De prijs van een koopwoning is in een jaar tijd gestegen met 9,7 procent. De grootste plus in twee jaar tijd. Een koper moet nu gemiddeld 441.112 euro neertellen voor een huis. Is dit ‘cijfer van de week’ goed of slecht nieuws voor de economie en huizenmarkt? Wij vroegen het macro-econoom en expert strateeg Charles Kalshoven van APG.
Wat zegt het getal 441.112 euro jou?
“Dat veel huizenbezitters de (over)waarde van hun huis, en dus een belangrijk deel van hun vermogen, zien stijgen. Dat geeft een gevoel van vrijheid, mensen voelen zich rijk. Daar komt bij dat mensen die geen pensioen opbouwen, de woning zien als een appeltje voor de dorst. Bij stijgende prijzen smaakt dat appeltje steeds een beetje zoeter. Zo werkt het nu eenmaal: de stijgende huizenprijzen zorgen voor meer vertrouwen in de eigen financiële situatie en daardoor geven mensen eerder geld uit aan een verbouwing of aan consumptie. De relatie tussen huizenprijzen en consumptie is ook onderzocht door het Centraal Planbureau (CPB). Wat bleek nu? Een daling van de reële huizenprijzen van 10 procent gaat op korte termijn gepaard met een gemiddelde daling van 0,4 procent van de consumptie. Ander onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) bevestigt die bevindingen van het CPB. DNB zegt dat voor huishoudens de ontwikkeling van de waarde van het eigenhuisbezit een belangrijke bepalende factor is voor hun consumptie, en tevens voor de investeringen in woningen. Dat is goed voor de timmerman, de installateur en de keukenboer. Maar voor de economie gaat het ook om het aantal transacties, en dat getal ontwikkelt zich ook positief. In de eerste vijf maanden van 2024 zijn bijna 78.000 bestaande woningen gekocht, 9.000 meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat is dus niet per se hetzelfde als hoge prijzen, maar wel een stimulans voor de economie. Mensen hebben bijvoorbeeld sneller de neiging om te verhuizen, bijvoorbeeld voor een andere baan. Andersom geldt namelijk dat het voor de economie niet goed is als de markt op slot zit. Dan wonen veel mensen in het verkeerde huis – te ver weg van werk bijvoorbeeld - dus dan remt het onder meer de mobiliteit van de arbeidsmarkt.”