van op de bank liggen en naar het plafond staren, tekent zich een nogal vastgeroest patroon af. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gaat 40% op aan ‘mediagebruik’, 30% aan ‘ontspanning’, 20% aan ‘sociale contacten’ en de rest soms aan ‘vrijwilligerswerk’. “En behalve ons mediagebruik beperken we ook nog eens alles strikt tot het weekend, want doordeweekse dagen zijn voor het werk,” zegt Greg Richards, hoogleraar vrijetijdsstudies in Tilburg. “De structuur die we aan ons leven geven is al vijftig jaar hetzelfde.”
Zou dat in 2041 nog steeds zo zijn? “In 2041 zal alles vervloeien,” denkt Peter van der Aalst, docent Leisure & Events bij Breda University of Applied Sciences. Volgens hem verhullen de cijfers van het SCP een dynamiek in onze vrije tijd die al langer gaande is. “Alles loopt al door elkaar. Konden we ons twintig jaar geleden voorstellen dat we vanuit de trein met een computertje op schoot met de hele wereld contact zouden onderhouden? Dat we ter plekke zelf een vakantie zouden regelen, gebaseerd op de mening van veel andere mensen van over de hele wereld? Futuristisch? Nu noemen we het gewoon een smartphone en heeft onze oma van tachtig er ook één.”
Mix-up van vrije tijd en werk
Niet alleen onze vrijetijdsbestedingen vervloeien, ook onze werktijden en vrijetijdsbestedingen gaan dat doen. Kunnen we ze in 2041 nog wel van elkaar onderscheiden? Lopen we met een AR-bril op ergens buiten virtueel te scrummen met collega’s, terwijl we eigenlijk thuis op de bank in onze onderbroek Pim Pam Pet spelen met onze kinderen? “Het wordt steeds lastiger ons los te koppelen van ons werk,” zegt Marcel Bastiaansen, hoogleraar vrije tijd en toerisme. “Daardoor raakt onze vrije tijd steeds verder gefragmenteerd: het worden splinters die we niet meer ervaren als vrije tijd. Mogelijk neemt in de toekomst de hoeveelheid vrije tijd nog verder toe, maar de kwaliteit niet per se.”
Is het ook mogelijk dat de mix-up van minder werk en meer vrije tijd ertoe leidt dat we ons werk meer gaan zien als iets ernaast, als een hobby? “Dat is, vrees ik, alleen weggelegd voor de creatieve beroepen, waarin we nu ook al veel autonomie ervaren,” zegt Van der Aalst. “De digitale nomaden, die vanuit een zonnig oord of een vakantiehuisje in Drenthe hun communicatieadviezen verzorgen.” Of krijgen ook de eenvoudige beroepen meer vrije invulling van hun ambacht? De kunstenaar-stukadoor, de schoonmaker die ook bloemen schikt en het huis anders decoreert? Of andersom: worden amateurisme en onbezoldigd vrijwilligerswerk in de toekomst vergoed? De laatste padden overzetten, de laatste vlinders tellen... Volgens het SCP willen we toch minder van onze vrije tijd online gamend doorbrengen? We zeggen althans meer fysiek contact met onze naasten te willen ervaren en meer vrijwilligerswerk te willen doen.
“Zeggen is iets anders dan doen,” weet Bastiaansen. “Ik denk wel dat we ons steeds meer bewust gaan worden van wat we allemaal om ons heen laten liggen.” Van der Aalst wijst erop dat een belangrijk aspect van online gamen nu al bestaat uit het opbouwen en onderhouden van sociale contacten. “Vaak internationaal, wereldwijd. En wie zit er niet in diverse Whatsappgroepen voor familie, vrienden, collega’s, communities voor specifieke interessegebieden? Die organiseren vaak ook ontmoetingen in het echte leven. Ons sociaal contact neemt alleen maar toe. Al kan het soms als vluchtig worden ervaren.”
Primitief
In het jaar 2000 schreef de Amerikaanse hoogleraar Robert N. Putnam het boek Bowling Alone: The Collapse of American Community. Hoewel het online leven toen nog primitief was, zag hij hoe onze sociale structuren steeds verder uiteenvielen, hoe steeds minder mensen naar elkaar omkeken. Maar in 2016, toen de internetrevolutie zich al voltrok, schreef hij er een extra hoofdstuk aan vast, waarin hij hoopvol de vele initiatieven beschreef die hij ineens zag opkomen. Hoe kleine gemeenschappen oude vormen van vrijwilligerswerk en sociaal activisme opnieuw uitvinden. Mede geholpen door onze smartphone.